TOELICHTING
Inleiding
Op 31 augustus 2017 lopen de vergunningen af die de Minister van Economische Zaken
heeft verleend voor commerciële radio-omroepen. Het gaat om vergunningen voor gebruik
van het spectrum in de AM-band (middengolf 526,5–1606,5 kHz), de FM-Band (87,5–108
MHz) én vergunningen voor digitale ether-distributie (174–230 MHz) via DAB+. De regering
is, na overleg met de Tweede Kamer, voornemens de vergunningen na 31 augustus 2017
voor vijf jaar te verlengen tot 2022 en deze verlenging gepaard te laten gaan met
een verruiming van de eigendomsbeperkingen. Dit besluit strekt ertoe die verruiming
met ingang van 1 januari 2016 te regelen door aanpassing van de Regeling aanwijzing
en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 (Regeling AGF).
Oorsprong gebruiksbeperkingen
Belangrijk uitgangspunt bij de verdeling van schaarse frequentieruimte is het waarborgen
van diversiteit, zowel wat betreft programma-aanbieders (pluraliteit) als het programma-aanbod
(pluriformiteit). Pluraliteit kan worden gewaarborgd door de toegang tot de ether
open te stellen voor in beginsel zo veel mogelijk verschillende programma-aanbieders.
Uitgangspunt daartoe is de hoofdregel van artikel 6.24, eerste lid, Mediawet 2008:
eenzelfde omroepinstelling kan niet meer dan één FM-frequentie of samenstel van FM-frequenties
gebruiken. Op deze hoofdregel kunnen echter bij ministeriële regeling uitzonderingen
gemaakt worden als dat vanuit een oogpunt van doelmatig frequentiegebruik wenselijk
is. Op deze wijze beoogde de wetgever de diversiteit van het commerciële radio-aanbod
te waarborgen door het voorkomen van concentratie van te veel frequentieruimte in
één hand. Tegelijkertijd wilde de wetgever de mogelijkheid van afwijkingen van de
hoofdregel in het belang van doelmatig frequentiegebruik open houden. In het kader
van de uitgifte van de beschikbare frequentieruimte in 2003 heeft de Tweede Kamer
de regering gevraagd ter vergroting van de diversiteit van het radioaanbod het mogelijk
te maken dat eenzelfde instelling maximaal twee zenders mag verwerven.1 Aan deze wens is toen aldus uitvoering gegeven, dat via de Regeling AGF is bepaald
dat eenzelfde commerciële omroepinstelling niet meer dan twee landelijke FM-frequenties
of samenstellen van FM-frequenties mag gebruiken, waarvan er één geclausuleerd is.
Deze uitzondering op de hoofdregel betekent een verruiming van de exploitatiemogelijkheden,
omdat het binnen grenzen is toegestaan dat eenzelfde commerciële omroepinstelling
meer dan één FM-frequentie of samenstel van FM-frequenties gebruikt. Tegelijkertijd
paste deze verruiming bij het bereiken van een voldoende divers commercieel radio-aanbod.
Ontwikkelingen in radioland
De radiomarkt is door de jaren tamelijk stabiel gebleven, maar is wel onderdeel van
een grotere en dynamische mediamarkt. De opkomst van het internet integreert diverse
media, waaronder radio, en heeft de verhoudingen – met name in de advertentiemarkt,
de primaire inkomstenbron voor commerciële radiozenders – veranderd. In 2003, bij
de oorspronkelijke verdeling, werd er nog muziek geluisterd via de radio, de CD en
een enkele betaalde download, die bovendien slecht overdraagbaar was op mobiele spelers.
Nu is het aanbod aan zenders en ontvangstmogelijkheden, mede door de opkomst van internet,
DAB+ en streamingdiensten, zeer breed en dit zal naar verwachting nog verder toenemen.
In algemene zin is de definitie ‘radio’ aan verandering onderhevig. Streaming muziekdiensten
bieden immers ook radiostations gebaseerd op persoonlijke voorkeur, genre of artiest.
Via nieuwe initiatieven kunnen luisteraars zelf nieuws en informatie over het weer
toevoegen aan een muziekmix. Daarnaast zetten radiostations steeds meer in op Visual
Radio (radio met omlijsting op televisie). De definitie van radio is dus breder geworden
dan lineaire zenders die via de FM worden aangeboden.
Het aanbod van nieuws, opinie, (nieuwe) muziek en entertainment voor de luisteraar
is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Al dit aanbod komt naast de klassieke analoge
infrastructuren (AM, FM en analoge kabel) in toenemende mate via het internet en Dab+
tot ons.2 De luisteraars weten daarnaast ook de digitale kabel steeds beter te vinden. Tegelijkertijd
verandert, met name onder jongeren, de mediaconsumptie. Het gebruik van radio is gedaald
met 17% ten gunste van ‘beeld’. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren
zal voortzetten. Tevens verschuift het gebruik van media-aanbod steeds meer naar non-lineair
(luisteren wanneer je wilt).
Sinds het verstrekken van de vergunningen in 2003 zijn de commerciële radiostations
steeds verder uitgegroeid tot professionele bedrijven die vaak, zeker de landelijke,
deel uit maken van grote multimediale bedrijven. Zij zijn onderdeel van een bedrijfsstrategie
die om meer draait dan de positie, omzet en winstcijfers van enkel de radiozender.
De radiozender is dus één, maar zeker niet het enige, distributiekanaal om luisteraars
te bereiken en dus inkomsten te genereren. Waar vroeger radio het primaire ‘product’
was, zoeken stations nu naar schaalvoordelen en ontplooien zij tal van activiteiten,
zoals televisie, magazines en evenementen, om luisteraars aan zich te binden en zo
waar mogelijk de inkomsten verder te vergroten.
Verruiming eigendomsbeperkingen
De eigendomsbeperkingen beogen concentratie van het gebruik van FM-frequenties op
de commerciële radiomarkt te voorkomen indien dat zou leiden tot beperking van de
mogelijkheden van andere radio-omroepinstellingen en daarmee de onderlinge concurrentie
(mede op de advertentiemarkt) zou beperken.3 Uitgaande van schaarste aan frequentieruimte brengt doelmatig frequentiegebruik mee
dat zo veel mogelijk partijen in onderlinge concurrentie tot rendabele exploitatie
van frequentieruimte kunnen komen. Het voorkomen van te grote concentratie van frequentieruimte
dient tevens een ander aspect van doelmatig frequentiegebruik: het waarborgen van
pluraliteit en pluriformiteit, samengevat in het begrip diversiteit. Daaronder wordt
verstaan diversiteit naar aanbieders van commerciële radio en diversiteit in het commerciële
radio-aanbod. Belangrijke doelstelling bij de verdeling van schaarse frequentieruimte
is dan ook het waarborgen van diversiteit, zowel wat betreft programma-aanbieders
(pluraliteit) als het programma-aanbod (pluriformiteit). Als uitgangspunt daarvoor
geldt de hoofdregel van artikel 6.24 Mediawet 2008: eenzelfde omroepinstelling kan
niet meer dan één FM-frequentie of samenstel van FM-frequenties verwerven.4 De wetgever heeft niettemin de mogelijkheid open gehouden om daarvan af te wijken
als ontwikkelingen meebrengen dat met de hoofdregel niet langer doelmatig frequentiegebruik
is gediend.
In de vorige paragraaf zijn de ontwikkelingen in het aanbod op de radiomarkt beschreven.
Op basis daarvan kan gesteld worden dat er vandaag de dag in ruime mate sprake is
van een pluriform aanbod door toename van distributiemethoden en aanbod. Daarnaast
is de verwachting dat door toename van mobiel breedband en digitalisering via DAB+
de toegang onderweg tot een groter aanbod alleen nog maar verder zal stijgen. De verwachting
is zelfs dat door meer ruimte te geven aan ondernemerschap het programma-aanbod beter
afgestemd wordt op de behoeften van de luisteraar. Tot slot wordt onderscheidend aanbod
natuurlijk ook gerealiseerd door de Nederlandse Publieke Omroep. Dat leidt tot de
conclusie dat de bestaande eigendomsbeperking voor landelijke commerciële radio-omroep
voor de FM niet langer noodzakelijk is. Daarnaast biedt een verruiming van de bestaande
eigendomsbeperking commerciële radio-ondernemingen meer mogelijkheden frequentieruimte
doelmatiger en op een bedrijfsmatig verantwoord rendabele manier te exploiteren door
die exploitatie onder te brengen in een groter geheel van activiteiten en het combineren
van meer frequentieruimte.
In het Algemeen Overleg Telecommunicatie van 2 juli jl. is met de Tweede Kamer gesproken
over de toekomst van de vergunningen voor commerciële radio-omroepen die op 31 augustus
2017 aan het eind van hun looptijd komen.5 De Tweede Kamer heeft bij die gelegenheid de regering via een motie gevraagd de vergunningen
te verlengen en tevens de eigendomsbeperkingen te verruimen.6 Bij brief van 1 september 2015 heeft de regering de Tweede Kamer geïnformeerd over
de wijze waarop zij omgaat met de wensen van de Kamer.7 De Tweede Kamer heeft deze wensen herhaald in een motie die is ingediend tijdens
de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Mediawet 2008 in verband
met het toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst.8 Gevraagd is om een verruiming van de eigendomsbeperkingen van landelijke radiokavels
van maximaal één ongeclausuleerd en één geclausuleerd kavel naar maximaal vier kavels
via een ministeriële regeling per 1 januari 2016 te regelen. Deze tussentijdse verruiming
is juridisch mogelijk, omdat de huidige beperkingen niet in de vergunning, maar in
wet- en regelgeving zijn vastgelegd. De verruiming tast het object van de vergunningen
niet aan en kan dus ingevoerd worden tijdens de looptijd van de vergunningen.
Op grond van het voorgaande zijn er gegronde redenen om vanuit het oogpunt van doelmatig
frequentiegebruik tot een verdere verruiming van de eigendomsbeperkingen over te gaan.
Daarbij wil het kabinet aansluiten bij de wens van de Tweede Kamer door te regelen
dat eenzelfde partij maximaal vier landelijke FM-frequenties of samenstel van FM-frequenties
mag gebruiken.
Bedrijfseffecten
Uitzonderingen op de hoofdregel van de wet betekenen een verruiming van de exploitatiemogelijkheden,
omdat het binnen grenzen wordt toegestaan dat eenzelfde commerciële omroepinstelling
meer dan één FM-frequentie of samenstel van FM-frequenties gebruikt. Door het verruimen
van de eigendomsbeperkingen wordt het mogelijk voor radioconcerns om meer radiostations
onder één paraplu te brengen door een fusie of overname of door overdracht van de
vergunning. Daarmee is het onder meer mogelijk efficiëntievoordelen en daardoor meer
opbrengsten te behalen. Dit kan bijdragen aan de ontwikkeling van en investeringen
in digitaliseringsplannen en in investeringen in de programmering. Ook is het niet
waarschijnlijk dat bedrijven die meerdere radiostations onder een paraplu brengen,
hetzelfde aanbod bieden. Dat immers leiden tot kannibalisatie. Juist met meer stations
binnen een concern kan ook diversiteit van het aanbod worden bevorderd.
Consultatie
In december 2015 is voor deze regeling een korte internetconsultatie gehouden. Er
zijn in totaal dertien reacties binnengekomen. Deze waren afkomstig van houders van
vergunningen voor landelijke commerciële radio-omroep, houders van vergunningen voor
niet-landelijke commerciële radio-omroep en van andere belangstellenden waaronder
– volgens dezen – potentiële toetreders tot de radiomarkt.
Een aantal partijen, met name landelijke commerciële vergunninghouders, verwelkomt
de voorgenomen verruiming van de eigendomsbeperkingen. Zij benadrukken ook het belang
om deze wijziging snel door te voeren. Andere partijen, met name vergunninghouders
voor niet-landelijke commerciële radio, merken op dat de overheid met deze regeling
schaarste op de (landelijke) FM-markt creëert en dat het level playing field tussen
landelijke en niet-landelijke commerciële radio wordt verstoord. Zij zijn van mening
dat ook de (eigendoms)regels voor niet-landelijke radiopartijen zouden moeten worden
versoepeld, bijvoorbeeld door het afschaffen van de verboden kavelcombinaties. Met
betrekking tot dit laatste punt roepen diverse andere belangstellenden juist op om
de eigendomsregels in de niet-landelijke commerciële radiodomein ongemoeid te laten.
Naar aanleiding van deze inbreng wordt opgemerkt dat de onderhavige regeling alleen
betrekking heeft op een verruiming van de eigendomsbeperkingen die op dit moment gelden
voor het gebruik van FM-frequenties of een samenstel van FM-frequenties aangewezen
voor landelijke commerciële radio-omroep.
Diverse partijen geven ook aan dat het afschaffen van de eigendomsbeperkingen de pluriformiteit
van het radio-aanbod aantast, alleen maar tot meer winsten leidt en geen betere programma’s
oplevert.
Naar aanleiding van deze inbreng kan erop worden gewezen dat de Nederlandse radiomarkt
al behoorlijk divers is. Er zijn veel stations, landelijk, regionaal en lokaal, zowel
met een commerciële als met een publieke basis, die gebruik maken van diverse infrastructuren
(ether, kabel en internet). Zoals elders in deze toelichting wordt uitgelegd, hebben
zich de afgelopen jaren veel ontwikkelingen in het radiolandschap en het luistergedrag
voorgedaan. Met de komst van nieuwe digitale distributietechnieken (digitale kabel,
internetradio, DAB+) is de diversiteit verder toegenomen. Het luistergedrag verandert
door de komst van nieuwe diensten (iTunes, YouTube, Spotify, Soundcloud). Hierdoor
is een grote diversiteit in het radio-aanbod ontstaan. De wijziging die met de onderhavige
regeling mogelijk wordt gemaakt zal dan ook naar verwachting de diversiteit niet schaden.
In een van de reacties is gewezen op mogelijke consequenties van de verruiming van
de eigendomsbeperkingen voor een eventuele veiling.
Naar aanleiding van deze inbreng dient hier ter verduidelijking dat indien een veiling
van de FM-frequenties aan de orde mocht komen, de consequenties van eigendomsbeperkingen
voor de veilingregels uiteraard zullen worden beoordeeld.
Ten slotte is door een aantal partijen opgemerkt dat de consultatietermijn erg kort
was.
Gelet op de beoogde datum van inwerkingtreding (1 januari 2016) was een korte consultatieperiode
echter noodzakelijk. Ondanks de korte termijn is er toch een substantieel aantal reacties
ontvangen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen gevolgen voor de rijksbegroting.
Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
Het Commissariaat voor de Media is gevraagd de onderhavige wijziging van de Regeling
AGF te toetsen op uitvoerings- en handhavingsaspecten. Volgens het Commissariaat geeft
de wijziging van de Regeling AGF geen aanleiding tot het maken van specifieke opmerkingen
vanuit een oogpunt van uitvoering en toezicht.
Administratieve lasten
Uit deze wijziging van de Regeling AGF vloeien geen administratieve lasten voort.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker