Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2020
Het lid Koerhuis (VVD) heeft tijdens het Wetgevingsoverleg over het Jaarverslag en
de Slotwet van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2019 op
23 juni 2020 een motie ingediend over het programma aardgasvrije wijken. Ik heb de
motie (Kamerstuk 35 470 VII, nr. 9) toen ontraden. Inmiddels is de motie gewijzigd en staat deze op de stemmingslijst
voor heden (Kamerstuk 35 470 VII, nr. 12). Graag geef ik mijn appreciatie van deze gewijzigde motie.
In de motie verzoekt het lid Koerhuis om op korte termijn een tussentijdse evaluatie
uit te voeren van het programma aardgasvrije wijken, en het programma aan te passen
gebaseerd op de kritiek van de Algemene Rekenkamer en de resultaten van de evaluatie
als die daarvoor aanleiding geeft. Tevens verzoekt de motie om de Tweede Kamer hierover
te informeren vóór het Algemeen Overleg Klimaatakkoord gebouwde omgeving en de tweede
tranche van het programma.
Ik ben hiertoe bereid en zal, indien de motie wordt aangenomen, een tussentijdse evaluatie
uitvoeren waarbij ik rekening zal houden met de bevindingen van de Algemene Rekenkamer.
Ik zal uw Kamer hierover vóór 1 oktober 2020 berichten zodat deze evaluatie betrokken
kan worden bij het nog in te plannen Algemeen Overleg Klimaatakkoord gebouwde omgeving.
Ik hecht er hierbij wel aan dat eerder gemaakte afspraken worden nakomen. De vereisten
en beoordelingscriteria voor de tweede tranche proeftuinen zijn immers mede tot stand
gekomen op basis van de evaluatie van de eerste tranche proeftuinen die met uw Kamer
is gedeeld en besproken tijdens het Algemeen Overleg van 3 juli 2019 (Kamerstuk 31 490, nr. 257). Op basis hiervan heb ik de vereisten voor de tweede tranche aangescherpt om te
borgen dat de aanvragen van deze nieuwe proeftuinen van goede kwaliteit zijn, zoals
ten aanzien de onderbouwing van de businesscases voor de verschillende stakeholders
en de vormgeving van de participatie met de bewoners. Ook is een afschrift van de
brief aan de gemeenten over de tweede tranche van 19 november 2019 gedeeld met uw
Kamer (Kamerstuk 32 847, nr. 580).
Inmiddels hebben 71 gemeenten een aanvraag voor een proeftuin ingediend. Deze gemeenten
hebben in de afgelopen maanden samen met hun stakeholders veel tijd en energie gestoken
in het opstellen van een aanvraag in de verwachting, zoals ook met gemeenten gecommuniceerd,
dat de selectie en toekenning van een rijksbijdrage voor circa 25 proeftuinen rond
1 oktober 2020 zal plaatsvinden.
Uiteraard ben ik bereid op basis van de tussentijdse evaluatie en het overleg met
de Kamer te bezien of er aanleiding is tot aanpassingen in het programma aardgasvrije
wijken en de wijze waarop de monitoring van de voortgang en de leerervaringen zal
plaatsvinden.
Op basis van het bovenstaande laat ik het oordeel over de motie aan uw Kamer.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren