35 200 IV Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2018

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV) EN HET BES-FONDS (H) 2018

Aangeboden 15 mei 2019

Gerealiseerde uitgaven verdeeld over de beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln). Totaal € 623.079.000,–.1

Gerealiseerde uitgaven verdeeld over de beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln). Totaal € 623.079.000,–.

1 Door het afronden van de bedragen in miljoenen per artikel, kan er een afrondingsverschil in het totaal op hoofdstukniveau ontstaan.

Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 53.814.000,–.1

Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 53.814.000,–.

1 Door het afronden van de bedragen in miljoenen per artikel, kan er een afrondingsverschil in het totaal op hoofdstukniveau ontstaan.

Inhoudsopgave

       

A.

ALGEMEEN

4

 

1.

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening voor Koninkrijksrelaties

4

 

2.

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening voor het BES-fonds

6

 

3.

Leeswijzer

8

       

B.

BELEIDSVERSLAG KONINKRIJKSRELATIES

12

 

4.

Beleidsprioriteiten

12

 

5.

Beleidsartikelen

19

   

Artikel 1. Waarborgfunctie

19

   

Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

22

   

Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

28

   

Artikel 8. Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse eilanden

30

 

6.

Niet-beleidsartikelen

35

   

Artikel 6. Apparaat

35

   

Artikel 7. Nominaal en onvoorzien

37

 

7.

Bedrijfsvoeringparagraaf

38

       

C.

BELEIDSVERSLAG BES-FONDS

39

 

8.

Beleidsprioriteiten

39

 

9.

Beleidsartikel

40

   

Artikel 1. BES-fonds

40

 

10.

Bedrijfsvoeringparagraaf

42

       

D.

JAARREKENING KONINKRIJKSRELATIES

43

 

11.

De verantwoordingsstaat

43

 

12.

De saldibalans

44

       

E.

JAARREKENING BES-FONDS

53

 

13.

De verantwoordingsstaat

53

 

14.

De saldibalans

54

       

F.

BIJLAGEN

57

 

15.

Afgerond evaluatie en overig onderzoek (Koninkrijksrelaties)

57

 

16.

Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland (BES-fonds)

60

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING JAARVERSLAG EN VERZOEK TOT DECHARGEVERLENING KONINKRIJKSRELATIES

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het jaarverslag met betrekking tot de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2018 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2018 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport op. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer over:

  • a. het gevoerde financieel beheer en materieel beheer;

  • b. de bijgehouden administraties van het Rijk;

  • c. de financiële informatie in het jaarverslag;

  • d. de betrokken saldibalans;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2018;

  • b. het voorstel van de Slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2018 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2018, alsmede over de saldibalans over 2018 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken Slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. AANBIEDING JAARVERSLAG EN VERZOEK TOT DECHARGEVERLENING BES-FONDS

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2018 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2018 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport op. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer over:

  • a. het gevoerde financieel beheer en materieel beheer;

  • b. de bijgehouden administraties van het Rijk;

  • c. de financiële informatie in het jaarverslag;

  • d. de betrokken saldibalans;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2018;

  • b. het voorstel van de Slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2018 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2018, alsmede over de saldibalans over 2018 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken Slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

3. LEESWIJZER

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2018 van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Deze begrotingshoofdstukken vallen onder het regime voor «kleine begrotingen».

Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement.

Het jaarverslag 2018 is als volgt opgebouwd:

  • A. Een algemeen deel met de dechargeverlening;

  • B. Het beleidsverslag 2018 Koninkrijksrelaties over de prioriteiten en de beleidsartikelen;

  • C. Het beleidsverslag 2018 BES-fonds over de prioriteiten en het beleidsartikel;

  • D. De jaarrekening Koninkrijksrelaties 2018;

  • E. De jaarrekening BES-fonds 2018;

  • F. De bijlagen.

Het beleidsverslag Koninkrijksrelaties 2018

In het beleidsverslag wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2018. Daarnaast worden ook de prioriteiten uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte III toegelicht. Zoals gebruikelijk is ook dit jaar een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de beleidsdoorlichtingen.

Beleidsartikelen

In de paragraaf «Beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:

  • A. Algemene doelstelling;

  • B. Rol en verantwoordelijkheid;

  • C. Beleidsconclusies;

  • D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;

  • E. Toelichting op de financiële instrumenten.

De paragraaf «Niet-beleidsartikelen» kennen een andere indeling, te weten:

  • A. Tabel Budgettaire gevolgen;

  • B. Toelichting op de financiële instrumenten.

Toelichting op financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, hierbij wordt indien van toepassing verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten of de Slotwet.

Voor de omschrijving van de rol en verantwoordelijkheid bij de beleidsartikelen is de begroting 2018 als basis gebruikt. Hierbij zijn de wijzigingen in de rol en verantwoordelijkheid uit het regeerakkoord verwerkt bij de betreffende artikelen. Hiervoor zijn de formuleringen zoals opgenomen in de begroting 2019 gebruikt.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2018 bevat ook een bedrijfsvoeringparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke bedrijfsvoeringpunten voor Koninkrijksrelaties (IV). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De jaarrekening 2018

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting aan. De Slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.

De bijlage

In de bijlage is een overzicht opgenomen met afgerond evaluatie en overig onderzoek.

Externe inhuur

De externe inhuur van Koninkrijksrelaties wordt verantwoord in het overzicht inhuur externen in het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Wet Normering Topinkomens (WNT) verantwoording

De WNT verantwoording van Koninkrijksrelaties is opgenomen in het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Groeiparagraaf

De volgende ontwikkelingen zijn in de groeiparagraaf te melden.

Overheveling Kustwacht naar begroting Defensie

Als gevolg van het regeerakkoord Rutte-III is de Kustwacht overgedragen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar het Ministerie van Defensie (X). Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar artikel 1.

Hernoemen artikel 1, Hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties

Met ingang van de begroting 2019 is besloten het beleidsartikel 1 (voorheen «De Waarborgfunctie») in Hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties te hernoemen, in lijn met de uitkomst van de beleidsdoorlichting over het betreffende beleidsartikel. In de praktijk bleek er veel verwarring te ontstaan door het gebruik van de term «waarborgfunctie» en daarmee vervolgens over de inzet binnen artikel 1. Zodoende is besloten de naamgeving te synchroniseren met de daadwerkelijke inzet en het artikel aan te duiden met de naam «Versterken Rechtsstaat». In dit jaarverslag worden de doelstelling en de rol en verantwoordelijk van de Ontwerpbegroting 2019 gehanteerd, maar is in verband met de leesbaarheid ervoor gekozen om de titel «Waarborgfunctie» voor een laatste keer te gebruiken.

Focusonderwerp

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2018 een focusonderwerp aangewezen: «de onderbouwing van de ramingen van inkomsten en uitgaven». Het focusonderwerp is onderdeel van het Financieel Jaarverslag van het Rijk (FJR). Naast een algemene tekst over ramingen aan de inkomsten- en uitgavenkant van de begroting wordt het focusonderwerp geïllustreerd middels een aantal specifieke casussen. Deze casussen hebben geen betrekking op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het beleidsverslag BES-fonds 2018

In het beleidsverslag wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2018. Daarnaast worden ook de prioriteiten uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte III toegelicht. Zoals gebruikelijk is ook dit jaar een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de beleidsdoorlichtingen.

Beleidsartikelen

In de paragraaf «Beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:

  • A. Algemene doelstelling;

  • B. Rol en verantwoordelijkheid;

  • C. Beleidsconclusies;

  • D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;

  • E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Toelichting op financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, hierbij wordt indien van toepassing verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten of de Slotwet.

Voor de omschrijving van de rol en verantwoordelijkheid bij de beleidsartikelen is de begroting 2018 als basis gebruikt.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Het jaarverslag BES-fonds 2018 bevat ook een bedrijfsvoeringsparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke bedrijfsvoeringspunten voor het BES-Fonds (H). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De jaarrekening 2018

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De Slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.

De bijlage

Ten slotte volgt er nog een bijlage Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland.

Groeiparagraaf

Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.

Focusonderwerp

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2018 een focusonderwerp aangewezen: «de onderbouwing van de ramingen van inkomsten en uitgaven». Het focusonderwerp is onderdeel van het Financieel Jaarverslag van het Rijk (FJR). Naast een algemene tekst over ramingen aan de inkomsten- en uitgavenkant van de begroting wordt het focusonderwerp geïllustreerd middels een aantal specifieke casussen. Deze casussen hebben geen betrekking op de begroting van het BES-fonds.

Overgangsrecht Comptabiliteitswet

Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven voor de presentatie en inrichting van de jaarverslagen en slotwetten over 2018 de bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018. Voor de dechargeverlening inzake het jaar 2018 over het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer zijn de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 en de daarop gebaseerde regelgeving van toepassing. Dit is conform de brief aan het parlement over het overgangsrecht in de Comptabiliteitswet 2016 (Vergaderjaar 2018–2019, 34 426, nr. 33). Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 voor de presentatie en inrichting en voor de begrotingsuitvoering de artikelen van de Comptabiliteitswet 2016 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139.

Art. in CW 2016

Art. in CW 2001

3.2 – 3.4

19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid

3.5

22, eerste lid; 26, eerste lid

3.8

58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid

3.9

58, eerste lid, onderdeel b en c

2.37

60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid

2.35

61, tweede tot en met vierde lid

2.40

64

7.12

82, eerste lid; 83, eerste lid

7.14

82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid

B. BELEIDSVERSLAG KONINKRIJKSRELATIES

4. BELEIDSPRIORITEITEN

Een belangrijk moment was het besluit van de Nederlandse regering in februari 2018 tot bestuurlijk ingrijpen op Sint Eustatius. Afgelopen jaar is er hard gewerkt aan zowel de versterking van bestuur en de ambtelijke organisatie, als aan het fysieke herstel van de openbare ruimte en de natuur naar aanleiding van de schade door orkaan Irma. Deze activiteiten worden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gecoördineerd. Hiermee neemt BZK de haar door het kabinet toegewezen coördinerende rol voor Caribisch Nederland (CN) op zich. Die rol is ook zichtbaar op andere gebieden: zo is in 2018 ook het Bestuursakkoord Bonaire afgesloten en is in samenwerking met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de kabinetsreactie ijkpunt bestaanszekerheid CN tot stand gekomen.

Daarnaast zijn in 2018 diverse activiteiten in gang gezet om te komen tot heldere kaders voor diezelfde coördinerende rol: er is een voorlichtingsaanvraag ingediend bij de afdeling advisering van de Raad van State, het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) Koninkrijksrelaties is gestart en de inzet van interdepartementale overlegstructuren is geformaliseerd.

Waar 2017 vooral het jaar van de noodhulp was na orkaan Irma, staat 2018 in het kader van de wederopbouw op Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. De structuur voor het beheer van het trustfonds waarin de wederopbouwmiddelen voor Sint Maarten worden beheerd, staat en functioneert. Er zijn diverse projecten in gang gezet gericht op het herstel van de dagelijkse woon- en leefomgeving van de inwoners. Ook de veiligheid van de eilandbewoners heeft hierbij de aandacht: het grenstoezicht is versterkt (dit was ook een voorwaarde voor het beschikbaar stellen van de middelen) en er is bijstand geleverd aan het detentiewezen op Sint Maarten en het Korps Politie Sint Maarten.

Versterking coördinerende rol BZK voor Caribisch Nederland

BZK heeft in 2018 ingezet op een sterkere, coördinerende rol op het gebied van Koninkrijksrelaties, om meerwaarde te behalen uit de gezamenlijke inspanningen van de verschillende departementen. Door middel van deze coördinerende rol geeft Nederland invulling aan haar bijzondere verantwoordelijkheid voor de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het ministerie doet dit onder meer door het opzetten van taskforces voor acute problematiek en door middel van interdepartementale overlegstructuren en een versterkte interdepartementale samenwerking (stuurgroep Caribisch Nederland en Bewindspersonenoverleggen).

In het kader van de versterkte coördinerende rol heeft BZK in 2018 onder meer ingezet op een evenwichtig pakket projecten met als doel het verbeteren van het economisch perspectief in Caribisch Nederland. Deze projecten zijn gericht op onder meer het versterken van de infrastructuur en het terugdringen van armoede, door bijvoorbeeld het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het pakket wordt betaald uit de door het kabinet beschikbaar gestelde Regio Envelop Caribisch Nederland. De besluitvorming over dit pakket is in gezamenlijke samenwerking tussen de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en BZK tot stand gekomen (Kamerstukken II 2017/18, 29 697, nr. 54). Het afgelopen jaar is ook de uitvoering van deze projecten van start gegaan.

De inspanningen in het kader van de coördinerende rol komt ook terug bij het opstellen en uitvoeren van de kabinetsreactie ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland (CN) (Kamerstukken II 2017/18, 34 775-IV, nr. 45). Onder coördinatie van BZK en SZW (vanuit armoedebeleid) is het kabinet erin geslaagd om in juni 2018 met een samenhangend pakket aan maatregelen te komen, die vallen onder de verantwoordelijkheid van verschillende departementen en openbare lichamen. Hiermee zijn belangrijke stappen genomen om de bestaanszekerheid te verbeteren.

Daarnaast is het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) Koninkrijksrelaties gestart, gefocust op de inzet van het kabinet (bestuurlijke arrangementen) gericht op Caribisch Nederland.

Bestuurlijke ontwikkeling

De inspanningen op het gebied van bestuurlijke ontwikkeling hebben dit jaar onder andere geleid tot het afgesloten Bestuursakkoord (Kamerstukken II 2018/19, 31 568, nr. 207) tussen het Rijk en het openbaar lichaam Bonaire, waarin de realisatie van goed bestuur en financieel beheer wordt geborgd. Deze afspraken zijn in het bestuursakkoord bekrachtigd en hebben een doorlooptijd tot en met 2022. Met deze afspraken is naast het versterken van bestuurlijke kaders, financieel beheer en organisatieontwikkeling, ook gerichte aandacht voor het realiseren van concrete resultaten op prioritaire thema’s, zoals kinderopvang, sociaaleconomische ontwikkeling en landbouw.

Naast het afsluiten van het bestuursakkoord met Bonaire heeft de inzet op organisatieontwikkeling onder andere geleid tot een versterkte juridische functie op Saba, voortzetting van het TOP (trainee)programma op Bonaire en trainingen voor alle ambtenaren op Sint Eustatius. Ook zijn de relaties met gemeenten en andere lokale partners versterkt. Op deze wijze is afgelopen jaar bijgedragen aan een goed functionerend bestuur met de benodigde uitvoeringskracht ten behoeve van de bestuurlijke, democratische en sociaaleconomische ontwikkeling van de openbare lichamen.

De landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten dragen zelf verantwoordelijkheid voor de bestuurlijke ontwikkeling. Om de bestuurskracht op Curaçao, Aruba en Sint Maarten verder te versterken is – daar waar nodig en mogelijk – binnen het Koninkrijk samenwerking gezocht. Zo zijn er het afgelopen jaar gezamenlijke trainingen van het ambtelijk apparaat georganiseerd en hebben we de samenwerking met Nederlandse gemeenten gefaciliteerd.

Na de goede ervaringen met het Talent Ontwikkel Programma (TOP) Traineeship op Bonaire, heeft BZK in nauwe samenwerking met het Curaçaose Ministerie van Bestuur, Planning en Dienstverlening het Talento Traineeprogramma Curaçao opgezet, welke in het najaar van 2018 van start is gegaan. Samen met de gemeente Den Haag is er een samenwerking met Aruba gerealiseerd op het terrein van fiets- en milieueducatie. Kennisoverdracht is hierbij een belangrijke pijler. Het voornemen is om tot duurzame samenwerking te komen tussen Aruba en de gemeente Den Haag.

Wederopbouw Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten

Nadat de orkanen Irma en Maria in september 2017 grote schade hadden aangericht op de bovenwindse eilanden, is – na een periode van directe noodhulp -in 2018 de wederopbouw ter hand genomen. Het hoofdspoor van de wederopbouw van Sint Maarten verloopt via een trustfonds bij de Wereldbank. Dit fonds is sinds april 2018 operationeel. In dit fonds werden in 2018 twee tranches gestort van 112 miljoen en 150 miljoen euro. Onder voorwaarden krijgen overheid, Internationale Organisaties (IO’s) en non-gouvernementele Organisaties (NGO’s) toegang tot de middelen uit het trustfonds. Hiermee wordt onder andere een nieuwe orkaanbestendig ziekenhuis gerepareerd, worden daken hersteld, een leenfaciliteit voor het lokale midden en kleinbedrijf opgezet en de afvalproblematiek aangepakt.

Verantwoordelijk voor de aansturing van het trustfonds is de stuurgroep. Nederland, de Wereldbank en Sint Maarten hebben elk één vertegenwoordiger benoemd die zitting neemt in de stuurgroep. De stuurgroep keurt projecten goed en monitort de voortgang. Via de stuurgroep kan Nederland erop toezien dat de gemaakte afspraken ten aanzien van het doel en de reikwijdte van het trustfonds op een juiste manier worden toegepast. De Nederlandse vertegenwoordiger wordt hierbij ondersteund door BZK. Verder kan Nederland invloed uitoefenen middels het vullen van het trustfonds. Het trustfonds wordt in vier tranches gevuld. Nederland en de Wereldbank hebben hiervoor een betaalschema opgesteld.

Vooruitlopend op het operationeel worden van het trustfonds bij de Wereldbank verleende Nederland steun voor zogeheten «early recovery»-projecten, die voornamelijk zijn uitgevoerd door lokale niet-gouvernementele en internationale organisaties, en waarmee inwoners van Sint Maarten in staat zijn gesteld het normale leven zo snel mogelijk weer op te pakken. Zo zijn in januari 2018 verdere projecten gestart om daken te herstellen, werden op basisscholen dagelijks schoolmaaltijden uitgedeeld en is psychosociale steun aan kinderen geboden. Dit alles zodat de wederopbouw op geen enkel moment stil zou vallen.

Naast de wederopbouw via het trustfonds, ontvangt Sint Maarten ook «directe steun». Hieronder valt de bijdrage aan de twee voorwaarden die Nederland verbond aan het beschikbaar stellen van de middelen: de inrichting van de Integriteitskamer en de versterking van het grenstoezicht. Verder zijn met de directe steun onder andere de versterking van de rechtshandhaving (detentie en Korps Politie Sint Maarten), technische assistentie (onder andere rond de afvalproblematiek) en het betrekken van bedrijven uit het Koninkrijk bij de wederopbouw gefinancierd (Kamerstukken II 2018/19, 34 773, nr. 17).

Als autonoom land binnen het Koninkrijk is Sint Maarten verantwoordelijk voor zijn eigen wederopbouw. Sint Maarten is echter een kleine eilandstaat met een beperkte absorptiecapaciteit; daarom bood Nederland in de fase van wederopbouw Sint Maarten de benodigde expertise en kennis. Nederland heeft op het gebied van technische assistentie tot op heden een aantal verzoeken van Sint Maarten ingewilligd. Zo is onder andere een onderzoek verricht bij de belastingdienst, is er een expert ingezet om de overheid van Sint Maarten te helpen bij de aanpak van de afvalproblematiek en is er een juridisch adviseur beschikbaar gesteld ten behoeve van onderhandelingen met obligatiehouders van de luchthaven.

Ook op Saba en Sint Eustatius stond 2018 in het teken van de wederopbouw. Op beide eilanden zijn verscheidene projecten voorbereid en gestart om het dagelijks leven van de inwoners zo goed mogelijk te herstellen. Zo is er hard gewerkt aan het herstel van beschadigde huizen en scholen, wegen en het milieu. Op Sint Eustatius is onderzoek gedaan naar de erosie van het eiland en is begonnen aan de stabilisering van de klif (mede vanuit de regio envelop).

Rechtshandhaving

In 2018 hebben er op tal van terreinen inspanningen plaatsgevonden om Sint Maarten na de orkanen Irma en Maria weer op te bouwen (zie artikel 8). Onderdeel van deze inspanningen is de inzet op de versterking van het grenstoezicht. Daarnaast is er bijstand geleverd aan het detentiewezen op Sint Maarten en aan het Korps Politie Sint Maarten. Deze bijstand vormt een belangrijke bijdrage aan de versterking van de (effectiviteit van de) rechtshandhavingsketen op Sint Maarten, die op dit moment nog altijd onvoldoende is. Zodoende was het noodzakelijk om per 10 oktober 2018 voor de vierde keer de Algemene Maatregel van Rijksbestuur (AMvRB) «Samenwerkingsregeling waarborging uitvoering plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten» uit 2010 te verlengen (Kamerstukken II 2017/18, 31 568, nr. 200). Daarnaast is de instelling van de Integriteitskamer (een voorwaarde voor de wederopbouwmiddelen) in 2018 gerealiseerd (Landsverordening Integriteitskamer, AB 2017, nr. 41). De Integriteitskamer is een belangrijk instrument voor de gezamenlijke aanpak van (vermeende) integriteitsschendingen en de versterking van rechtshandhaving in Sint Maarten.

De continuering van de extra inzet op corruptiebestrijding door het Recherche Samenwerkingsteam, het Openbaar Ministerie en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (Team Bestrijding Ondermijning, TBO) per 2018 is wederom effectief gebleken. Zo heeft onder andere strafrechtelijke vervolging plaatsgevonden in een onderzoek naar fiscale misstanden in de haven van Sint Maarten en is een Sint Maartense parlementariër aangehouden op verdenking van corruptie, omkoping en witwassen. Tevens is een onderzoek gestart naar de strafbare handelingen rondom de aanbesteding van contracten die verband houden met afvalverwerking in Sint Maarten. Daarbij is bijzondere aandacht voor ambtelijke corruptie, zoals het aannemen van steekpenningen en omkoping van ambtenaren. Ook heeft het TBO een bijdrage geleverd aan de zittingsfase van het onderzoek Troja. Het onderzoek Cymbal/Troja is één van de pijlers onder de recente megaschikking van het Openbaar Ministerie Nederland met de ING.

Het zijn van een Koninkrijk schept zoals in het regeerakkoord «Vertrouwen in de Toekomst» beschreven een verantwoordelijkheid. In het bijzonder voor het borgen van integriteit van bestuur en van effectieve rechtshandhaving en grensbewaking. Voor deze aanpak is de samenwerking tussen opsporingspartners in de regio essentieel; bij de bestrijding van corruptie wordt door TBO nauw samengewerkt met de Landsrecherches en wordt de samenwerkingsrelatie met de politiekorpsen aangehaald. Daarnaast is in 2018 de veroordeling van een voormalig Minister-President van Curaçao in de zaak Babel onherroepelijk geworden. Het Hof veroordeelde deze politicus en zijn partner wegens valsheid in geschrifte, het witwassen van geld en corruptie. Afgelopen jaar heeft de Hoge Raad in het door hem aangespannen cassatieberoep zijn eerdere veroordeling tot drie jaar gevangenisstraf bevestigd.

In december 2017 is de Onderlinge Regeling Versterking Grenstoezicht in werking getreden voor een periode van twee jaar. Op basis daarvan is met alle betrokken diensten en ministeries op Sint Maarten en Nederland een plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak zet in op versterking van het grenstoezicht, waarbij de focus ligt op opleiding, «twinning», leer- werktrajecten, kennisoverdracht en verbetering van de samenwerking in de hele keten van het grenstoezicht, met optimaal gebruik van lokaal arbeidspotentieel.

Financieel toezicht

Alle landen van het Koninkrijk zijn verantwoordelijk voor duurzaam houdbare overheidsfinanciën. Het is daarmee van belang dat alle landen naar financiële soliditeit en de daarmee samenhangende kredietwaardigheid streven.

De financiële situatie van Sint Maarten blijft onverminderd zorgelijk. Door de gevolgen van de orkanen Irma en Maria zijn de financiën in 2018 verder verslechterd. Voor het jaar 2018 heeft de Rijksministerraad akkoord gegeven voor het afwijken van de normen uit de Rijkswet financieel toezicht en is in 2018 liquiditeitssteun geboden in de vorm van leningen.

Net zoals in begrotingsjaar 2017 heeft Aruba in 2018 de begrotingsnormen uit de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) niet gehaald. In de LAft stonden na 2018 geen nieuwe normen meer vermeld. Om het toezicht ook na 2018 voort te zetten hebben Aruba en Nederland op 22 november 2018 een protocol afgesloten met een nieuw normenkader voor de jaren 2019 tot en met 2021 (Kamerstukken II 2018/19, 35 000-IV, nr. 31). Naast het begrotingssaldo zijn in het nieuwe protocol ook normen opgenomen voor de schuldquote, de personeelslasten en zijn er begrotingsregels ingesteld.

Het College financieel toezicht (Cft) heeft in 2018 zorgen geuit over de verslechterde situatie op Curaçao. Dit heeft geleid tot een hoor- en wederhoortraject waarbij afspraken gemaakt zijn om het financieel beheer van Curaçao op orde te brengen. Niettemin blijven er zorgen bestaan over de financiële situatie van Curaçao. Na het tekort in 2017 is in 2018 een nieuw tekort opgetreden. Ook heeft er geen (gedeeltelijke) compensatie van het tekort uit 2017 plaatsgevonden.

Conform artikel 33, lid 1 en 2 Regeling financieel toezicht (Rft) neemt de Rijksministerraad vijf jaar na inwerkingtreding van de Rft, en vervolgens iedere drie jaar, een beslissing over voortzetting, beperking of beëindiging van het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten. Na een eerste evaluatie in 2015, is in 2018 opnieuw een evaluatie uitgevoerd. In haar advies (Kamerstukken II, 2018/19, 34 269, nr. 3) oordeelt de evaluatiecommissie dat Curaçao en Sint Maarten voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2017 niet hebben voldaan aan de normen uit de Rft. De evaluatiecommissie concludeert daarom dat het financieel toezicht voor beide landen moet worden voortgezet en dat het niet gerechtvaardigd is dat verplichtingen op grond van de Rft worden opgeheven.

Sint Eustatius

De Commissie van Wijzen heeft in 2018 geconcludeerd dat het bestuur op Sint Eustatius zich schuldig maakte aan «grove taakverwaarlozing». Deze situatie had ingrijpende gevolgen voor het dagelijks leven van de bevolking, zoals rechtsongelijkheid. Om deze situatie te verbeteren, heeft Nederland in februari 2018 bestuurlijk op Sint Eustatius ingegrepen, door middel van de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius. De eilandsraad is ontbonden en de gedeputeerden en waarnemend gezaghebber zijn uit hun functie ontheven. Er is een regeringscommissaris benoemd die voorziet in het bestuur van Sint Eustatius. Voor de ondersteuning van de regeringscommissaris en de geconstateerde uitdagingen zijn extra middelen vrijgemaakt binnen de begroting. Over de voortgang is de Tweede Kamer twee keer geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34 775-IV, nr. 41 en Kamerstukken II 2018/19, 35 000-IV, nr. 29).

Ook de wederopbouw van Sint Eustatius na orkaan Irma, valt onder de verantwoordelijkheid van de regeringscommissaris. Omdat de fysieke verwaarlozing van het eiland één van de belangrijke redenen was voor het ingrijpen, kunnen de wederopbouwprojecten niet los worden gezien van de projecten die zien op het herstel van Sint Eustatius als gevolg van de taakverwaarlozing. Het slim combineren van de verschillende geldstromen (bestuurlijke ingreep Sint Eustatius, wederopbouw Saba en Sint Eustatius en de Regio Envelop Caribisch Nederland) levert synergie op voor het eiland. Daarom worden de resultaten hiervan ook meegenomen in de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer. Zo zijn in 2018 de eerste concrete resultaten zichtbaar geworden van de herstelwerkzaamheden in de openbare ruimte, aan huizen en overheidsgebouwen en scholen. Er is een begin gemaakt met herstel van de bestaande wegen. Deze worden tevens voorzien van ondergrondse bekabeling en leidingen. Ook de wederopbouwprojecten op het gebied van natuur zijn in volle gang. Denk hierbij aan herstel van het koraal, bescherming van leguanen en de botanische tuin. Naast deze zichtbare projecten wordt ook hard gewerkt aan de minder zichtbare maar minstens zo belangrijke projecten zoals versterking van het bestuur, het verbeteren van het financieel beheer en de herstructurering van de ambtelijke organisatie. De regeringscommissaris heeft een plan van aanpak opgesteld ten behoeve van het financieel beheer en de reorganisatie van het gehele ambtelijk apparaat Tevens is in november een opleidingsprogramma voor ambtenaren van start gegaan. Als onderdeel van het op orde brengen van de administratieve organisatie worden interne procedures doorgelicht en lokale verordeningen gemoderniseerd.

Realisatie beleidsdoorlichtingen Koninkrijksrelaties

Realisatie beleidsdoorlichtingen

Artikel

Naam artikel

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Geheel artikel?

1

Waarborgfunctie

X

       

X

 

ja

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

               

4.1

Aruba, Curaçao en Sint Maarten

         

X

 

Nee

4.2

Caribisch Nederland

       

X

   

Nee

5

Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

         

X

 

Ja

8

Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

               

8.1

Wederopbouw

               

Voor het meest recente overzicht van de programmering van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link.

Overzicht van risicoregelingen Koninkrijksrelaties

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2017

Verleend 2018

Vervallen 2018

Uitstaande garanties 2018

Garantie-plafond

Totaal plafond

Totaalstand risicovoor-ziening

Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

Leningen aan land Aruba

850

0

620

230

0

230

0

Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving /leningen

Voorschotten 9e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) vanaf juli 2016

1.876

0

0

1.876

0

20.200

0

Totaal

 

2.726

0

620

2.106

0

20.430

0

Er zijn in 2018 geen uitgaven gedaan op garanties. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 13. Garantieverplichtingen.

Overzicht verstrekte leningen Koninkrijksrelaties

Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening

Looptijd lening

Totaalstand risicovoorziening 2017

Totaalstand mutatie volume risicovoorziening 2018 en 2017

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen

Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA)

1.341

2030 (30 jaar)

   

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen

Maatregel Tussenbalans

4.598

2025 (30 jaar)

   

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen

Water- en Energiebedrijf Aruba

4.984

2026 (30 jaar)

   

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen

Leningen lopende inschrijving Curaçao

978.386

2047 (30 jaar)

   

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen

Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

216.245

2044 (30 jaar)

   

Artikel 8 Wederopbouw bovenwindse eilanden

Liquiditeitssteun Sint Maarten

38.579

2048 (30 jaar)

   

Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 10. Extra-comptabele vorderingen, onderdeel b.

5. BELEIDSARTIKELEN

Artikel 1. Waarborgfunctie

A Algemene doelstelling

Het bevorderen van goed bestuur door middel van samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving en grensbewaking en ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

B Rol en verantwoordelijkheid

Rechtshandhaving en veiligheid zijn autonome aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. Het beleid is er hoofdzakelijk op gericht om invulling te geven aan samenwerkingsregelingen en de uitvoering van rijkswetten, ter bevordering van de rechtshandhavingsketen en de algemene veiligheid in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Statuut) dat bepaalt dat landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door middel van samenwerkingsregelingen op basis van artikel 38 van het Statuut, of op grond van geldende rijkswetten.

Elk land in het Koninkrijk heeft de zorg voor de verwezenlijking van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stimuleert de landen bij het invullen van deze verantwoordelijkheid.

De ondersteuning en versterking van de rechtsstaat die Nederland biedt aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten is belegd bij de bewindspersoon verantwoordelijk voor de Koninkrijksrelaties, die daarin nauw samenwerkt met de betrokken bewindspersonen van Justitie en Veiligheid en Defensie die de operationele capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren. Via de ondersteuning van de recherchecapaciteit en het ondersteunen van de rechterlijke macht in de landen, worden ook de recherchecapaciteit en de rechterlijke macht in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ondersteund.

C Beleidsconclusies

De reeds ingezette koers op de aanpak van de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is vanaf 2018 gecontinueerd met vier jaar. Deze aanpak (beter bekend onder de naam Team Bestrijding Ondermijning, TBO) krijgt vorm door een extra inzet van het Recherchesamenwerkingsteam (RST), het Openbaar Ministerie en het Gemeenschappelijk Hof. De TBO onderzoeken zijn complex en omvangrijk en kennen daardoor een zeker tijdsverloop. In 2018 is te zien dat steeds meer resultaten openbaar worden, die nut en noodzaak illustreren van deze inzet (Kamerstukken II 2018/19, 35 000-IV, nr. 12). Het legt enerzijds de verwevenheid tussen onder- en bovenwereld bloot en daarmee de noodzaak van deze inzet. Anderzijds illustreert deze inzet het effect van de aanpak: het maakt duidelijk dat misdaad niet loont. Voor een blijvend resultaat betekent dit dat ondermijnende activiteiten moeten stuiten op een breed en duurzaam maatschappelijk verzet.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Waarborgfunctie (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

118.121

26.754

67.650

75.487

27.795

40.717

– 12.922

                 
 

Uitgaven:

61.867

65.475

77.735

69.841

45.772

40.717

5.055

                 

1.1

Rechtshandhaving en deugdelijkheid van bestuur

61.867

65.475

77.735

69.841

45.772

40.717

5.055

 

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

0

0

0

14.355

34.703

30.603

4.100

 

Recherchecapaciteit (Nationale Politie)

0

0

0

14.355

34.703

30.603

4.100

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

26

0

0

0

0

 

Overige bijstand aan de landen

0

0

26

0

0

0

0

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

61.867

65.475

77.709

55.486

11.069

10.114

955

 

Duradero

0

939

712

0

0

0

0

 

Grensbewaking (Defensie)

6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

0

 

Kustwacht (Defensie)

35.380

38.504

37.838

46.106

0

0

0

 

Recherchecapaciteit (Nationale Politie)

17.226

15.595

28.528

0

0

0

0

 

Rechterlijke macht (JenV)

3.161

4.337

4.531

3.280

4.969

4.014

955

                 
 

Ontvangsten:

6.186

5.192

5.981

2.174

3.952

0

3.952

E Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Bijdrage aan ZBO’s / RWT’s

Recherchecapaciteit (Nationale Politie)

Zoals vastgelegd in de Rijkswet politie en het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking 2001 heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) als taak de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit. Daarnaast verricht het RST de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken op dit gebied. Het RST heeft vestigingen op Aruba, Bonaire, Curaçao en Sint Maarten, waar men werkt onder gezag van de lokale Openbaar Ministeries.

De hogere realisatie wordt veroorzaakt doordat een aantal overlopende facturen van 2017 in 2018 zijn betaald.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Grensbewaking (Defensie)

Een flexibele pool van 43 fte. van de Koninklijke Marechaussee (KMar) heeft in Caribische landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten een bijdrage geleverd aan de bestrijding van de geweldscriminaliteit, het grens- en vreemdelingentoezicht, de bestrijding van mensensmokkel en -handel en de bestrijding van drugssmokkel via de luchthavens. De medewerkers van de KMar functioneren onder aansturing van de lokale diensthoofden en vallen onder het lokale gezag (Ministers van Justitie). In 2018 heeft een verschuiving van fte’s plaatsgevonden op Sint Maarten, als gevolg van de inwerkingtreding van de Onderlinge Regeling Versterking Grenstoezicht Sint Maarten op 19 december 2017. De 19 beschikbare fte op Sint Maarten zijn geherprioriteerd en ingezet op de luchthaven van Sint Maarten.

Rechterlijke Macht (JenV)

Nederland stelt op verzoek van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Ministers van Justitie van de Caribische delen van het Koninkrijk rechters en officieren van justitie ter beschikking aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De Raad voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie in Nederland stellen de betreffende rechterlijke ambtenaren ter beschikking. Vanuit het Ministerie van BZK wordt het «Voorzieningenstelsel Buitenlandtoeslagen Rechterlijke Ambtenaren (VBRA)» bekostigd. De hogere realisatie wordt veroorzaakt doordat een aantal overlopende facturen van 2017 in 2018 zijn betaald.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de bijdragen van de landen voor de Kustwachttaken. In 2018 hebben Curaçao en Sint Maarten hun aandeel voor 2016 betaald.

Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

A Algemene doelstelling

Het op verzoek ondersteunen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij het verbeteren van de sociale en economische ontwikkeling en de overheidsfinanciën. Het versterken van de bestuurlijke en financiële samenhang en centrale coördinatie vanuit Den Haag voor Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het stellen van randvoorwaarden die de rechtmatigheid en doelmatigheid van de inzet van middelen van de Rijksbegroting garanderen. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn volledig zelf verantwoordelijk voor de beleidvorming en -uitvoering in de landen. De Minister van BZK kan op basis van (individuele) verzoeken beleidsmatige assistentie bieden om de landen te ondersteunen, bijvoorbeeld door middel van kennis en expertise.

De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba maken elk deel uit van het staatsbestel van Nederland. In het Statuut is bepaald dat voor deze eilanden regels kunnen worden gesteld en andere specifieke maatregelen kunnen worden getroffen met het oog op de economische en sociale omstandigheden, de grote afstand tot het Europese deel van Nederland, hun insulaire karakter, kleine oppervlakte en bevolkingsomvang, geografische omstandigheden, het klimaat en andere factoren waardoor deze eilanden zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de Rijkscoördinatie van beleid met betrekking tot Caribisch Nederland. Dit krijgt vorm door het opstellen en monitoren van het meerjarenprogramma, het beheer van het BES-fonds, afstemming van rijksbeleid door middel van de zogenoemde Caribisch Nederland tafel, het beheer van de Rijksdienst Caribisch Nederland en het inzetten van de Rijksvertegenwoordiger.

C Beleidsconclusies

In 2018 heeft de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius plaatsgevonden, is het bestuursakkoord met het openbaar lichaam Bonaire overeengekomen en zijn de nodige voorbereidingen getroffen ten behoeve van de oprichting van de Integriteitskamer op Sint Maarten. Een aantal budgettaire mutaties, zoals de bekostiging van de regeringscommissaris en ondersteuning op Sint Eustatius, vloeien hieruit voort.

Een beleidsmatig en financieel belangrijk onderwerp in 2018 zijn de afspraken die de Staatssecretaris van BZK (namens overheidswerkgevers) heeft gemaakt met de Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN). Het pensioenfonds is hierdoor versterkt.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

0

0

16.600

21.694

49.787

11.005

38.782

                 
 

Uitgaven:

0

0

17.994

21.359

43.677

11.005

32.672

                 

4.1

Curaçao, Sint Maarten en Aruba

0

0

5.281

7.566

5.797

4.187

1.610

 

Opdrachten

0

0

1.039

748

241

1.351

– 1.110

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

0

1.039

748

241

1.351

– 1.110

 

Inkomensoverdrachten

0

0

2.340

2.239

2.545

2.700

– 155

 

Toeslagen op pensioenen NA

0

0

2.340

2.239

2.545

2.700

– 155

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

1.402

163

164

136

28

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

0

95

163

164

136

28

 

Samenwerkingsprogramma`s

0

0

1.307

0

0

0

0

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

500

4.416

2.847

0

2.847

 

Afpakteam Aruba

0

0

500

0

0

0

0

 

Bijdrage landen

0

0

0

4.416

2.847

0

2.847

                 

4.2

Caribisch Nederland

0

0

12.713

13.793

37.880

6.818

31.062

 

Subsidies

0

0

592

707

459

0

459

 

Subsidies Caribisch Nederland

0

0

142

467

459

0

459

 

Kinderrechten

0

0

450

240

0

0

0

 

Opdrachten

0

0

910

1.014

558

4.280

– 3.722

 

Kinderrechten

0

0

16

89

0

0

0

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

0

894

925

558

1.880

– 1.322

 

Opdrachten Caribisch Nederland

0

0

0

0

0

2.400

– 2.400

 

Inkomensoverdrachten

0

0

3.303

1.385

26.501

1.318

25.183

 

Pensioenen en uitkeringen Politieke ambtsdragers

0

0

1.830

1.385

26.501

1.318

25.183

 

PCN

0

0

1.473

0

0

0

0

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

7.908

10.045

10.016

1.220

8.796

 

Bijzondere uitkering sociaal-economische initiatieven

0

0

5.737

8.866

6.974

1.220

5.754

 

Kinderrechten

0

0

543

593

0

0

0

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

0

1.628

586

3.042

0

3.042

 

Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

392

336

0

336

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

0

0

392

336

0

336

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

250

10

0

10

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

0

0

250

10

0

10

                 
 

Ontvangsten:

0

0

8.422

14.575

6.563

3.949

2.614

E Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Financieel belangrijke (incidentele) mutaties dit jaar waren de afwikkeling van enkele dossiers die nog voortvloeiden uit de opheffen van de Nederlandse Antillen. Dit geldt in het bijzonder voor de uitwerking van het vereffeningsakkoord Nederlandse Antillen 2017 en het verstrekken van een voorschot voortvloeiende uit de voorlopige eindafrekening 2018 van het werkliedenpensioenfonds BES.

4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Opdrachten

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

Vanuit dit budget zijn onder meer een bijdrage aan een project ter verbetering van het ambtelijk apparaat in Curaçao en de rentesubsidie voor de Arubaleningen gefinancierd. Het budget is bij 1e en 2e suppletoire begroting aanzienlijk verlaagd vanwege een reallocatie binnen artikel 4.

Inkomensoverdrachten

Toeslagen op pensioenen Nederlandse Antillen

Conform de regeling vaste verrekenkoers pensioeninkomen voormalig Nederlands-Antilliaanse (NA) en Arubaanse pensioengerechtigden, zijn koersverschillen gecompenseerd. Het verschil tussen realisatie en budget is toegevoegd aan de wisselkoersreserve op artikel 7.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

Nederland heeft vele verschillende kleine projecten ondersteund die bijdragen aan het verbeteren van de sociale en economische ontwikkeling. Het betreft aanvragen van niet-gouvernementele organisaties op het gebied van onderwijs, sociaal-cultureel werk en dergelijke.

Bijdragen aan medeoverheden

Bijdrage landen

De uitgaven zijn begroot, echter de middelen zijn onvoldoende om aan alle verplichtingen te kunnen voldoen. In 2018 zijn de directe gevolgen van de uitwerking van het vereffeningsakkoord Nederlandse Antillen 2017 zijn met de betaling in 2018 van de vorderingen aan Sint Maarten en Curaçao uit het solidariteitsfonds (€ 2,4 mln.) afgewikkeld. Dit bedrag is met de 2e suppletoire begroting door Hoofdstuk VII bijgedragen. Curaçao heeft een bijdrage van ruim € 0,3 mln. gekregen voor het inschakelen van het UNDP bij het uitvoeren van het urgentieprogramma nationaal ontwikkelingsplan Curaçao. Daarnaast is ruim € 0,1 mln. ter beschikking gesteld aan Sint Maarten voor de oprichting van de Integriteitskamer.

4.2 Caribisch Nederland

Subsidies

Subsidies Caribisch Nederland

Het grootste deel is besteed aan subsidies aan UNICEF voor analyse van de kinderrechtensituatie en verbetering van de kinderrechten. Ruim € 0,15 mln. is besteed aan de Stichting WeConnect voor onder meer het organiseren van informatie- en wervingsbijeenkomsten voor het Talent Ontwikkel Programma (TOP).

Opdrachten

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

BZK organiseert op Bonaire het Talent Ontwikkel Programma (TOP). In 2018 is op Bonaire het Talent Ontwikkelprogramma (TOP) uitgevoerd. Het betreft een bottom-up programma, gericht op de lokale professionals, waar ambtelijk vakmanschap en persoonlijke ontwikkeling centraal staan. Het programma voor ambtenaren is in 2018 uitgegroeid tot ongeveer 50 deelnemers. Met deze initiatieven is een netwerk van jonge ambtelijke professionals ontstaan. Dit moet leiden tot een nieuwe generatie ambtenaren en bestuurders die de toekomst van Bonaire verder vormgeven. De administratieve correctie van een onterecht openstaande intracomptabele vordering op de openbare lichamen leidt tot een artikelbelasting van € 2,4 mln.

Inkomensoverdrachten

Pensioenen en uitkeringen Politieke ambtsdragers

Uit deze middelen worden de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers gefinancierd.

De Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN) heeft in 2018 in totaal een bedrag van $ 26 mln. (bijna € 22 mln.) ontvangen. Deze bijdrage vloeit voort uit de in mei 2018 getekende overeenkomst met PCN ter versterking van het pensioenfonds voor Caribisch Nederland. Het kabinet voelt zich als overheidswerkgever verantwoordelijk voor de pensioenen van de ambtenaren in dienst van de Rijksdienst Caribisch Nederland, de Openbare Lichamen en scholen en zorginstellingen in Caribisch Nederland. De middelen zijn op grond van een interdepartementale afspraak bij tweede suppletoire begrotingswet toegevoegd aan het begrotingshoofdstuk van Koninkrijksrelaties.

Uit de voorlopige eindafrekening van het Werkliedenpensioenfonds dat beheerd wordt door het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC), blijkt dat er een tekort is ontstaan bij APC ten aanzien van werklieden afkomstig uit Bonaire, Saba en Sint Eustatius. De verantwoordelijkheid voor deze pensioenuitkeringen ligt op grond van afspraken bij de ontmanteling van de Nederlandse Antillen bij Nederland. Eind 2018 is daarom een voorschot verstrekt aan APC ter grootte van € 2,1 mln.

Bijdragen aan medeoverheden

Bijzondere uitkering sociaaleconomische initiatieven

Vanuit het tijdelijk «Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten BES» zijn ook in 2018 projecten van de openbare lichamen ondersteund met de doelstelling om de leefbaarheid, re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van de maatschappelijke participatie te verbeteren voor de inwoners van Caribisch Nederland. Het gaat bij dit besluit om een bundeling van middelen vanuit BZK, VWS en SZW. In dit verband zijn de zogenaamde SVB-middelen (€ 1,829 mln. voor 2018) uit de boedelscheiding na 10-10-2010 bij tweede suppletoire begrotingswet toegevoegd voor deze sociaaleconomische initiatieven in Caribisch Nederland.

In 2018 is voor het eerst gewerkt met een programmaplan voor Bonaire en Sint Eustatius om de integrale aanpak extra te bevorderen. Voor Saba geldt dat in 2017 een deel van de integrale middelen is overgeheveld naar de vrije uitkering. Het openbaar lichaam Saba wordt hiermee beloond en heeft verantwoordelijkheid gekregen om zelf invulling te geven aan sociaaleconomische initiatieven.

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

Sint Eustatius heeft een vergoeding ontvangen voor de kosten en salarissen van de regeringscommissaris, zijn plaatsvervanger en zijn adviseur. Saba heeft een bijdrage gekregen voor verbetering van de kinderrechten.

Bijdrage aan agentschappen

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

Via het Rijksvastgoedbedrijf zijn enkele monumentale gebouwen op Sint Eustatius van noodzakelijk onderhoud voorzien en zijn noodzakelijke voorzieningen getroffen voor het handhaven van de veiligheid op de klif onder Fort Oranje in Sint Eustatius, waaronder het plaatsen van hekwerk. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft deze kosten voorgeschoten en is daarvoor achteraf gecompenseerd vanuit het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties. Andere uitgaven in relatie tot noodhulp en wederopbouw – ook ten aanzien van monumentale gebouwen – worden verantwoord vanuit artikel 8.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

In 2017 heeft de jaarlijkse bijeenkomst van ombudsmannen in het Koninkrijk plaatsgevonden op Bonaire. De ombudsman is hier achteraf in 2018 voor gecompenseerd door middel van een incidentele bijdrage.

Ontvangsten

Het grootste deel bestaat uit rente en aflossingen m.b.t. leningen die via de Nederlandse Investerings- en Ontwikkelingsbank aan Aruba zijn verstrekt.

Tevens is de 2e tranche van de middelen die overblijven van het ontwikkelingsfonds Fondo Desaroyo Aruba (FDA) ad € 2,4 mln. ontvangen.

Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

A Algemene doelstelling

Houdbare overheidsfinanciën door uitvoering van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). De staatsschuld van de landen van het Koninkrijk wordt beheerst. Afspraken omtrent schuldsanering naar aanleiding van de nieuwe staatkundige structuur worden uitgevoerd. Nieuwe schulden zijn mogelijk indien aan de voorwaarden van de Rft wordt voldaan. De Staat der Nederlanden heeft een verplicht lopende inschrijving indien naar het oordeel van het College financieel toezicht (Cft) aan de eisen van de Rft is voldaan.

B Rol en verantwoordelijkheid

Het financieel toezicht wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het ordelijk en tijdig verlenen van de opdracht tot inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten aan het Agentschap van het Ministerie van Financiën, wanneer is voldaan aan de voorwaarden uit de Rijkswet financieel toezicht. De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het monitoren van tijdige rentebetalingen en aflossingen op verleende leningen door de betreffende landen, en eventuele escalatie daarop.

C Beleidsconclusies

Er hebben zich geen wijzigingen voorgedaan.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

0

0

29.702

38.773

0

0

0

                 
 

Uitgaven:

0

0

179.631

225.754

172.432

172.431

1

                 

5.1

Schuldsanering landen Curaçao en Sint Maarten

0

0

149.929

186.981

172.432

172.431

1

 

Leningen

0

0

149.929

186.981

172.432

172.431

1

 

Schuldsanering

0

0

149.929

186.981

172.432

172.431

1

                 

5.2

Leningen en/of garanties landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba

0

0

29.702

38.773

0

0

0

 

Leningen

0

0

29.702

38.773

0

0

0

 

Lopende inschrijving Curaçao en Sint Maarten

0

0

29.702

38.773

0

0

0

                 
 

Ontvangsten:

0

0

42.245

41.563

40.380

37.721

2.659

E Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

5.1 Schuldsanering landen Curaçao en Sint Maarten

Leningen

Schuldsanering

Dit betreft de sanering van de schuldomvang van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De schuldomvang is van 31 december 2005, die bestaat uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan jegens derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die jegens Nederland zijn aangegaan).

5.2 Leningen en/of garanties landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Leningen

Curaçao en Sint Maarten

In 2018 zijn geen leningen aan Curaçao en Sint Maarten verstrekt in het kader van de lopende inschrijving.

Ontvangsten

De reguliere rente en aflossingen op leningen aan Curaçao en Sint Maarten worden hier verantwoord. Vanwege wisselkoerseffect in 2018 is bij Slotwet de ontvangstenraming verhoogd. De wisselkoersmeevaller is ten gunste gekomen van de wisselkoersreserve.

Artikel 8. Noodhulp en wederopbouw bovenwindse eilanden

A Algemene doelstelling

Het coördineren van de wederopbouw van Saba en Sint Eustatius, en van de Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw van Sint Maarten, naar aanleiding van de schade veroorzaakt door de orkanen Irma en Maria.

B Rol en verantwoordelijkheid

In september 2017 hebben de orkanen Irma en Maria een spoor van verwoesting getrokken over het Caribisch gebied. Binnen het Koninkrijk zijn de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius en het land Sint Maarten getroffen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert de Rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius en levert via de Wereldbank financiële middelen voor de wederopbouw van Sint Maarten. Daarnaast ondersteunt BZK de openbare lichamen financieel voor de wederopbouw. Zo helpt het ministerie bij het herstel en orkaanbestendig maken van de woningen op Sint Eustatius en Saba. Ook zijn op Sint Eustatius werkzaamheden gestart om de eroderende klif waar Fort Oranje op staat te herstellen.

De wederopbouw wordt gecoördineerd door BZK, maar daarnaast het zijn ook de Ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) betrokken bij de wederopbouw voor onder andere het herstel van schoolgebouwen en infrastructuur. De middelen voor deze projecten staan op de begrotingen van de ministeries van BZK, OCW, EZK en IenW.

BZK financiert een deel van de kosten van wederopbouw van Sint Maarten. Middels het wederopbouwfonds draagt het ministerie tot 2021 bij. Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, namelijk het instellen van een integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht. Nederland zal gedurende de wederopbouw strikt toezien op de naleving van de voorwaarden.

Het hoofdspoor voor de wederopbouw van Sint Maarten loopt via de Wereldbank waar een trustfund is opgericht. Dit trustfund wordt beheerd door een stuurgroep waarin Nederland samen met Sint Maarten zitting heeft. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur. Daarnaast zal Nederland buiten het trustfund ook directe steun leveren voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kosten op het gebied van rechtshandhaving (detentie, politie en grenstoezicht). In eerder stadium heeft Nederland direct bijgedragen aan noodhulp voor Sint Maarten en aan enige projecten in de overgangsfase in afwachting van het operationeel worden van het trustfund.

C Beleidsconclusies

In 2018 was de wederopbouw van Saba en Sint Eustatius in volle gang. Voor de wederopbouw van beide eilanden is een totaalbedrag van € 67 mln. beschikbaar gesteld. Via verscheidene bijzondere uitkeringen zijn middelen aan de Openbare Lichamen verstrekt, ter besteding aan verschillende wederopbouwprojecten. Na een grondige voorbereidingsfase zijn projecten als herstel van de wegen, de aanpak van erosie en herstel van de huizen en scholen in volle gang, zodat de eilandbewoners zo goed mogelijk geholpen zijn bij het oppakken van hun dagelijks leven.

In het trustfonds bij de Wereldbank zijn in 2018 twee tranches van € 112 mln. en € 150 mln. gestort. Hiermee wordt onder andere het oude ziekenhuis gerepareerd voor de duur van de bouw van het nieuwe ziekenhuis, bijgedragen aan het orkaanbestendig maken van het nieuwe ziekenhuis, daken hersteld, een leenfaciliteit voor het lokale midden en kleinbedrijf opgezet en de afvalproblematiek aangepakt.

Van de € 550 mln. die het kabinet heeft gereserveerd voor de wederopbouw van Sint Maarten, wordt ongeveer € 80 mln. niet via het trustfonds, maar als «directe steun» verstrekt. Hieronder valt een bijdrage aan de twee politieke voorwaarden die Nederland verbond aan het beschikbaar stellen van de € 550 mln.: de inrichting van de Integriteitskamer en de versterking van het grenstoezicht. Verder wordt met de directe steun onder andere de versterking van de rechtshandhaving (detentie en Korps Politie Sint Maarten), technische assistentie (onder andere rond de afvalproblematiek) en het betrekken van bedrijven uit het Koninkrijk bij de wederopbouw gefinancierd.

Naast de tranches die in het trustfonds zijn gestort is in 2018 tweemaal liquiditeitssteun verstrekt aan Sint Maarten. Beide bedragen zijn betaald uit de middelen voor wederopbouw Sint Maarten.

De Kamer is over de voortgang van de wederopbouw gedetailleerd geïnformeerd in een brief d.d. 18 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19 34 773, nr. 17).

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

0

0

0

28.103

331.958

0

331.958

                 
 

Uitgaven:

0

0

0

21.491

338.226

0

338.226

                 

8.1

Wederopbouw

0

0

0

0

319.304

0

319.304

 

Opdrachten

0

0

0

0

134

0

134

 

Wederopbouw op Sint Maarten

0

0

0

0

134

0

134

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

11.842

0

11.842

 

KPSM

0

0

0

0

3.358

0

3.358

 

Wederopbouw op Sint Eustatius

0

0

0

0

3.463

0

3.463

 

Wederopbouw op Sint Maarten

0

0

0

0

250

0

250

 

Wederopbouw op Saba

0

0

0

0

3.861

0

3.861

 

Grenstoezicht Sint Maarten

0

0

0

0

910

0

910

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

268.749

0

268.749

 

Wederopbouw op Sint Maarten

0

0

0

0

6.748

0

6.748

 

Wereldbank

0

0

0

0

262.001

0

262.001

 

Leningen

0

0

0

0

38.579

0

38.579

 

Liquiditeitssteun Sint Maarten

0

0

0

0

38.579

0

38.579

                 

8.2

Noodhulp

0

0

0

21.491

18.922

0

18.922

 

Opdrachten

0

0

0

6.861

425

0

425

 

Noodhulp

0

0

0

6.861

425

0

425

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

1.617

0

1.617

 

Noodhulp op Sint Maarten

0

0

0

0

33

0

33

 

Noodhulp op Sint Eustatius en Saba

0

0

0

0

1.584

0

1.584

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

14.630

16.880

0

16.880

 

Ministerie van I&W

0

0

0

6.350

0

0

0

 

Ministerie van Defensie

0

0

0

0

16.837

0

16.837

 

Ministerie van VWS

0

0

0

1.682

0

0

0

 

Ministerie van JenV

0

0

0

5.444

43

0

43

 

Ministerie van OCW

0

0

0

836

0

0

0

 

Ministerie van BZ

0

0

0

318

0

0

0

                 
 

Ontvangsten:

0

0

0

0

1.467

0

1.467

E Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

In 2018 zijn de middelen van de Aanvullende Post aan artikel 8 toegevoegd.

8.1 Wederopbouw

De resterende middelen uit 2017 zijn doorgeschoven naar 2018. Vanaf de Aanvullende Post zijn gedurende 2018 middelen overgeheveld naar dit artikel. De overgebleven middelen van 2018 schuiven door naar 2019.

Opdrachten

Wederopbouw op Sint Maarten

Dit betreft opdrachten voor technische assistentie door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten International (VNG I), het vervoer van brandweermateriaal en advies bij oplossing afvalproblematiek.

Bijdragen aan medeoverheden

Korps Politie Sint Maarten (KPSM)

Het Korps Politie Sint Maarten wordt sinds orkaan Irma ondersteund middels financiering uit directe steun. Zo heeft het politiekorps politievoertuigen en uniformen aangeschaft en een nieuwe meldkamer betrokken. Deze meldkamer is medio december 2018 officieel geopend. Hij is orkaanbestendig en biedt voor het eerst gezamenlijke huisvesting aan de drie hulpdiensten (politie, brandweer en ambulance).

Wederopbouw Saba en Sint Eustatius

In 2018 is de wederopbouw ter hand genomen. Op beide eilanden zijn verscheidene wederopbouwprojecten voorbereid en gestart om het dagelijks leven van de inwoners zo goed mogelijk te herstellen. Zo is er op beide eilanden hard gewerkt aan het herstel van de openbare ruimte, onroerende zaken en natuur en milieu. Het overgrote deel van de projecten loopt nog. Op Sint Eustatius is onderzoek gedaan naar de erosie van het eiland en is begonnen aan de stabilisering van de klif onder Fort Oranje.

Grenstoezicht Sint Maarten

Ter versterking van het grenstoezicht is een onderlinge regeling opgesteld tussen Nederland en Sint Maarten voor een periode van twee jaar. Op basis van de regeling is met alle betrokken diensten en ministeries van Sint Maarten en Nederland een plan van aanpak opgesteld (april 2018) en is er op basis van een bestedingsplan geld beschikbaar gesteld aan Sint Maarten.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Wederopbouw op Sint Maarten

Na de noodhulpfase voor de Bovenwindse Eilanden en in aanloop naar het operationeel worden van het trustfonds bij de Wereldbank verleende Nederland bijna € 7 mln. aan steun voor zogeheten «early recovery»-projecten, voornamelijk uitgevoerd door lokale niet-gouvernementele organisaties. De brief aan de Tweede Kamer van d.d. 18 december 2018 (Kamerstukken II 2018/19, 34 773, nr. 17) bevat gedetailleerde informatie over de uitvoering van deze projecten.

Wereldbank

Vanuit het trustfonds bij de Wereldbank wordt onder andere het oude ziekenhuis gerepareerd voor de duur van de bouw van het nieuwe ziekenhuis, bijgedragen aan het orkaanbestendig maken van het nieuwe ziekenhuis, daken hersteld, een leenfaciliteit voor het lokale midden en kleinbedrijf opgezet en de afvalproblematiek aangepakt.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Sint Maarten

De slecht onderhouden gevangenis Pointe Blanche is door orkaan Irma beschadigd geraakt. Vanuit directe steun is bijstand gefinancierd voor de bewaking van de buitenring van de gevangenis, ondersteuning bij het opstellen van een plan van aanpak en het (tijdelijk) overplaatsen van gedetineerden. Ten behoeve van deze bijstand is bij 2e suppletoire begroting 2018 budget overgeheveld naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV).

Daarnaast levert de Nationale Politie tijdelijk 34 fte. aan personele bijstand en opleiders aan het Korps Politie Sint Maarten. Door de bijstand van Nederlandse politieagenten heeft het korps gelegenheid het eigen (nieuwe) personeel op te leiden. Ten behoeve van deze bijstand is bij 2e suppletoire begroting 2018 budget overgeheveld naar JenV.

Leningen

Liquiditeitssteun Sint Maarten

In 2018 is tweemaal liquiditeitssteun verstrekt aan Sint Maarten: voor het jaar 2017 is € 22,8 mln. verstrekt en voor het eerste kwartaal van 2018 (€ 15,3 mln.). Beide bedragen zijn verstrekt in de vorm van een renteloze lening met een termijn van 30 jaar en zijn betaald uit de middelen voor wederopbouw Sint Maarten.

8.2 Noodhulp

Vanuit 2017 zijn de resterende middelen aan 2018 toegevoegd, het saldo over 2018 (uitgaven en ontvangsten) komt ten gunste van het generale beeld.

Opdrachten

In het kader van de noodhulp zijn diverse opdrachten verstrekt zoals ten behoeve van ondersteund ambulance personeel, contra-expertise bij inschatten veiligheidsrisico`s, en het herstel van het hekwerk op de klif onder Fort Oranje van Sint Eustatius.

Bijdragen (inter)nationale organisaties

Sint Eustatius

Er is een bijdrage beschikbaar gesteld voor het herstel van woningen en het opknappen van de zeehavenboot de Waterman.

Saba

Er is een bijdrage ter beschikking gesteld voor bouwmaterialen, schoonmaken van wegen, alternatieve huisvesting, noodreparaties aan de haven en de waterfabriek, en herstel van gebouwen.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Voor het overgrote deel hebben deze uitgaven betrekking op de uitgaven die Defensie heeft gedaan in het kader van verlenen van noodhulp.

Ontvangsten

Dit betreft EU-subsidie op nacalculatiebasis voor een vijftal projecten in het kader van de noodhulp. De bedragen zijn door BZK voorgefinancierd. Bij het vaststellen van de begroting was het nog duidelijk of het mogelijk was om EU-subsidie te ontvangen. Daarnaast heeft JenV een noodhulpbedrag gerestitueerd ad € 0,56 mln.

6. NIET-BELEIDSARTIKELEN

Artikel 6. Apparaat

Op dit artikel worden alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van de onder deze begroting vallende onderdelen gepresenteerd. Vanaf 2016 worden de apparaatskosten voor de ambtenaren op het departement verantwoord op begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

A Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van artikel 6 Apparaat (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

0

0

21.176

21.660

24.918

21.059

3.859

                 
 

Uitgaven:

0

0

21.310

20.556

24.972

21.059

3.913

                 

6.1

Apparaat

0

0

21.310

20.556

24.972

21.059

3.913

 

Personele uitgaven

0

0

10.696

11.709

13.092

12.831

261

 

waarvan: Eigen personeel

0

0

9.972

10.429

11.908

12.597

– 689

 

waarvan: Externe inhuur

0

0

724

1.277

1.184

234

950

 

waarvan: Overig personeel

0

0

0

3

0

0

0

 

Materiële uitgaven

0

0

10.614

8.847

11.880

8.228

3.652

 

waarvan: Overig materieel

0

0

10.614

8.847

11.880

8.228

3.652

                 
 

Ontvangsten:

0

0

912

747

1.452

0

1.452

B Toelichting op de financiële instrumenten

De apparaatsuitgaven voor het Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN), het College Financieel Toezicht (CFT), Rijksvertegenwoordiger en de Vertegenwoordigingen van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VNACS) worden verantwoord op dit artikel. Voor de ondersteuning van de regeringscommissaris op Sint Eustatius zijn bij 1e suppletoire begroting extra middelen aan dit artikel toegevoegd.

Personele uitgaven en materiële uitgaven

Dit betreft de personele en materiële uitgaven van voornamelijk het SSO-CN. De bijdrage van het Ministerie van Financiën, voor de Belastingdienst en de aangesloten agentschappen, wordt jaarlijks aan de begroting van Koninkrijksrelaties toegevoegd. Bij tweede suppletoire begroting 2018 zijn extra middelen toegevoegd voor het vervangen van oude hardware, dat nodig bleek te zijn om de onvolkomenheid op de informatiebeveiliging SSO-CN aan te pakken.

Een deel van de uitgaven hangt samen met de ontwikkeling van de wisselkoers. Bij voorjaarsnota 2017 zijn de budgetten gecompenseerd voor de geschatte wisselkoersimpact. Bij Slotwet zijn de budgetten gecorrigeerd op basis van daadwerkelijke wisselkoersimpact. Vanwege het negatieve effect zijn er middelen aan de wisselkoersreserve onttrokken.

Ontvangsten

Het betreffen diverse ontvangsten van het SSO-CN.

Artikel 7. Nominaal en onvoorzien

A Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 7 nominaal en onvoorzien ((bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

0

0

0

0

0

874

– 874

                 
 

Uitgaven:

0

0

0

0

0

874

– 874

                 

7.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

 

waarvan: Programma

0

0

0

0

0

0

0

 

waarvan: Apparaat

0

0

0

0

0

0

0

                 

7.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

 

waarvan: Programma

0

0

0

0

0

0

0

 

waarvan: Apparaat

0

0

0

0

0

0

0

                 

7.3

Onvoorzien

0

0

0

0

0

738

– 738

                 

7.4

Wisselkoersreserve

0

0

0

0

0

136

– 136

                 
 

Ontvangsten:

0

0

0

0

0

0

0

B Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

7.3 Onvoorzien

Het budget op het artikel 7.3 Onvoorzien is bij 2e suppletoire begroting 2018 toegevoegd aan diverse artikelen binnen de begroting.

7.4 Wisselkoersreserve

Voor het meerjarig opvangen van valutaschommelingen is voor Hoofdstuk IV (Koninkrijksrelaties) en het BES-fonds een wisselkoersreserve ingesteld op dit artikel.

Bij Slotwet 2018 is de daadwerkelijke wisselkoersimpact berekend en zijn de verschillen met de compensatie bij voorjaarsnota 2018 gecorrigeerd. De wisselkoersreserve in 2019 bedraagt circa € 7,9 mln. t.o.v. 6,4 mln. aan het begin van 2018.

7. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV)

Paragraaf 1 – uitzonderingsrapportage voor de vier verplichte onderdelen:

1. Rechtmatigheid

Overschrijding(en) rapporteringstolerantie(s) fouten en onzekerheden

Uit de controle door de Auditdienst Rijk over 2018 is gebleken dat er geen fouten en onzekerheden zijn op artikelen van het hoofdstuk Koninkrijkrelaties (IV) die gerapporteerd moeten worden.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

3. Financieel- en materieel beheer

Voor het financieel- en materieel beheer wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

4. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Voor overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2 – Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

C. BELEIDSVERSLAG BES-FONDS

8. BELEIDSPRIORITEITEN

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt versterkt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren.

9. BELEIDSARTIKEL

Artikel 1. BES-fonds

A Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling van de eilanden naar behoren uit te voeren.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering; dat wil zeggen dat de openbare lichamen zelf mogen bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging op de algemene middelen zijn aangewezen.

Omdat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook een coördinerende taak vervult als schakel tussen de openbare lichamen en de verschillende vakdepartementen wordt twee maal per jaar per eiland een bestuurlijk overleg georganiseerd. Deze bijeenkomsten bieden de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius om te overleggen met de vakdepartementen in Den Haag waarmee een goede relatie en samenwerking tussen de rijksoverheid en de drie eilandbesturen op bestuurlijk en ambtelijk niveau wordt bewerkstelligd.

De wet Financiën BES (de wet FinBES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om corrigerend op te treden op het gebied van financiën en financieel beheer. De openbare lichamen mogen in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.

C Beleidsconclusies

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt versterkt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 BES-fonds (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

38.786

46.939

42.124

42.552

38.619

41.386

– 2.767

                 
 

Uitgaven:

38.686

46.586

42.124

40.985

39.047

41.386

– 2.339

                 

1.1

BES-fonds

38.686

46.586

42.124

40.985

39.047

41.386

– 2.339

 

Opdrachten

0

98

0

0

0

100

– 100

 

Onderzoek

0

98

0

0

0

100

– 100

 

Bijdragen aan medeoverheden

38.686

46.488

42.124

40.985

39.047

41.286

– 2.239

 

Vrije uitkering

38.686

46.488

42.124

40.985

39.047

41.286

– 2.239

                 
 

Ontvangsten:

38.686

46.586

42.124

40.985

39.047

41.386

– 2.339

E Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Bijdrage aan medeoverheden

Vrije uitkering

De vrije uitkering omvat de vrij besteedbare middelen voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarmee zij hun publieke taken uitvoeren. De hoogte van de vrije uitkering wordt vastgesteld in US dollars.

Het verschil tussen begroting en realisatie komt hoofdzakelijk voort uit wisselkoersmeevallers die zijn toegevoegd aan de wisselkoersreserve op artikel 7 van de begroting IV van Koninkrijksrelaties. Daarnaast zijn kleine correcties op uitkeringen uit voorgaande jaren uitbetaald en is het structurele deel van de zogenaamde integrale middelen voor Saba toegevoegd aan de vrije uitkering. De uitkering van de loon- en prijsbijstelling 2018 heeft begin 2019 plaatsgevonden.

10. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF VAN HET BES-FONDS (H)

Paragraaf 1 – uitzonderingsrapportage voor de vier verplichte onderdelen:

1. Rechtmatigheid

Overschrijding(en) rapporteringstolerantie(s) fouten en onzekerheden

Uit de controle door de Auditdienst Rijk over 2018 is gebleken dat er geen fouten en onzekerheden zijn op artikelen van het BES-Fonds (H) die gerapporteerd moeten worden.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

3. Financieel- en materieel beheer

Voor het financieel- en materieel beheer wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

4. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Voor overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2 – Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringparagraaf van het jaarverslag in begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

D. JAARREKENING KONINKRIJKSRELATIES

11. DE VERANTWOORDINGSSTAAT

Verantwoordingsstaat 2018 van Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)
 

– 1 –

– 2 –

3=(2–1)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

73.655

246.086

41.670

434.458

625.079

53.814

360.803

378.993

12.144

                     
 

Beleidsartikelen

                 

1

Waarborgfunctie

40.717

40.717

0

27.795

45.772

3.952

– 12.922

5.055

3.952

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

11.005

11.005

3.949

49.787

43.677

6.563

38.782

32.672

2.614

5

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

0

172.431

37.721

0

172.432

40.380

0

1

2.659

8

Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse eilanden

0

0

0

331.958

338.226

1.467

331.958

338.226

1.467

                     
 

Niet beleidsartikelen

                 

6

Apparaat

21.059

21.059

0

24.918

24.972

1.452

3.859

3.913

1.452

7

Nominaal en onvoorzien

874

874

0

0

0

0

– 874

– 874

0

12. DE SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2018 VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV)

(bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2018

31-12-2017

 

Passiva

31-12-2018

31-12-2017

 

Intra-comptabele posten

             

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

625.079

359.001

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

53.814

59.059

                 

3)

Liquide middelen

94.024

64.966

         
                 

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

666.261

369.328

                 

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

0

 

5a)

Begrotingsreserves

0

0

                 

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

1.620

5.144

 

7)

Schulden buiten begrotingsverband

648

724

                 

8)

Kas-transverschillen

0

0

         
                 
 

Subtotaal intra-comptabel

720.723

429.111

   

Subtotaal intra-comptabel

720.723

429.111

 

Extra-comptabele posten

             

9)

Openstaande rechten

0

0

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

                 

10)

Vorderingen

1.244.528

1.218.667

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

1.244.528

1.218.667

                 

11a)

Tegenrekening schulden

0

2.584

 

11)

Schulden

0

2.584

                 

12)

Voorschotten

347.328

221.112

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

347.328

221.112

                 

13a)

Tegenrekening garantie-verplichtingen

2.106

2.727

 

13)

Garantieverplichtingen

2.106

2.727

                 

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

323.903

513.777

 

14)

Andere verplichtingen

323.903

513.777

                 

15)

Deelnemingen

0

0

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

0

                 
 

Subtotaal extra-comptabel

1.917.865

1.958.867

   

Subtotaal extra-comptabel

1.917.865

1.958.867

                 
 

Overall Totaal

2.638.588

2.387.978

   

Overall Totaal

2.638.588

2.387.978

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2018 HIV

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2018 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het bedrag is als volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

a) Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten1

3.147.750

b) College Financieel Toezicht

170.223

c) Rijksdienst Caribisch Nederland

11.963.319

d) Bank lopende inschrijving

78.742.513

Totaal

94.023.805

X Noot
1

Deze post wordt bepaald door een storting op de Maduro Curiel’s Bank N.V. voor betalingen in de komende perioden voor deze kasbeheerder.

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De rekening-courant FIN/RHB CFT Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn in 2018 opgeheven. De saldi zijn gestort op de rekening-courant RHB. De volgende rekening-courantverhoudingen zijn opgenomen in de balans:

 

(Bedragen in €)

a) Rekening-courant FIN/RHB

654.321.826

e) Rekening-courant FIN/RHB Bevoorschotting BES/RCN

11.938.520

Totaal

666.260.346

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

887.725

b) Intra-comptabele voorschotten

434.025

c) Overige vorderingen

297.598

Totaal

1.619.348

Ad a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten, College Financieel Toezicht en de Rijksdienst Caribisch Nederland het CFT bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.

Ad b) Intra-comptabele voorschotten

Het saldo heeft betrekking op voorschotten salaris, verhuis- en studiekosten verstrekt aan uitgezonden personeel. De posten worden verrekend met het te betalen salaris.

Ad c) Overige vorderingen

Het saldo betreft een intercompany verhouding met begrotingshoofdstuk VII.

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten

647.537

Totaal

647.537

Ad a) Schulden Kasbeheerders Rijksdienst

De schulden van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de RCN bestaan voornamelijk uit nog te betalen pensioenpremies en diverse af te dragen belastingen.

Ad 10. Vorderingen

Ad 10a. Tegenrekening vorderingen

Het saldo per 31 december 2018 kan als volgt worden gespecificeerd:

Artikel

Omschrijving

(Bedragen in €)

Artikel 1

Ontv. waarborgfunctie

336.183

Artikel 4

Ontv. bev.soc.econ. Structuur

10.689

Artikel 5

Ontv. Schuldsan.lop.inschr.len.

1.205.553.058

Artikel 6

Apparaat

47.772

Artikel 8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

38.579.462

Totaal

 

1.244.527.164

Naar ontstaansjaar
       

(Bedragen in €)

Ontstaansjaar

Stand per 1/1

Opgeboekt

Afgeboekt

Stand per 31/12

2014

1.007.880.656

 

– 4.376.184

1.003.504.472

2015

138.028.666

 

– 3.755.631

134.273.035

2016

29.701.525

 

0

29.701.525

2017

43.055.976

 

– 4.965.050

38.090.925

2018

 

130.965.612

– 92.008.405

38.957.207

Totaal

1.218.666.823

130.965.612

– 105.105.270

1.244.527.164

Naar de mate van opeisbaarheid van de vorderingen
 

(Bedragen in €)

 

Direct opeisbaar

Op termijn opeisbaar

Totaalbedrag

a) Algemeen

394.643

0

394.643

b) Leningen; artikel 5 en 8

0

1.244.132.521

1.244.132.521

Totaal

394.643

1.244.132.521

1.244.527.164

Toelichting:

Artikel 1: waarborgfunctie

Dit betreft vorderingen voor waarborgsommen voor huur van appartementen en aansluitingen voor water en elektra (€ 0,1 mln.) van uitgezonden personeel. Daarnaast gaat het om facturen uit 2017 en 2018 die namens andere departementen bij BZK geboekt zijn, maar door derden betaald moeten worden. In 2019 wordt dit afgehandeld (€ 0,2 mln.).

Artikel 5: Schuldsanering lopende inschrijvingen / leningen
 

Gehanteerde koersen1

Valuta

Euro

a) Lening OBNA

in €

 

1.340.105

b) Maatregel Tussenbalans

in €

 

4.598.142

c) Water- en Energiebedrijf (akte 263-JZ/1995)

AFL 0,47

10.604.148

4.983.950

d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

in €

 

978.385.848

e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

in €

 

216.245.013

Totaal

   

1.205.553.058

X Noot
1

De begrotingskoers in de kolom gehanteerde koersen is 0,47.

Ad a) Lening OBNA

De Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) heeft in 2001 een aanvullende lening ontvangen ten behoeve van de financiering van een krediettranche inzake de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De lening heeft een looptijd van 30 jaar en eindigt op 31 december 2030. Het rentepercentage bedraagt 2,5% en is de eerste acht jaar vrij van aflossing en rente geweest.

Ad b) Maatregel Tussenbalans

In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn gedurende de periode 1991 tot en met 1995 diverse begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Ad c) Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)

Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 2009 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta ad AFL 28 mln. (€ 10,9 mln.). Inmiddels is er op deze lening een bedrag van € 5,9 mln. afgelost. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.

Ad d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

Op 15 oktober 2010 heeft de Nederlandse Staat vijf leningen verstrekt aan het land Curaçao. De maximale looptijd van de langstlopende lening is 30 jaar.

Op 16 september 2013 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 60 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 2 juni 2014 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 250 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 20 februari 2015 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 267,1 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 31 december 2015 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 35 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 6 juni 2016 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 60 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 30 november 2017 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 60 mln.) verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.

Ad e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

Op 21 oktober 2010 heeft de Nederlandse Staat een vijftal leningen verstrekt aan het land Sint Maarten. De maximale looptijd van de langstlopende lening is 30 jaar.

Op 12 oktober 2011 heeft de Nederlandse Staat een volgende lening verstrekt. De maximale looptijd van deze lening was 5 jaar. Op 12 oktober 2016 is deze lening (ten bedrage van ANG 26 mln.) op verzoek van Sint Maarten met 5 jaar verlengd. De looptijd is 7 jaar met een aflossing in 5 jaarlijkse termijnen startende op 12 oktober 2019. De rente is 0,5% (incl. boeterente).

Op 2 juni 2014 heeft de Nederlandse Staat drie leningen aan Sint Maarten verstrekt voor een bedrag van ANG 150 mln. Aan Sint Maarten is op 21 november 2014 eveneens een lening verstrekt van ANG 30,2 mln. De maximale looptijd van deze leningen is 30 jaar.

Op 25 augustus 2017 heeft de Nederlandse Staat een lening aan Sint Maarten verstrekt voor een bedrag van ANG 21,7 mln. Deze lening heeft een looptijd van 15 jaar.

Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

In het kader van de wederopbouw heeft de Nederlandse Staat in 2018 twee leningen verstrekt als liquiditeitssteun voor Sint Maarten. De eerste is op 16 februari 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 50 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossingen van ANG 2 mln. vanaf januari 2023. De tweede is op 27 september 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 32,6 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossing van ANG 1,304 mln. vanaf januari 2023.

De meeste leningen worden afgesloten volgens het principe dat de gehele lening bij einddatum wordt afgelost. Sint Maarten heeft echter bij één lening aangegeven jaarlijks af te lossen. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.

Ad 12. Voorschotten

ad. 12a. Tegenrekening voorschotten

De verschuiving in de jaarlagen is een correctie op tabel ontstaansjaren in de eindstanden jaarrekening 2017.

Ontstaansjaar

Stand 31.12.2017

correctie jaarlaag

Gecorr. stand 01.01.2018

2014

93.518.218,00

1.600.000

95.118.218

2015

8.721.796

– 1.600.000

7.121.796

2016

49.239.709

 

49.239.709

2017

69.631.621

0

69.631.621

Totaal

221.111.344

0

221.111.344

De saldi van de per 31 december 2018 openstaande voorschotten en van de in 2018 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

       

(Bedragen in €)

Ontstaansjaar

Gecorr. stand 01.01.2018

verstrekt 2018

afgerekend 2018

stand 31-12-2018

2014

95.118.218

 

94.582.514

535.704

2015

7.121.796

 

1.072.200

6.049.596

2016

49.239.709

 

41.751.465

7.488.244

2017

69.631.621

 

53.980.825

15.650.796

2018

0

322.265.025

4.662.190

317.602.835

Totaal

221.111.344

322.265.025

196.049.194

347.327.175

De saldi van der per 31 december 2018 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:

Artikel

Omschrijving artikel

Bedragen in €

1

Waarborgfunctie

21.937.814

4

Bevorderen soc. econ. struct.

40.260.408

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

285.128.953

 

Totaal openstaande voorschotten

347.327.175

Toelichting:

Artikel 1: Waarborgfunctie

De openstaande voorschotten op dit artikel betreffen voornamelijk de voorschotten verstrekt aan het Korps Landelijke Politiediensten ten behoeve van de inzet van het Recherche samenwerkingsteam (€ 18,9 mln.). De voorschotten worden in 2019 en volgende jaren afgewikkeld na ontvangst van de in de Rijksministerraad goedgekeurde jaarrekening, jaarverslag en verklaring van de externe accountant.

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

Een deel van de openstaande voorschotten heeft betrekking op de bijdrage aan de openbare lichamen in het kader van regeling bijzonder uitkering integrale middelen BES (€ 21,1 mln.). Het betreft diverse projecten o.a. op het gebied van sociaal-maatschappelijk werk en sociaal-economische ontwikkeling en het bevorderen van kinderopvang. De vaststelling vindt plaats op basis van de Jaarverslagen van de openbare lichamen over het laatste jaar van uitvoering. Daarnaast staat er nog een klein deel van de verstrekte voorschotten aan de stichting Fondo Desaroyo Aruba (FDA) open (€ 4,4 mln.). In 2019 wordt deze volledig verantwoord. Ook staan er nog voorschotten open (€ 3,1 mln.) aan de stichting fonds voor sociale ontwikkeling en economische bedrijvigheid o.a. voor de bijdrage aan het riool van Bonaire. Ook staat er nog een voorschot (€ 1,9 mln.) open als onderdeel van een bijdragen aan het Openbaar Lichaam van Bonaire voor bevorderen goed bestuur en kinderrechten in Bonaire die in 2020 worden afgerekend.

Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Dit betreft grotendeels een deel van de 1e tranche (€ 112 mln.) en de 2e tranche (€ 150 mln.) aan het Trustfonds van de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw van Sint-Maarten.

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

De stand van de Garantieverplichtingen is al volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

 

Verplichtingen per 1/1

2.726.200

 

Aangegane garantieverplichtingen in 2018 incl. neg. bijstellingen

0

+/+

 

2.726.200

 
     

Tot betaling gekomen in 2018

0

 

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

620.226

–/–

 

2.105.974

 

Toelichting:

1. Garantie Atradius

De garantieverplichting (€ 0,2 mln.) op de leningen die door Atradius verstrekt zijn, hebben betrekking op een overeenkomst van het Rijk voor het garant staan van Nederland voor de aflossing en rente van deze leningen door het Land Aruba. Tot op heden is er geen beroep gedaan op deze garantstelling. Aruba betaalt consequent en de garantie loopt contractueel in 2019 af.

2. Bankgarantie Europese Commissie ten behoeve van Bonaire

Alleen de garantie (€ 1,9 mln.) ten behoeve van de voorschotten verstrekt door de Europese Commissie voor het Bonaire riolerings- en waterzuiveringsprogramma staat nog open. Deze garantie is in 2017 verlengd tot 30 juni 2019.

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De stand van de openstaande verplichtingen BiBBV is al volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

 

Verplichtingen per 1/1

513.037.435

 

Aangegane verplichtingen in 2018 incl. neg. bijstellingen

447.433.665

+/+

 

960.471.100

 
     

Tot betaling gekomen in 2018

625.078.903

 

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

12.975.961

–/–

 

322.416.236

 

Toelichting:

De toelichting op de aangegane verplichtingen heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2018.

Artikel 1: Waarborgfunctie

De verplichtingenstand voor de bijdrage aan de Nationale Politie is totaal met € 11,8 mln. naar beneden bijgesteld om in overeenstemming te komen met de hoogte van de jaarlijkse bijdrage conform het jaarverslag RST 2017. Daarnaast is bij afronding van het Duradero-project de verplichting van € 0,3 mln. naar beneden bijgesteld en heeft de eindafrekening voor het bekostigen van het Voorzieningenstelsel Buitenlandtoelagen Rechtelijke Ambtenaren (VBRA) voor het jaar 2015 plaatsgevonden wat een bijstelling van € 0,2 mln. heeft opgeleverd.

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

De bijdrage aan het RVB voor het jaar 2018 viel lager uit waardoor de verplichting met € 0,4 mln. naar beneden is bijgesteld.

Artikel 6: Apparaat

Met betrekking tot administratieve verlaging verrekenverplichting zijn de verplichtingen op het apparaat van Vertegenwoordiging van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten met € 0,1 mln. verlaagd.

De stand van de openstaande verplichtingen BuBBV is al volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

 

Verplichtingen per 1/1

739.013

 

Aangegane verplichtingen in 2018 incl. neg. bijstellingen

747.269

+/+

 

1.486.282

 
     

Tot betaling gekomen in 2018

0

 
 

1.486.282

 
 

(Bedragen in €)

 

Recapitulatie balanspost

   

Verplichtingen binnen begrotingsverband

322.416.236

 

Verplichtingen buiten begrotingsverband

1.486.282

+/+

 

323.902.518

 

Niet uit de balans blijkende verplichting

Op 16 april 2018 is tussen de Staat der Nederlanden en de Wereldbank een Administration Agreement gesloten voor de oprichting van een Trustfonds bij de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw activiteiten op Sint Maarten als gevolg van orkaan Irma. Nederland stelt maximaal € 470 mln. beschikbaar voor dit Trustfonds, waarbij de Wereldbank als onafhankelijk expert Sint Maarten begeleidt bij het opstellen van het integraal herstelplan (National Recovery and Resilience Plan, NRRP).Het bedrag van € 470 mln. is een maximale (politieke) toezegging en komt in delen ter beschikking (zie ook kamerbrief, kenmerk 2018–0000182402). Dit wordt in een tripartite samenwerking vormgegeven tussen Sint Maarten, de Wereldbank en Nederland, die ieder een vertegenwoordiger in de stuurgroep hebben. Deelbetalingen worden toegekend, nadat de stuurgroep voorstellen van programma’s en projecten in het kader van NRRP heeft beoordeeld en goedgekeurd.

In 2018 hebben twee (deel)betalingen plaatsgevonden, te weten € 112 mln. en € 150 mln. die beide als voorschot in de voorschotadministratie zijn opgenomen. Daarnaast is na advies van het Cft besloten liquiditeitssteun te verstrekken aan Sint Maarten in de vorm van een overbruggingskrediet ter grootte van € 15,7 mln. (incl. wisselkoerseffect) welke ook ten laste is gegaan van de maximaal ter beschikking gestelde middelen van € 470 mln. Het resterende deel, te weten € 192,3 mln., is als niet uit de balans blijkende verplichting opgenomen.

E. JAARREKENING BES-FONDS

13. DE VERANTWOORDINGSSTAAT

Verantwoordingsstaat 2018 van het BES-fonds (H) (bedragen x € 1.000)
   

– 1 –

– 2 –

3=(2–1)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

41.386

41.386

41.386

38.619

39.047

39.047

– 2.767

– 2.339

– 2.339

 

Beleidsartikelen

                 

1

BES-Fonds

41.386

41.386

41.386

38.619

39.047

39.047

– 2.767

– 2.339

– 2.339

14. DE SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2018 VAN HET BES-FONDS (H)

(bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2018

31-12-2017

 

Passiva

31-12-2018

31-12-2017

 

Intra-comptabele posten

             

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

39.047

40.985

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

39.047

40.985

                 

3)

Liquide middelen

0

0

         
                 

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

0

                 

5)

Tegenrekening begrotingsreserves

0

0

 

5a)

Begrotingsreserves

0

0

                 

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

0

0

 

7)

Schulden buiten begrotingsverband

0

0

                 

8)

Kas-transverschillen

0

0

         
                 
 

Subtotaal intra-comptabel

39.047

40.985

   

Subtotaal intra-comptabel

39.047

40.985

 

Extra-comptabele posten

             

9)

Openstaande rechten

0

0

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

                 

10)

Vorderingen

0

0

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

0

0

                 

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

 

11)

Schulden

0

0

                 

12)

Voorschotten

41.171

43.536

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

41.171

43.536

                 

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

0

 

13)

Garantieverplichtingen

0

0

                 

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

1.140

1.567

 

14)

Andere verplichtingen

1.140

1.567

                 

15)

Deelnemingen

0

0

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

0

                 
 

Subtotaal extra-comptabel

42.311

45.103

   

Subtotaal extra-comptabel

42.311

45.103

                 
 

Overall Totaal

81.358

86.088

   

Overall Totaal

81.358

86.088

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2018 H64 (H)

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2018 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 4a. Rekening courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement.

 

(Bedragen in €)

a) Rekening-courant FIN/RHB

0

Totaal

0

Ad 12. Voorschotten

Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2018 openstaande voorschotten en van de in 2018 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

       

(Bedragen in €)

Ontstaansjaar

stand 1-1-2018

verstrekt 2018

afgerekend 2018

stand 31-12-2018

2014

1.032.682

 

0

1.032.682

2015

657.661

 

0

657.661

2016

833.223

 

0

833.223

2017

41.012.425

 

41.012.425

0

2018

0

38.647.068

 

38.647.068

 

43.535.991

38.647.068

41.012.425

41.170.634

De saldi van der per 31 december 2018 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:

Artikel

Omschrijving

(Bedragen in €)

1

BES-Fonds

41.170.634

Totaal

 

41.170.634

Toelichting:

Artikel 1: BES-fonds

Het BES-fonds is een begrotingsfonds. De openbare lichamen BES ontvangen deze middelen van het Rijk om de overeengekomen taken uit te voeren (vergelijkbaar met het gemeentefonds). Het openstaand saldo heeft voor het grootste deel betrekking op in 2018 verstrekte voorschotten aan Bonaire (€ 21,9 mln.), Sint-Eustatius (€ 8,8 mln.) en Saba (€ 7,8 mln.) inzake de vrije uitkeringen.

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad. 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De stand van de openstaande verplichtingen BiBBV is al volgt opgebouwd:
 

(Bedragen in €)

 

Verplichtingen per 1/1

1.566.656

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar incl. neg. bijstellingen

40.185.493

+/+

 

41.752.149

 
     

Tot betaling gekomen in 2018

39.046.146

 

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

1.566.656

 
 

1.139.347

–/–

Toelichting:

De toelichting op de aangegane verplichtingen heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2016.

Artikel 1: BES-fonds

Dit betreft de afboeking (€ 1,6 mln.) van de opstaande verplichtingen aan de Openbare Lichamen uit het jaar 2017. De afwikkeling van deze posten (vordering op de Openbare lichamen op de begroting van Koninkrijksrelaties) is meegenomen in een nieuwe verplichting voor 2018.

F. BIJLAGEN

15. AFGEROND EVALUATIE- EN OVERIG ONDERZOEK KONINKRIJKSRELATIES

Artikel-nummer en naam

Titel, onderwerp

Jaar van afronding

1. Waarborgfunctie: rechtshandhaving en deugdelijkheid van bestuur

 

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

1a. Beleidsdoorlichtingen

   
 

Doorlichting van beleidsartikel 1 van het begrotingshoofdstukI V Koninkrijksrelaties «de Waarborgfunctie»

2017

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
     
 

Rijkswetten Justitie

2015

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

2a. MKBA’s

   
 

Niet van toepassing

 
     

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
 

Niet van toepassing

 
     

3. Overig onderzoek

   
 

Niet van toepassing

 
     

4.1 Bevorderen sociaaleconomische structuur: Curaçao, Sint Maarten en Aruba

 

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

1a. Beleidsdoorlichtingen

   
 

Beleidsdoorlichting artikel 2 Koninkrijksrelaties «Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties»

2017

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
 

Evaluatie Artikel 33 Rijkswet financieel toezicht (Rft)

2018

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

2a. MKBA’s

   
 

Niet van toepassing

 
     

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
 

Niet van toepassing

 
     

3.Overig onderzoek

   
 

Samenwerkingsbeleid Stichting Antilliaanse Medefinancieringsorganisatie (AMFO)

2014

 

Samenwerkingsbeleid Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA)

2015

 

Eindevaluatie meerjarenprogramma's Fondo Desaroya Aruba (FDA)

2017

     

4.2 Bevorderen Bevorderen sociaaleconomische structuur: Caribisch Nederland

 

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

1a. Beleidsdoorlichtingen

   
 

Niet van toepassing

 
     

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
     
 

Evaluatie Plan veiligheid nederlandse antillen

2015

 

Staatkundige positie Caribisch Nederland

2016

2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

2a. MKBA’s

   
 

Niet van toepassing

 
     

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
     
 

Niet van toepassing

 
     

3. Overig onderzoek

   
 

Onderwijsverbetering in Caribisch Nederland

2014

 

Kleine evaluatie Caribisch Nederland

2014

5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

   

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

1a. Beleidsdoorlichtingen

   
 

Beleidsdoorlichting artikel 2 Koninkrijksrelaties «Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties»

2017

     

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
 

Niet van toepassing

 
     

2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

2a. MKBA’s

   
 

Niet van toepassing

 
     

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
 

Niet van toepassing

 
     

3. Overig onderzoek

   
 

Evaluatie rijkswet financieel toezicht

2015

     

8. Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse eilanden

   

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

1a. Beleidsdoorlichtingen

   
 

Niet van toepassing

 
     

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
     
 

Niet van toepassing

 
     

2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

   

2a. MKBA’s

   
 

Niet van toepassing

 
     

2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

   
     
 

Niet van toepassing

 
     

3. Overig onderzoek

   
 

Niet van toepassing

 

16. OVERZICHT RIJKSUITGAVEN CARIBISCH NEDERLAND (BES-FONDS)

Ministerie

Artikelonderdeel

Instrument

Realisatie

2014

Realisatie

2015

Realisatie

2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

IV Koninkrijksrelaties

Artikel 1 Waarborgfunctie

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

         
 

Artikel 4 Bevorderen sociaal economische structuur

Subsidies

   

592

707

459

   

Opdrachten

   

910

1.014

558

   

Inkomensoverdrachten

   

3.303

1.385

26.086

   

Bijdragen aan medeoverheden

   

7.907

10.044

7.557

   

Bijdragen aan agentschappen

     

392

336

   

Bijdragen aan andere hoofdstukken

     

250

10

VI Justitie en Veiligheid

Artikel 31 Nationale Politie

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

20.485

21.200

22.733

23.075

23.085

 

Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

4.015

4.658

4.879

4.324

6.523

 

Artikel 34 Straffen en beschermen

Bijdrage aan agentschappen

8.444

12.720

7.143

8.501

9.110

   

Bijdrage aan medeoverheden

1.069

1.348

1.070

1.050

963

VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 6 Dienstverlenende overheid

Bijdrage aan agentschappen

1.430

1.148

1.608

1.809

2.248

 

Artikel 7 Arbeidszaken overheid

Inkomensoverdracht

810

896

0

0

 

VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel 1 Primair Onderwijs

Bekostiging

11.481

14.558

16.707

17.299

17.113

   

Subsidies

437

456

217

457

398

 

Artikel 3 Voortgezet onderwijs

Bekostiging

13.403

15.741

14.781

15.582

14.962

 

Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Bekostiging

4.313

6.600

7.020

6.108

5.491

   

Subsidies

200

342

377

304

359

   

Opdrachten

3.545

12.354

7.301

8.511

3.432

   

Bijdrage aan medeoverheden

1.000

920

1.022

1.049

960

 

Artikel 9 Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid

Subsidies

2.353

2.308

 

0

0

 

Artikel 11 Studiefinanciering

Inkomensoverdracht

2.129

3.013

3.320

3.491

3.210

 

Artikel 14 Cultuur

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

50

60

0

0

0

 

Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid

Subsidies

2.500

0

 

0

0

   

Bekostiging

 

2.500

2.500

2.500

2.500

 

Artikel 25 Emancipatie

Subsidies

156

174

179

201

78

IX Financiën

Artikel 1 Belastingen

Apparaatsuitgaven

13.211

17.897

11.885

13.283

13.312

 

Artikel 2 Financiële markten

Bijdragen aan ZBO's/ RWT's

1.188

1.010

1.189

1.843

1.879

   

Bijdragen aan internationale organisaties

       

0

   

Garanties

     

1.000

1.000

X Defensie

 

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

         

XII Infrastructuur en Waterstaat

Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling

Opdrachten

 

0

0

35

82

   

Bijdragen aan medeoverheden

283

0

0

0

 
   

Subsidies

   

4.372

4.114

4.991

 

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Opdrachten

 

2.202

0

0

0

   

Bijdragen aan medeoverheden

       

3.553

 

Artikel 17 Luchtvaart

Opdrachten

510

365

589

418

1.377

   

Bijdragen agentschappen

10.000

12.010

8.955

0

4.082

   

Bijdragen aan medeoverheden

       

779

 

Artikel 18 Scheepvaart en havens

Opdrachten

160

125

115

0

0

   

Opdrachten havens CN

   

635

141

9.729

   

Subsidies

   

81

0

144

   

Bijdragen aan medeoverheden

       

2.157

 

Artikel 21 Duurzaamheid

Opdrachten

3.697

417

280

1.450

4.471

 

Artikel 22 Externe Veiligheid en Risico's

Opdrachten

39

0

0

0

292

   

Subsidies

   

250

0

139

   

Bijdragen aan medeoverheden

       

100

 

Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Bijdragen agentschappen

610

1.335

1.040

1.055

955

 

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Bijdragen agentschappen

795

672

672

672

788

 

Artikel 26 Bijdrage aan Investeringsfondsen

 

770

       
   

Bijdragen IF

 

475

490

390

390

   

Bijdragen DF

 

702

 

0

0

 

Artikel 97 Algemeen departement

Opdrachten

 

10

63

34

0

XIII Economische Zaken

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

Opdrachten

0

125

 

106

 
   

Subsidies

       

90

   

Bijdragen aan ZBO's/ RWT's

725

725

651

651

651

 

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: duurzaam en innovatief ondernemen

Opdrachten

   

506

190

2.725

   

Subsidies

   

113

105

150

 

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Subsidies

6.807

17.108

8.446

573

3.042

 

Artikel 8 Natuur en regio

Opdrachten

980

686

761

443

1.010

   

Bijdragen aan medeoverheden

579

1.313

1.592

1.459

381

XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel 2 Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorziening

Inkomensoverdrachten

1.249

1.878

2.077

2.729

2.736

 

Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

Inkomensoverdrachten

616

703

682

804

813

 

Artikel 5 Werkloosheid

Inkomensoverdrachten

3

25

17

24

20

 

Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap

Inkomensoverdrachten

2.530

3.213

2.416

3.070

3.188

 

Artikel 7 Kinderopvang

Opdrachten

0

1.000

0

0

 
 

Artikel 8 Oudedagsvoorziening

Inkomensoverdrachten

15.254

18.274

19.197

19.794

19.003

 

Artikel 9 Nabestaanden

Inkomensoverdrachten

864

1.110

1.072

1.111

1.020

 

Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

Inkomensoverdrachten

 

0

1.868

2.050

1.857

 

Artikel 98 Algemeen

Inkomensoverdrachten

2.260

3.295

3.666

4.010

4.158

XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel 1 Volksgezondheid

Subsidies

1.240

882

0

0

0

   

Bijdragen aan medeoverheden

   

879

865

868

   

Bijdragen aan agentschappen

   

297

322

611

 

Artikel 4 Zorgbreed beleid

Bekostiging

87.618

106.717

110.954

125.422

131.365

 

Artikel 10 Apparaatsuitgaven

Personeel/materieel

8.858

 

9.410

10.046

8.819

Totaal

   

238.666

295.270

298.789

306.262

358.165

Naar boven