Wet van 25 februari 2012 tot intrekking van de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing en het redactioneel en wetstechnisch wijzigen van enkele wetten op het terrein van het wonen (Reparatiewet BZK op het terrein van het wonen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing in te trekken en enkele wetten op het terrein van het wonen redactioneel en wetstechnisch te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

  • 1. De Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing wordt ingetrokken.

  • 2. Na inwerkingtreding van deze wet berusten de ministeriële regelingen die op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van dit artikel berustten op de algemene maatregel van bestuur, vastgesteld krachtens artikel 9, eerste lid, van de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing op artikel 87 van de Woningwet.

ARTIKEL II

De Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 10, eerste lid, wordt »waarvan de eigenaar beschikt over» vervangen door «waarvoor de eigenaar» en wordt na «energieprestatiecertificaat» ingevoegd: aan de huurder heeft verstrekt of indien dat niet het geval is daartoe op grond van die regels wel verplicht was,.

B

In artikel 13, vijfde lid, derde volzin, vervalt «beschikt over» en wordt na «energieprestatiecertificaat» ingevoegd: aan de huurder heeft verstrekt.

ARTIKEL III

De wet van 7 april 2011 tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (wettelijke grondslag verschillende waardering energieprestaties huurwoningen) (Stb. 2011, 191) wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel IB wordt «gegevens» vervangen door «gegeven» en wordt na «overeenkomstig de op grond van artikel 10, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte gegeven regels» ingevoegd: omtrent de waardering van de energieprestatie van die woning.

B

In artikel IC wordt «tot stand is gekomen» vervangen door «is ingegaan» en wordt na «verstrekt» ingevoegd: of indien dat niet het geval is daartoe op grond van die regels wel verplicht was.

ARTIKEL IV

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.2, eerste lid, vervalt onderdeel a.

B

In artikel 6.1, tweede lid, onderdeel a, vervalt: a,.

ARTIKEL V

De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d komt te luiden:

d. omgevingsvergunning:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;.

2. In de onderdelen n en o wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van dat bouwwerk.

B

In artikel 1b, eerste en vierde lid, wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van een bouwwerk.

C

In artikel 6, eerste lid, wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van een bouwwerk.

D

In artikel 7, eerste lid, wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van een bouwwerk.

E

Artikel 7b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «een omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van een bouwwerk.

2. In het derde lid wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van een bouwwerk.

F

Artikel 8, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning is vereist, met uitzondering van bouwwerken die naar aard en omvang gelijk zijn aan een bouwwerk waarvoor op grond van artikel 2.1, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een dergelijke vergunning niet is vereist, en.

G

In artikel 12, eerste lid, onderdeel a, wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van dat bouwwerk.

H

Artikel 12a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van een bouwwerk.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van die bouwwerken.

I

Na artikel 86 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 87

Onze Minister kan volgens bij ministeriële regeling gegeven voorschriften geldelijke steun verlenen voor doeleinden, de volkshuisvesting betreffende, voor zover het geldelijke steun betreft welke onmiddellijk voorafgaand aan 22 december 2000 in een ministeriële regeling was geregeld, die met ingang van die datum is komen te berusten op de algemene maatregel van bestuur, vastgesteld krachtens artikel 9, eerste lid, van de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing zoals die wet onmiddellijk voorafgaand aan haar intrekking luidde.

J

In artikel 101a wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd: voor het bouwen van een bouwwerk.

ARTIKEL VI

  • 1. De artikelen I, II, III en V, onderdeel I, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, waarbij de artikelen II en III terugwerken tot en met 1 juli 2011.

  • 2. De artikelen IV en V, onderdelen A tot en met H en J, treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL VII

Deze wet wordt aangehaald als: Reparatiewet BZK op het terrein van het wonen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 25 februari 2012

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

Uitgegeven de negende maart 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 102

Naar boven