33 037 Mestbeleid

Nr. 217 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2017

Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 4 april jl. is mij verzocht om informatie naar aanleiding van berichten over mestfraude (Handelingen II 2016/17, nr. 63, item 13). Met mijn brief van 9 mei 2017 (Kamerstuk 33 037, nr. 201) heb ik aan dit verzoek voldaan en heb ik gewezen op mijn eerdere aankondiging dat het kabinet op een later moment een reactie op het Syntheserapport Evaluatie Meststoffenwet van het PBL aan uw Kamer zal doen toekomen.

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft mij per brief van 31 mei jl. verzocht aan te geven of ik inzicht kan geven in de omvang van mestfraude in Nederland. Op dit moment heb ik geen aanvullende informatie ten opzichte van bovengenoemde brief van 9 mei jl.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven