33 086 Wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige

C VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 juni 2012

In zijn brief van 24 mei 2012 betreffende behandeling spoedeisende wetsvoorstellen heeft de Minister-president de Eerste Kamer gevraagd medewerking te verlenen aan de behandeling van een aantal wetsvoorstellen vóór het zomerreces. Een van deze voorstellen betreft het voorstel tot wijziging van de Wet inburgering (A 33 086).

Naar aanleiding daarvan heeft de Voorzitter van de Eerste Kamer op 5 juni 2012 een brief gestuurd aan de minister-president en de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, heeft mede namens de minister-president, op 8 juni 2012 gereageerd.

De vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, Kim van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER-PRESIDENT EN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Den Haag, 5 juni 2012

In zijn brief van 24 mei 2012 betreffende behandeling spoedeisende wetsvoorstellen heeft de Minister-president de Eerste Kamer gevraagd medewerking te verlenen aan de behandeling van een aantal wetsvoorstellen vóór het zomerreces. Een van deze voorstellen betreft het voorstel tot wijziging van de Wet inburgering (A 33 086).

In de tabel bij de brief is vermeld dat op korte termijn een novelle op dit wetsvoorstel wordt ingediend.

Het heeft in de Eerste Kamer verbazing gewekt dat de regering met een novelle op het wetsvoorstel komt, voordat behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer een aanvang heeft genomen.

Ik verzoek u de Kamer te informeren hoe het voornemen bij de Tweede Kamer een novelle aanhangig te maken zich verhoudt tot het verzoek aan de Eerste Kamer spoed te betrachten bij de behandeling van het initiële wetsvoorstel.

Overigens hebben de Kamer berichten bereikt dat de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel over het onderhavige wetsvoorstel nog een brief aan de Tweede Kamer heeft gezonden. De Eerste Kamer is hiervan niet in kennis gesteld.

Graag verzoek ik u de Kamer uiterlijk op vrijdag 8 juni 2012 opheldering te verschaffen.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, G. J. de Graaf

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2012

In uw brief van 5 juni jl. die is gericht aan de Minister-president en aan mij stelt u enkele vragen die alle betrekking hebben op de voorgenomen wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige.

Mede namens de Minister-President ontvangt u hiermee het antwoord op uw brief.

De Minister-President vraagt in zijn brief van 24 mei jl. om medewerking aan de Staten-Generaal om een aantal wetsvoorstellen nog voor het zomerreces af te ronden. Daarbij is aangegeven dat het ook gaat om «eventuele aanpassingen van het wetsvoorstel inburgering dat nu bij de Eerste Kamer aanhangig is». Immers, zoals u schrijft moet de behandeling van het wetsvoorstel in uw Kamer nog aanvangen.

De bedoeling van het opnemen van een «novelle wet inburgering» in de bijlage bij de brief van de Minister-President, was de Kamers erop te wijzen dat, gelet op de ingeboekte besparingen per 2013, parlementaire behandeling voor het zomerreces noodzakelijk is. Een novelle is een mogelijke maar niet noodzakelijke vorm voor wijzigingen waar in de tweede alinea van de onderhavige brief op wordt gedoeld.

Zoals ik uw Kamer heb gemeld bij brief van 16 mei 2012, 33 086 B, zijn er budgettaire consequenties indien het wetsvoorstel later dan 1 januari 2013 in werking treedt. Afhankelijk van de mogelijke discussie met uw Kamer, indien uw Kamer zou besluiten tot behandeling van het wetsvoorstel, leek het raadzaam om de mogelijkheid van een novelle niet uit te sluiten. Daarmee is vanzelfsprekend niet gezegd dat er daadwerkelijk een novelle komt, aangezien dit zal moeten blijken uit de behandeling in Uw Kamer.

U schrijft in uw brief dat de Kamer berichten hebben bereikt dat ik over het onderhavige wetsvoorstel nog een brief aan de Tweede Kamer heb gezonden en dat de Eerste Kamer hiervan niet in kennis is gesteld. Ik neem aan dat u doelt op de brief van 23 april 2012, met kamernummer 33 086, nr. 46. Ik had de Tweede Kamer toegezegd nog voor de stemmingen over het wetsvoorstel een brief te sturen over de onderwerpen sociale leenfaciliteit en maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden. Deze brief is betrokken bij de behandeling van het wetsvoorstel, waarover de stemmingen plaatsvonden op 26 april.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Broekers-Knol (VVD), Slagter-Roukema (SP), Franken (CDA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Meurs (PvdA), (voorzitter), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), K.G. de Vries (PvdA), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Beuving (PvdA), Schrijver (PvdA), M. de Graaf (PVV), M. de Graaff (PVV), (vice-voorzitter), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Huijbregt-Schiedon (VVD), Schouwenaar (VVD), Swagerman (VVD).

Naar boven