32 849 Mijnbouw

33 952 Schaliegas

Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2015

In het ordedebat van 27 oktober jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 16, Regeling van Werkzaamheden) heeft uw Kamer verzocht om een brief over hoe het kabinet uitvoering zal geven aan de motie Mulder c.s., waarin wordt verzocht om alle frackwerkzaamheden op te schorten in afwachting van de seismische risicoanalyse en de wijziging van de Mijnbouwwet (Kamerstuk 34 300 XIII, nr. 30). Hierbij geef ik invulling aan dit verzoek.

Op dit moment zijn frackactiviteiten in het algemeen opgenomen in het winningsplan als onderdeel van doelmatige winning en planmatig beheer. Dat betekent dat voor het feitelijk fracken geen wijziging van het winningsplan en dus geen instemmingsprocedure benodigd is. Wel gelden de algemene regels van de Mijnbouwregeling, het Besluit algemene regels mijnbouw milieu (hierna: Barmm) en het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: Arbo-besluit). Deze algemene regels vereisen het indienen van het veiligheids- en gezondheidsdocument (hierna: VG-document) op grond van het Arbo-besluit, een werkprogramma ingevolge de Mijnbouwregeling en het doen van een melding in het kader van het het Barmm. Het instrument dat voor risico-identificatie en -beheersing wordt gebruikt bij onder andere frackactiviteiten is het VG-document. Dit VG-document bevat een risicoanalyse specifiek gericht op de activiteit fracken op de bewuste locatie voor de omgeving. Hiermee zijn de aspecten als veiligheidseffecten door bodembeweging toereikend gereguleerd.

Voorop staat dat fracken alleen mag plaatsvinden als de veiligheid gegarandeerd is. Ik besef dat de motie voortkomt uit de zorg die in de samenleving bestaat over fracken. In bovenstaande heb ik aangegeven hoe de risicobeoordeling voor fracken procedureel is vastgelegd. Fracken kan binnen deze werkwijze alleen plaatsvinden wanneer aan alle (veiligheids-)eisen is voldaan. Toch acht ik het van belang dat er vanuit het oogpunt van transparantie, een procedure komt waarin het voor een ieder helder is hoe de risico’s in kaart zijn gebracht en beoordeeld. Daarom kies ik er voor om fracken en de daarbij horende risicoanalyse expliciet onderdeel te maken van het winningsplan.

Wetswijziging

Om die reden zal ik artikel 35 van de Mijnbouwwet zodanig aanpassen dat voor het uitvoeren van frackactiviteiten in de toekomst expliciet een wijziging van het winningsplan benodigd is. Deze aanpassing is onderdeel van het wetsvoorstel naar aanleiding van de kabinetsreactie het rapport «Aardbevingsrisico’s in Groningen» van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, dat ik op korte termijn bij uw Kamer zal indienen (Kamerstuk 33 529, nr. 143).

In het artikel wordt een toevoeging opgenomen met betrekking tot de «met winning verband houdende activiteiten». Hieronder vallen primair stimulatietechnieken om de doorstroombaarheid van het reservoir te verbeteren. Het (gewijzigd) winningsplan behoeft mijn instemming, waardoor de procedure wordt afgerond met een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld. Door frackactiviteiten onderdeel van het winningsplan uit te laten maken, wordt in toekomstige procedure voor frackactiviteiten advies gevraagd aan gemeenten, provincies en waterschappen. Ook Staatstoezicht op de Mijnen, de Technische Commissie Bodembeweging en waar nodig de Mijnraad brengen advies uit over het (gewijzigd) winningsplan. De specifieke risicoanalyse voor fracken zoals nu opgenomen in het VG-document, wordt na de wetswijziging onderdeel van de procedure voor het (gewijzigd) winningsplan.

Wel wil ik nogmaals benadrukken dat de risicoanalyse in het VG-document met betrekking tot fracken een andere risicoanalyse is dan de seismische risicoanalyse waarnaar in de motie verwezen wordt. Vooruitlopend op de wijziging van de Mijnbouwwet wordt bij nieuwe winningsplannen om een seismische risicoanalyse gevraagd. Deze seismische risicoanalyse is verbonden aan de winning (compactie), niet aan de activiteit fracken.

Actualiteit

De motie raakt de frackactiviteiten op de bestaande gaswinningslocaties in Den Velde in de gemeente Hardenberg en in Saaksum in de gemeente Zuidhorn. Voor het fracken op de locatie Den Velde is de juridische procedure afgerond en zijn de werkzaamheden gestart. Voor de locatie Saaksum is de procedure afgerond op het publiceren van de kennisgeving behorende bij de Barmm-melding na. De Barmm-melding voldoet aan de eisen voor indiening. Staatstoezicht op de Mijnen heeft het VG-document met betrekking tot Saaksum in samenhang met het werkprogramma beoordeeld en heeft de in het VG-document opgenomen risicoanalyse voldoende bevonden. Het fracken kan derhalve veilig plaatsvinden. Om de betrokken gemeenten en de provincie Groningen te informeren over deze risicoanalyse is de beschikbare documentatie ter informatie toegestuurd.

Gelet op de fase waarin de frackactiviteiten op Den Velde en Saaksum zich bevinden (de benodigde procedures zijn doorlopen), is er geen juridische grondslag om de activiteiten op te schorten. Voor beide locaties is een specifieke risicoanalyse uitgevoerd die gericht is op de activiteit fracken en specifiek ziet op de locatie waar de activiteit wordt uitgevoerd. Daaruit blijkt dat de veiligheid niet in het geding is.

Voor nieuwe frackactiviteiten zal waar mogelijk vooruitlopend op de inwerkingtreding conform de voorgenomen wijziging in de Mijnbouwwet worden gehandeld door een instemmingsprocedure te hanteren waarbij provincie, gemeente en waterschappen om advies worden gevraagd.

Tot slot merk ik op dat in de motie wordt aangegeven dat de regering onderzoek laat doen naar de huidige toepassing van fracken in Nederland, onder meer naar de borging van veiligheid en de grondwaterkwaliteit. Niet helder is welk onderzoek hier wordt bedoeld. Er is geen dergelijk onderzoek dat in opdracht van mijn ministerie wordt uitgevoerd.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven