32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid

Nr. 14 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2013

Fosfaat is een essentiële en onvervangbare grondstof. Zonder fosfaat geen voedsel en dus geen leven. Met fosfaat moeten we dus zuinig omgaan, want wereldwijd wordt fosfaat steeds schaarser en we verspillen veel, met alle milieugevolgen van dien. Op 4 oktober 2011 is een Ketenakkoord Fosfaatkringloop gesloten tussen 20 Nederlandse partijen uit bedrijfsleven, wetenschap, overheid en maatschappelijke instellingen met als doel om binnen twee jaar een (Europese) markt te creëren voor gerecycled fosfaat. Mijn voorganger heeft het ketenakkoord mede namens de bewindslieden van het toenmalige ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ondertekend.

Met het ketenakkoord wordt uitvoering gegeven aan een onderdeel van het grondstoffenbeleid van het vorige kabinet, zoals verwoord in de brief aan de Tweede Kamer van 15 juli 2011 (Kamerstuk 32 852, nr. 1), wordt mede bijgedragen aan de uitvoering van het mestbeleid, en het is een typerend voorbeeld van hoe een circulaire economie tot stand kan komen, welke ambitie in het huidige regeerakkoord «Bruggen slaan» is neergelegd.

Ik wil u bij deze op de hoogte stellen van de stand van zaken rond de uitvoering van het ketenakkoord. Dit mede namens de minister van I&M, de bewindslieden van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken, maar in feite ook mede namens de andere partijen die deelnemen aan de uitvoering van het Ketenakkoord Fosfaatkringloop.

Activiteiten van ketenpartijen veelbelovend

De partijen die het ketenakkoord hebben ondertekend en zich nadien hebben aangesloten, zijn verenigd in het Nutrient Platform. In de bijlage schetst het Nutrient Platform de door de ketenpartijen bereikte resultaten in het afgelopen jaar. Voor meer info over huidige leden, het ketenakkoord, de activiteiten en resultaten, verwijs ik u naar de website: www.nutrientplatform.org.

De gezamenlijke resultaten van de ketenpartijen in de uitvoering van het ketenakkoord, zoals genoemd in de bijlage1, acht ik veelbelovend. Er zijn reststromen gerecycled fosfaat verwerkt en in de kringloop teruggebracht. Ondernemers geven aan dat investeringen in verwerkingscapaciteit op stapel staan en dat afspraken in de keten rond aanvoer en afzet worden gemaakt. Ook werken ondernemers nauw samen in de keten en over sectorgrenzen heen om de markt op gang te brengen. Kennisinstellingen helpen hen om op basis van de laatst beschikbare kennis de juiste beslissingen te nemen over toe te passen technologieën en over te bewandelen verwerkingsroutes. Het initiatief ligt daarbij bij het bedrijfsleven. De (rijks)overheid faciliteert als gelijkwaardige partner door waar nodig en mogelijk partijen met elkaar te verbinden, zo nodig belemmeringen weg te nemen en/of randvoorwaarden te creëren.

De urgentie voor een Europese markt voor gerecycled fosfaat is groot. Dit wordt bevestigd door een recent afgerond onderzoeksrapport van HCSS dat in opdracht van mijn ministerie is uitgebracht over de ontwikkelingen op de wereldmarkt voor fosfaaterts.2 HCSS komt tot de conclusie dat de wereldmarkt voor primair fosfaaterts een reëel risico op grote(re) instabiliteit kent waardoor Europa – als importeur van fosfaaterts – kwetsbaar is voor prijsschommelingen en afnemende toegankelijkheid van deze voor de voedselproductie essentiële grondstof. HCSS beveelt aan in Europa in te zetten op zuiniger gebruik, meer recycling en een inclusieve strategie richting producerende landen (gericht op wederkerigheid).

Op 6 en 7 maart 2013 vindt een door het Nutrient Platform geïnitieerde Europese Conferentie over het fosfaatvraagstuk plaats in Brussel (www.espc2013.org). Op 12 november 2013 presenteren de ketenpartijen gezamenlijk de resultaten van hun inspanningen tijdens de volgende Innovatie-Estafette te Amsterdam.

In de bijlage schetsen de ketenpartijen verenigd in het Nutrient Platform dat nu al opmerkelijke successen worden geboekt in de creatie van een markt voor gerecycled fosfaat – mede door de goede samenwerking in de keten, over sectoren heen en tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen. Belangrijke initiatieven en processen zijn op gang gebracht in zowel de agro- als watersector, vertrouwen is versterkt tussen ketenpartijen. Dat vertrouwen is cruciaal voor bedrijven om te investeren in innovaties, om langdurige contracten te sluiten in de verwerking en nuttige toepassing van fosfaat.

Kabinetsinzet

A. Regelgeving

De overheid heeft bij de totstandkoming van het ketenakkoord toegezegd dat de regelgeving grondig wordt doorgelicht op specifieke belemmeringen die door de marktpartijen worden ervaren. Medio vorig jaar hebben partijen de resultaten van deze doorlichting besproken3. De belangrijkste knelpunten die daarbij naar voren zijn gekomen – voor zover deze nog niet zijn opgelost – en gezamenlijk door de ketenpartijen worden opgepakt, zijn de volgende:

  • 1. Innovatieve gerecyclede meststoffen passen niet in bestaande regelgeving

    Gerecyclede fosfaatmeststoffen zijn nog niet altijd erkend als toegelaten meststof die in Nederland en in Europa verhandeld mag worden. Voor de toelating van (gerecyclede) meststoffen, zoals struviet, wordt tot nu toe altijd gekeken naar de oorsprong van deze stoffen en niet naar de werking van de grondstof in producten en het milieu. Twee acties zijn in gang gezet:

    • De staatssecretaris van EZ heeft de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) gevraagd om advies uit te brengen hoe en onder welke voorwaarden de toelating van struviet op de Nederlandse markt categorisch geregeld kan worden, zonder telkens voor een struviet met andere afkomst en verwerkingstechniek een nieuwe toelatingsprocedure te moeten doorlopen. Het CDM-advies wordt naar verwachting nog dit voorjaar uitgebracht. Zo snel mogelijk daarna zal de Staatssecretaris van EZ hierover een definitief standpunt innemen en past zo nodig de regeling hierop aan.

    • De ministeries van EZ en I&M participeren – samen met Nederlandse en Europese stakeholders uit het bedrijfsleven – actief in de voorbereiding van de herziening van de Europese Meststoffenverordening, die het straks mogelijk maakt om binnen de Europese Unie primaire en secundaire meststoffen te verhandelen of in te zetten als grondstof voor kunstmestproductie mits aan eenduidige landbouwkundige en milieucriteria wordt voldaan. Het CDM-advies kan worden aangereikt aan de Europese Commissie zodat dit als input kan dienen voor het opstellen van criteria voor de EU-toelating van struviet.

  • 2. Wettelijke verplichting mestverwerking

    Partijen uit de land- en tuinbouw geven aan dat het nodig is om snel zekerheid te hebben over (de introductie van) de mestverwerkingverplichting om de mestverwerking op gang te brengen. De brief die mijn collega van Economische Zaken mede namens mij aan Uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstuk 33 322 nr. 8, dd. 18 januari 2013), geeft het traject hiervoor aan. De mestverwerkingplicht betreft een verplichting aan individuele veehouders om een percentage van het bedrijfsoverschot aan dierlijke mest te exporteren of zodanig te behandelen dat het eindproduct niet langer is aan te merken als dierlijke mest. Zoals reeds gemeld in de brief van 2 november 2012 (Kamerstuk 33 037 nr. 36) ondernemen wij daarnaast diverse acties om knelpunten weg te nemen en bieden wij handreikingen aan provincies en gemeenten om – rekening houdend met vigerende bevoegdheden en verantwoordelijkheden – vergunningprocedures voor mestverwerking waar mogelijk te versnellen.

  • 3. Legitimiteit verwaarding grondstoffen door waterschappen

    De waterschappen zijn momenteel succesvol in de verwaarding van fosfaat en wensen activiteiten op het vlak van o.a. duurzame recycling en verkoop afvalstoffen als grondstof verder uit te bouwen. Zij gaan daarbij uit van een duurzame taakopvatting, maar vragen zich af of deze wettelijk voldoende is geborgd. Het sluiten van kringlopen impliceert immers recycling en afzet van afvalstoffen als grondstof. De waterschappen hebben daarbij gewezen op een onderzoeksrapport van STOWA waarin wordt gepleit om deze nieuwe rol expliciet in de Waterschapswet/Waterwet op te nemen om discussies over de legitimiteit van dit soort innovatieve investeringen in de toekomst te voorkomen. Wij staan positief tegenover de activiteiten die de waterschappen op dit punt ondernemen zolang deze bijdragen aan duurzaamheid en doelmatigheid. De minister van I&M heeft toegezegd om in april Uw Kamer over de uitkomsten te informeren.

B. Kennis en Innovatie

Met de activiteiten van bedrijven en de oplossing van knelpunten in de regelgeving, zijn we er nog niet. De markt moet verder ontwikkeld worden. Meer partijen kunnen toetreden tot de markt voor gerecycled fosfaat, nieuwe hoogwaardige producten kunnen worden ontwikkeld met een hogere toegevoegde waarde. Via de topsectoren aanpak (waaronder de topsectoren Agro & food en Water) kan waar nodig ondersteuning worden geboden. Daarnaast zou het goed zijn als het fosfaatvraagstuk hoger op de agenda komt van Horizon 2020 (onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Commissie) en de EIP’s («European Innovation Partnerships») voor Water, Grondstoffen en Landbouw. Ons doel is immers om binnen heel Europa kennis en innovatie, gericht op versterking van de Europese markt voor gerecycled fosfaat, te stimuleren.

C. Europees en internationaal draagvlak

Cruciaal is dat in Europa een klimaat ontstaat waarin het normaal is dat gerecycled fosfaat als grondstof/meststof wordt gezien en toegepast. Daarvoor is bewustzijn en draagvlak noodzakelijk en is het de uitdaging om met het opgebouwde netwerk van Europese bedrijven, kennisinstellingen, NGO’s en overheden meer innovatiekracht te ontwikkelen om het fosfaatvraagstuk gezamenlijk op te lossen.

Daarom wordt op 6 en 7 maart aanstaande op initiatief van het Nederlandse Nutrient Platform de eerste European Sustainable Phosphorus Conference (ESPC 2013) georganiseerd. Onze gezamenlijke inzet is de oprichting van een Europees fosfaatplatform waarin het netwerk – en de markt voor gerecycled fosfaat – binnen Europa verder kan worden versterkt.

Tot slot is het onze inzet als kabinet om voor het wereldwijde fosfaatvraagstuk ook oplossingen te zoeken buiten Europa. Enerzijds om een stabiele markt voor gerecycled fosfaat te ontwikkelen naast een duurzame markt voor primair fosfaat. Anderzijds om onze kennis, ervaring en ondernemerschap elders (zoals in Ghana) in te zetten om ook daar de fosfaatkringloop zoveel mogelijk te sluiten. Het Nutrient Platform heeft hierin al interessante initiatieven ondernomen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), Risks and opportunities in the global phosphate market, december 2012. Rapport is te downloaden via: www.hcss.nl/reports.

X Noot
3

Het resultaat van de doorlichting is op de website van het Nutrient Platform gepubliceerd: www.nutrientplatform.org.

Naar boven