33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 66 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2016

Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, de Rapportage Green Deal Duurzaamheid Vaste Biomassa 31. Deze Rapportage is tot stand gekomen in het kader van de Green Deal Rapportage Duurzaamheid Vaste Biomassa die in 2012 samen met partijen uit de energie- en biomassasector is afgesloten.

Green Deal Duurzaamheid Vaste Biomassa

De deelnemende partijen hebben afgesproken om jaarlijks te rapporteren over de kenmerken van de vaste biomassa die zij gebruiken voor energie. Het doel hiervan is meer transparantie te bieden over de duurzaamheid van vaste houtachtige biomassa voor energietoepassingen in Nederland. Tevens biedt de Green Deal aan de deelnemende partijen de mogelijkheid om ervaring op te doen met de certificering van de door hen gebruikte biomassa en het opstellen van rapportages hierover.

Alle grote energieproducenten hebben de Green Deal ondertekend. Daarnaast hebben de drie afvalverwerkers in Nederland die houtachtige stromen gebruiken voor energie en een achttal kleinere energieproducenten zich aangesloten bij de Green Deal. In totaal is hiermee ca. 70% van de in Nederland bedrijfsmatig ingezette houtige biomassa voor energieproductie in beeld gebracht.

Deze rapportage over 2014 onderscheidt zich van de eerdere twee rapportages, omdat (een deel van) de gegevens dit jaar voor het eerst op bedrijfsniveau worden gepresenteerd. Hiermee is invulling gegeven aan de motie van Kamerlid Dik-Faber waarin de regering verzocht werd om «met ingang van 2014 jaarlijks op bedrijfsniveau te rapporteren over de aard, herkomst en duurzaamheid van de bioenergie die energiebedrijven op de markt brengen» (Kamerstuk 32 813, nr. 65).

Resultaten Rapportage

De rapportage biedt inzicht in onder meer de aard en herkomst van de in 2014 ingezette biomassa, de gehanteerde certificeringsystemen om de duurzaamheid aan te tonen en de reductie in broeikasgasemissies ten opzichte van fossiele brandstoffen. Alle energieproducenten die de Green Deal hebben ondertekend, hebben gegevens aangeleverd. RVO.nl heeft de gegevens verzameld en verwerkt in deze rapportage.

De bedrijven zijn verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van de gegevens. Er is geen formele toets of verificatie van de gegevens geweest door de overheid. In totaal is in 2014 1.211 kiloton vaste biomassa ingezet. Dit is een aanzienlijke verlaging ten opzichte van 2013 (ca. 21%). De afname is voornamelijk te zien bij de pellets. Het verschil is te verklaren door een verminderde bij- en meestook in 2014 in kolencentrales (door het aflopen van subsidietermijnen) en een brand in een grote bioenergiecentrale, waardoor minder biomassa kon worden ingezet.

Bijna 68% van de gerapporteerde biomassa kwam in 2014 uit Nederland. Dit is een toename met ruim 12% (90.000 kton) ten opzichte van 2013. Vrijwel al het hout kwam uit westerse landen.

Van alle gerapporteerde vaste biomassa bestaat 40% uit gebruikt hout. Voor gebruikt hout zijn de duurzaamheidsrisico’s beduidend kleiner dan voor vers hout (omdat het hout eerder voor andere toepassingen is gebruikt).

In 2014 had 96% van de verstookte biomassa een duurzaamheidsaanduiding.

Dit is een forse verhoging ten opzichte van het percentage in 2013 (73%). Van de totale hoeveelheid vers hout was 52% gecertificeerd, een stijging van 15% ten opzichte van 2013.

De energieproducenten hebben daarnaast berekend wat de reductie in broeikasgasemissie is geweest als gevolg van de inzet van vaste biomassa (ten opzichte van fossiele brandstoffen). Gemiddeld komen de bedrijven met een reductie van 91% voor houtchips en 87% reductie voor pellets ruim boven de in de Green Deal geformuleerde doelstelling van een reductie met minimaal 60%.

Als energiebedrijven biomassa gaan bij- en meestoken in kolencentrales moeten ze rapporteren over de duurzaamheid hiervan. In het kader van deze Green Deal hebben partijen ervaring kunnen opdoen met dergelijke rapportages. Deze ervaringen zullen worden gebruikt bij het opzetten van de (toekomstige) rapportage van de bij- en meestook in kolencentrales.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven