Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 33043 nr. C |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 33043 nr. C |
Vastgesteld 27 mei 2021
De vaste commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving2 en voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit3 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 18 maart 2021 waarmee zij de kabinetsreactie op het briefadvies «Groen uit de crisis» van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) aan de Eerste Kamer aanbiedt.4 Naar aanleiding hiervan zijn bij brief van 6 april 2021 enige vragen gesteld door de leden van de fracties van GroenLinks en ChristenUnie.
De Minister heeft op 3 mei 2021 een uitstelbericht gestuurd en op 26 mei 2021 inhoudelijk gereageerd op de brief van 6 april 2021.
De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier voor dit verslag, Dragstra
Aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
Den Haag, 6 april 2021
De commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 18 maart 2021 waarmee u de kabinetsreactie op het briefadvies «Groen uit de crisis» van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) aan de Eerste Kamer aanbiedt.5 Naar aanleiding hiervan wensen de leden van de fracties van GroenLinks en ChristenUnie u enige vragen voor te leggen.
Vragen van de GroenLinks-fractie
De leden van de fractie van GroenLinks hebben de volgende vragen. Op pagina 2 en 3 van uw brief wordt verwezen naar een groene exportontwikkelgarantie, de dekking van de exportkredietverzekering en een investeringsverzekering in groene investeringen in het buitenland. Kunt u aangeven welk doel en welke omvang deze regelingen hebben? En hoe bij de exportkredietverzekering het aspect «brede welvaart» is uitgewerkt?
Op pagina 3 verwijst u naar de EU-voorwaarde voor de Recovery and Resilience Facility, dat 37% van de middelen moet worden ingezet voor de groene transitie. Voor Nederland gaat dit omgerekend om 2 miljard euro, aldus het kabinet. Kunt aangeven hoeveel van de Nederlandse middelen daadwerkelijk ingezet worden voor de groene transitie zoals bedoeld door de EU? Immers, 2 miljard euro is het minimum, en gezien de ambitieuze taal van het kabinet verwachten de leden van de fractie van GroenLinks dat het in de praktijk meer zal zijn. Klopt dit?
Kunt u aangeven welke adviezen van de ambtelijke studiegroep-Van Geest tot nu toe wel en niet opgevolgd zijn? Kunt u, na de coalitieonderhandelingen, aangeven welke adviezen van de studiegroep-Van Geest bij de onderhandelingen besproken zijn en met welke argumenten betreffende adviezen wel of juist niet opgevolgd worden?
Vragen van de ChristenUnie-fractie
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met bijzondere belangstelling kennisgenomen van het briefadvies «Groen uit de crisis» van de Rli en de reactie van het kabinet daarop. Deze leden zijn blij met het briefadvies van de Rli, met name omdat de Rli verschillende handelingsperspectieven voor de overheid schetst. Deze leden hebben enkele vragen over de reactie van het kabinet.
De Rli schetst de volgende handelingsperspectieven:
1. Geen aanpassing van het overheidsbeleid.
2. Het pauzeren van de geplande maatregelen.
3. Aanpassing van het beleid om groen herstel te stimuleren. Dit kan gebeuren door a) het intensiveren of versnellen van bestaand overheidsbeleid en b) het veranderen van bestaand overheidsbeleid.
De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn verheugd dat het kabinet vasthoudt aan de ambities van het klimaatakkoord en het daaruit volgende transitiepad naar 2030. Tegelijkertijd wijzen verschillende studies erop dat het beleid in de praktijk leidt tot minder CO2-reductie dan gewenst. Met andere woorden, er moet nog «een tandje bijgezet worden» om de ambities te realiseren. Wat betekent dat voor de handelingsperspectieven van het kabinet?
1. Kunt u scherper aangeven welke geplande maatregelen overwogen zullen worden (perspectief 2)?
2. Kunt u scherper aangeven waar u bestaand overheidsbeleid wilt intensiveren of versnellen (perspectief 3a)?
3. Kunt u scherper aangeven waar u het bestaande overheidsbeleid wilt veranderen (perspectief 3b)?
Deze leden zijn verheugd dat sociale rechtvaardigheid als een van de belangrijke normen bij de evaluatie van handelingsperspectieven wordt genoemd. Bent u het eens met de Rli dat dat een belangrijke norm is? Wat betekent dit voor de handelingsperspectieven van het kabinet (perspectieven 2, 3a en 3b)?
Sociale rechtvaardigheid is breder dan handelingsperspectieven met betrekking tot «Groen uit de crisis». Sociale rechtvaardigheid heeft ook te maken met het geheel van de sociaaleconomische verhoudingen, armoede, werkloosheid, woningbouw et cetera. Zwart-wit uitgedrukt: als gezinnen onder druk staan vanwege schulden en armoede, dan zullen zij weinig aandacht hebben om groen uit de crisis te komen. Kunt u aangeven op welke manier u sociale rechtvaardigheid met betrekking tot groen beleid in wilt bedden in het geheel van een sociaal-rechtvaardige samenleving?
Ten slotte, religie en levensbeschouwing worden in de sociale wetenschappen gezien als mogelijke motivatoren voor groen beleid en voor sociale rechtvaardigheid. Kunt u aangeven hoe u deze relatie ziet en wat dat betekent voor uw beleid?
De commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
Voorzitter van de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, H.J. Meijer
Voorzitter van de commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden MSc.
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2021
Vanuit de commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn vragen gesteld over de kabinetsreactie op het Rli briefadvies «Groen uit de crisis».
De vragen kunnen vanwege de vereiste zorgvuldige afstemming niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 mei 2021
Hierbij bied ik u, mede namens de Ministers van Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de antwoorden aan op de vragen die door de commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving en voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn gesteld over de kabinetsreactie op het Rli advies «Groen uit de crisis».
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Vragen van de GroenLinks-fractie
Vraag 1
Op pagina 2 en 3 van uw brief wordt verwezen naar een groene exportontwikkelgarantie, de dekking van de exportkredietverzekering en een investeringsverzekering in groene investeringen in het buitenland. Kunt u aangeven welk doel en welke omvang deze regelingen hebben? En hoe bij de exportkredietverzekering het aspect «brede welvaart» is uitgewerkt?
Antwoord 1
Het doel van de maatregelen waaraan u refereert is om bedrijven te helpen groener uit de crisis te komen. Met de aanpassingen en uitbreidingen worden bedrijven gestimuleerd om verder in te zetten op de vergroening van hun bedrijfsmodellen. De afzonderlijke regelingen hebben net zoals alle andere ekv-instrumenten geen maximale omvang. Tegelijkertijd geldt er wel een maximum van EUR 10 miljard voor het totaal van verzekeringen en garanties dat vanuit het ekv-instrumentarium kan worden verstrekt. De door u genoemde maatregelen bevinden zich in de pilotfase en zullen na afloop worden geëvalueerd.
Zoals vastgelegd in de Kaderwet betreft het mandaat van de exportkredietverzekering het bevorderen van export. Het aspect bredere welvaart is niet specifiek uitgewerkt. Met deze maatregelen worden echter wel aspecten van de brede welvaart meegenomen. Zo zetten deze maatregelen specifiek in op de vergroening van bedrijfsmodellen, waardoor er bijvoorbeeld technieken kunnen worden ontwikkeld met minder uitstoot.
Vraag 2
Op pagina 3 verwijst u naar de EU-voorwaarde voor de Recovery and Resilience Facility, dat 37% van de middelen moet worden ingezet voor de groene transitie. Voor Nederland gaat dit omgerekend om 2 miljard euro, aldus het kabinet. Kunt aangeven hoeveel van de Nederlandse middelen daadwerkelijk ingezet worden voor de groene transitie zoals bedoeld door de EU? Immers, 2 miljard euro is het minimum, en gezien de ambitieuze taal van het kabinet verwachten de leden van de fractie van GroenLinks dat het in de praktijk meer zal zijn. Klopt dit?
Antwoord 2
Zoals gecommuniceerd in de Kamerbrief van 27 november 2020 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1626) heeft het kabinet opdracht gegeven tot een ambtelijke verkenning naar de mogelijke inhoud van een Nederlands herstelplan (RRP). Juist omdat het kabinet een stevig en ambitieus plan wil indienen, is ervoor gekozen de formatie mee te nemen en het nieuwe kabinet het definitieve besluit te laten nemen. Het kabinet zal de komende maanden kansrijke maatregelen voor dit plan in kaart brengen. Dit betreft zowel maatregelen waartoe dit kabinet sinds 1 februari 2021 heeft besloten als maatregelen die het volgende kabinet kan treffen.
Het kabinet kan zodoende nog niet vooruit lopen op de inhoud van het nationaal herstelplan. Ten minste 37% van de middelen zal aan klimaat worden besteed conform de voorwaarden uit de RRF-verordening. Daarnaast zal en mag geen enkele uitgave onder de RRF het klimaat of het milieu significant schaden, conform het do no significant harm-principe.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke adviezen van de ambtelijke studiegroep-Van Geest tot nu toe wel en niet opgevolgd zijn? Kunt u, na de coalitieonderhandelingen, aangeven welke adviezen van de studiegroep-Van Geest bij de onderhandelingen besproken zijn en met welke argumenten betreffende adviezen wel of juist niet opgevolgd worden?
Antwoord 3
De opvolging van het advies van de studiegroep Van Geest is aan het volgende kabinet, zoals ook is aangegeven in de aanbiedingsbrief bij dat rapport6. Het kan worden meegewogen in de coalitieonderhandelingen. Het is ook aan het volgende kabinet om de Kamer hierover te informeren.
Vragen van de ChristenUnie-fractie
Vraag 4
De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn verheugd dat het kabinet vasthoudt aan de ambities van het klimaatakkoord en het daaruit volgende transitiepad naar 2030. Tegelijkertijd wijzen verschillende studies erop dat het beleid in de praktijk leidt tot minder CO2-reductie dan gewenst. Met andere woorden, er moet nog «een tandje bijgezet worden» om de ambities te realiseren. Wat betekent dat voor de handelingsperspectieven van het kabinet?
1. Kunt u scherper aangeven welke geplande maatregelen overwogen zullen worden (perspectief 2)?
2. Kunt u scherper aangeven waar u bestaand overheidsbeleid wilt intensiveren of versnellen (perspectief 3a)?
3. Kunt u scherper aangeven waar u het bestaande overheidsbeleid wilt veranderen (perspectief 3b)?
Antwoord 4
De constatering dat er nog een tandje bijgezet moet worden is in lijn met de aanbevelingen van het rapport van de studiegroep Van Geest. Voor de uitwerking daarvan verwijs ik naar het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Deze leden zijn verheugd dat sociale rechtvaardigheid als een van de belangrijke normen bij de evaluatie van handelingsperspectieven wordt genoemd. Bent u het eens met de Rli dat dat een belangrijke norm is? Wat betekent dit voor de handelingsperspectieven van het kabinet (perspectieven 2, 3a en 3b)?
Antwoord 5
Ik ben het met de raad eens dat sociale rechtvaardigheid, als onderdeel van brede welvaart, een belangrijk criterium is voor groene herstelmaatregelen. Ik geef enkele voorbeelden van crisis- en herstelmaatregelen van het kabinet die op verschillende manieren bijdragen aan sociale rechtvaardigheid.
De crisis-en herstelmaatregelen van het kabinet op korte termijn zijn gericht op het beschermen van werkgelegenheid en bedrijvigheid. Ze dragen bij aan een vermindering van onzekerheid bij mensen en bedrijven en daarmee aan sociaal welzijn.7
De investeringen zijn er ook op gericht om na de crisis vruchten af te werpen. Door verdienmodellen te ondersteunen in bijvoorbeeld digitalisering, woningbouw en verduurzaming wordt werkgelegenheid in de toekomst gestimuleerd.8
Het sociaal pakket9 dat in het herstelpakket is opgenomen, waarvoor het kabinet over de
jaren 2020–2022 cumulatief ongeveer € 1,4 miljard reserveert, richt zich voor een belangrijk deel op kwetsbare groepen. Hierbij stimuleert het kabinet onder andere een goede begeleiding van werk(loosheid) naar werk, en wordt € 150 miljoen ingezet om middels een waarborgfonds armoede en problematische schulden tegen te gaan.
Ten slotte houdt het kabinet vast aan de in het Klimaatakkoord vastgestelde ambities en het daaruit volgende transitiepad naar 2030.10 Door de afgesproken ambities te realiseren wordt bijgedragen aan sociale rechtvaardigheid tussen generaties en een groen herstel uit de huidige crisis.
Vraag 6
Sociale rechtvaardigheid is breder dan handelingsperspectieven met betrekking tot «Groen uit de crisis». Sociale rechtvaardigheid heeft ook te maken met het geheel van de sociaaleconomische verhoudingen, armoede, werkloosheid, woningbouw et cetera. Zwart-wit uitgedrukt: als gezinnen onder druk staan vanwege schulden en armoede, dan zullen zij weinig aandacht hebben om groen uit de crisis te komen. Kunt u aangeven op welke manier u sociale rechtvaardigheid met betrekking tot groen beleid in wilt bedden in het geheel van een sociaal-rechtvaardige samenleving?
Antwoord 6
In het antwoord op vraag 5 heb ik aangegeven hoe de crisis- en herstelmaatregelen van het kabinet kunnen bijdragen aan sociale rechtvaardigheid. Het is aan een volgend kabinet om aan te geven op welke manier het sociale rechtvaardigheid met betrekking tot groen beleid in wil bedden in het geheel van een sociaal-rechtvaardige samenleving.
Vraag 7
Ten slotte, religie en levensbeschouwing worden in de sociale wetenschappen gezien als mogelijke motivatoren voor groen beleid en voor sociale rechtvaardigheid. Kunt u aangeven hoe u deze relatie ziet en wat dat betekent voor uw beleid?
Antwoord 7
Motivaties van mensen verschillen. Religie en levensbeschouwing kunnen een drijfveer zijn om te handelen in lijn met groen beleid en sociale rechtvaardigheid. We verwelkomen inzichten voor het bevorderen van groene ontwikkeling en sociale rechtvaardigheid vanuit verschillende gezichtspunten.
Samenstelling commissie Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving:
Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Janssen (SP), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga). Meijer (VVD) (voorzitter), Moonen (D66), Nicolaï (PvdD), Prins (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Vendrik (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA) (ondervoorzitter)
Samenstelling commissie Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit:
Koffeman (PvdD), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA) (ondervoorzitter), N.J.J. van Kesteren (CDA), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga) (voorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Prins (CDA), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), Berkhout (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), vac. (PvdD)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33043-C.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.