Besluit van 20 maart 2012, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 2 juli 2009 tot wijziging van de Woningwet (vereenvoudiging en herschikking grondslagen lagere regelgeving) (Stb. 2009, 324) zoals deze is gewijzigd bij de wet van 29 april 2010 tot kleine wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van de volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer (Stb. 2010, 187), van een aantal onderdelen van de Reparatiewet BZK op het terrein van het wonen, en van het Bouwbesluit 2012 met uitzondering van de afdelingen 2.16, 5.2 en 6.12 en artikel 5.2

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 maart 2012, nr  2012-0000160347, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op artikel III van de wet van 2 juli 2009 tot wijziging van de Woningwet (vereenvoudiging en herschikking grondslagen lagere regelgeving) (Stb. 2009, 324) zoals gewijzigd bij de wet van 29 april 2010 tot kleine wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van de volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer (Stb. 2010, 187), artikel VI, tweede lid, van de Reparatiewet BZK op het terrein van het wonen, en artikel 9.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De wet van 2 juli 2009 tot wijziging van de Woningwet (vereenvoudiging en herschikking grondslagen lagere regelgeving) (Stb. 2009, 324), zoals deze is gewijzigd bij de wet van 29 april 2010 tot kleine wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer (Stb. 2010, 187) treedt in werking met ingang van 1 april 2012.

Artikel 2

De artikelen IV en V, onderdelen A tot en met H en J, van de Reparatiewet BZK op het terrein van het wonen treden in werking met ingang van 1 april 2012.

Artikel 3

Het Bouwbesluit 2012 treedt, met uitzondering van de afdelingen 2.16, 5.2 en 6.12 en artikel 5.2, in werking met ingang van 1 april 2012.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 maart 2012

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

Uitgegeven de zevenentwintigste maart 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit strekt tot vaststelling van het tijdstip waarop het Bouwbesluit 2012 en de voor het Bouwbesluit 2012 noodzakelijke wijzigingen van de Woningwet in werking treden.

Op dit tijdstip treden bovendien de verder voor de nieuwe bouwregelgeving relevante besluiten en regelingen in werking. In deze besluiten en één van deze regelingen is bepaald dat de inwerkingtreding plaatsvindt op het tijdstip bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012. Voor een overzicht van deze regelgeving wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting op artikel 3.

Genoemd tijdstip is 1 april 2012.

Met de datum van 1 april 2012 wordt wat betreft de wetswijzigingen en de besluiten afgeweken van het systeem van de vaste verandermomenten. Zoals ook in de toelichting op de besluiten is aangegeven is voor de datum van 1 april 2012 gekozen omdat bij de eerder voorgenomen inwerkingtreding van 1 januari 2012 niet kon worden voldaan aan de voorwaarde van een redelijke invoeringstermijn en de doelgroepen gebaat zijn bij een spoedige inwerkingtreding van de nieuwe bouwregelgeving.

Artikelsgewijs

Artikel 1

De wet van 2 juli 2009 tot wijziging van de Woningwet (vereenvoudiging en herschikking grondslagen lagere regelgeving) (Stb. 2009, 324), zoals deze is gewijzigd bij de wet van 29 april 2010 tot kleine wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer (Stb. 2010, 187), geeft de grondslag voor het Bouwbesluit 2012.

Artikel 2

Met de artikelen IV en V met uitzondering van onderdeel I van de Reparatiewet BZK op het terrein van het wonen (wet van 25 februari 2012, Stb. 2012, 89) worden enkele voor de invoering van het Bouwbesluit 2012 relevante redactionele en wetstechnische wijzigingen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en in de Woningwet aangebracht.

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 9.4 van het besluit van 29 augustus 2011 houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken (Bouwbesluit 2012) (Stb. 2011, 416, zoals gewijzigd met Stb. 2011, 676), treedt het Bouwbesluit 2012 met uitzondering van de afdelingen 2.16, 5.2 en 6.12 en artikel 5.2 in werking met ingang van 1 april 2012.

In artikel 3 van dit inwerkingtredingsbesluit is de datum van inwerkingtreding van het besluit van 29 augustus 2011 ( Stb. 2011, 416) bepaald.

Het besluit van 22 december 2011, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende correcties en enkele vereenvoudigingen van het Bouwbesluit 2012 ( Stb. 2011, 676) treedt met uitzondering van onderdeel XX eveneens in werking op 1 april 2012 omdat in artikel II, eerste lid, van genoemd besluit is bepaald dat genoemd besluit, met uitzondering van onderdeel XX, in werking treedt op het tijdstip bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012.

Verder treden op 1 april 2012 in werking:

De Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 december 2011, nr. 2011-2000589667, tot vaststelling van nadere voorschriften voor bouwwerken (Regeling Bouwbesluit 2012) (Stcrt. 2011, 23914). In artikel 6.2 van deze regeling is voor de inwerkingtreding naar artikel 9.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 verwezen;

Het Aanpassingsbesluit Bouwbesluit 2012 (Besluit tot wijziging van diverse algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoering van het Bouwbesluit 2012) met uitzondering van hoofdstuk 3, de artikelen 2, 3, 9 en 10. In hoofdstuk 6 van genoemd besluit is bepaald dat de inwerkingtreding, met uitzondering van hoofdstuk 3, de artikelen 2, 3, 9 en 10, plaatsvindt op het in artikel 9.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 bedoelde tijdstip.

De inwerkingtreding van hoofdstuk 3, de artikelen 2, 3, 9 en 10, vindt plaats nadat de nahang van vier weken is verstreken, dit zal naar verwachting medio april 2012 zijn;

De Aanpassingsregeling Bouwbesluit 2012 (regeling tot wijziging van diverse regelingen in verband met de invoering van het Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit 2012). In deze regeling is voor de inwerkingtreding naar artikel 9.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 verwezen. In de Aanpassingsregeling Bouwbesluit 2012 is ook de inwerkingtredingsbepaling van de wijziging van Regeling omgevingsrecht (Mor) (Stcrt. 2011, 21436) overeenkomstig aangepast.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

Naar boven