34 273 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2016)

Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 19 oktober 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In artikel II, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 17, zevende lid, onderdeel d, «bij aanvang van» telkens vervangen door: op enig moment tijdens.

2

Na artikel VI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIa. CESSANTIAWET BES

Na artikel 1 van de Cessantiawet BES wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan een uitbreiding dan wel een beperking worden gegeven ten aanzien van degene die als werknemer wordt beschouwd:

a. ten aanzien van vreemdelingen;

b. ter voorkoming van samenloop op grond van deze wet met een overeenkomstige regeling buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

c. in de gevallen van tijdelijk verblijf of tijdelijke werkzaamheden binnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

d. ten aanzien van echtgenoten en overige gezinsleden van de werknemer en van de in de onderdelen b en c bedoelde personen.

3

In artikel VIII, onderdeel E, wordt in het voorgestelde artikel 19a, eerste lid, onderdeel d, «bij aanvang van» telkens vervangen door: op enig moment tijdens.

4

In artikel IX wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

Artikel 2, tweede lid, aanhef, van de Toeslagenwet komt te luiden:

Behoudens het derde lid hebben voorts recht op toeslag een ongehuwde die de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt en een ongehuwde, die niet met een of meer meerderjarige personen in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft en die:.

5

Aan artikel IX wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Na artikel 44f wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 44g

In afwijking van artikel 8a, eerste lid, onderdeel c, bedraagt voor de persoon, bedoeld in artikel 2, zesde lid, de toeslag niet meer dan het verschil tussen het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend, en de loondervingsuitkering, indien:

a. van 1 juli 2016 tot en met 31 december 2016 het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend lager is dan 65% van het minimumloon;

b. in 2017 het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend lager is dan 60% van het minimumloon;

c. in 2018 het dagloon, vervolgdagloon of de grondslag waarnaar de loondervingsuitkering is berekend lager is dan 55% van het minimumloon.

6

In artikel XIX, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 5, achtste lid, onderdeel d, «bij aanvang van» telkens vervangen door: op enig moment tijdens.

7

In artikel XX, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 5, zevende lid, onderdeel d, «bij aanvang van» telkens vervangen door: op enig moment tijdens.

8

In artikel XXII wordt na onderdeel C wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Aan hoofdstuk, afdeling 3, paragraaf 2, wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1.57d

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van artikel 1.57b en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit hoofdstuk de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

9

In artikel XXII wordt na onderdeel G een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

In artikel 2.15, eerste lid, wordt «elk» vervangen door: elke.

10

In artikel XXIII, onderdeel A, wordt «bij aanvang van» telkens vervangen door: op enig moment tijdens.

11

Artikel XXIII, onderdeel B, komt te luiden:

B

Artikel IX wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in onderdeel A, onder 2, voorgestelde zevende lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. de persoon:

1°. die onderwijs volgt waarvoor aanspraak op studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000 kan bestaan en op enig moment tijdens dat onderwijs gelet op zijn leeftijd in aanmerking kan komen voor die studiefinanciering;

2°. die onderwijs volgt waarvoor aanspraak kan bestaan op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en op enig moment tijdens dat onderwijs gelet op zijn leeftijd in aanmerking kan komen voor die tegemoetkoming;

3°. die een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs in de beroepsbegeleidende leerweg volgt;

4°. die een vergelijkbaar soort onderwijs of beroepsopleiding als bedoeld onder 1° tot en met 3° volgt buiten Nederland, waarbij voor onder 1° en 2° geldt dat hij op enig moment tijdens dat onderwijs jonger dan 30 jaar is of in de maand van aanvang de leeftijd van 30 jaren heeft bereikt.

2. In onderdeel E wordt «de artikelen 2, 8 en 44d» vervangen door: de artikelen 2, 8 en 44f.

3. Onderdeel H wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «artikel 44c» vervangen door: artikel 44e.

b. In het opschrift van het in te voegen artikel 44d wordt «Artikel 44d» vervangen door: Artikel 44f.

c. In het in te voegen artikel 44d, vierde lid, wordt «de artikelen 2, 8 en 44d» vervangen door: de artikelen 2, 8 en 44f.

12

Artikel XXV komt te luiden:

ARTIKEL XXV. WET ONGEVALLENVERZEKERING BES

De Wet ongevallen verzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan een uitbreiding dan wel een beperking worden gegeven ten aanzien van degene die als werknemer wordt beschouwd:

a. ten aanzien van vreemdelingen;

b. ter voorkoming van samenloop op grond van deze wet met een overeenkomstige regeling buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

c. in de gevallen van tijdelijk verblijf of tijdelijke werkzaamheden binnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

d. ten aanzien van echtgenoten en overige gezinsleden van de werknemer en van de in de onderdelen b en c bedoelde personen.

B

In artikel 5, vijfde lid, wordt «vijfdaagse werkweek» vervangen door: werkweek van vijf dagen of minder.

13

In artikel XXVII wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt «€ 1.866,–» vervangen door: € 1.833,–.

2. In onderdeel c wordt «€ 2.150,–» vervangen door: € 2.117,–.

3. In onderdeel d wordt «€ 2.150,–» vervangen door: € 2.117,–.

14

Artikel XXXIII komt te luiden:

ARTIKEL XXXIII. WET ZIEKTEVERZEKERING BES

De Wet ziekteverzekering Bes wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan een uitbreiding dan wel een beperking worden gegeven ten aanzien van degene die als werknemer wordt beschouwd:

a. ten aanzien van vreemdelingen;

b. ter voorkoming van samenloop op grond van deze wet met een overeenkomstige regeling buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

c. in de gevallen van tijdelijk verblijf of tijdelijke werkzaamheden binnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

d. ten aanzien van echtgenoten en overige gezinsleden van de werknemer en van de in de onderdelen b en c bedoelde personen.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 1614ca van het Burgerlijk Wetboek BES» vervangen door: artikel 1614ca van het Burgerlijk Wetboek BES Boek 7a.

2. In het vierde lid, onderdeel a, wordt «vijfdaagse werkweek» vervangen door: werkweek van vijf dagen of minder.

Toelichting

Onderdelen 1, 3, 6, 7, 10 en 11(Artikelen II, onderdeel A, VIII, onderdeel E, XIX, onderdeel A, XX, onderdeel A, XXIII, onderdelen A en B, onder 1)

Ten aanzien van het leeftijdscriterium wordt de voorgestelde wijziging teruggedraaid. Dit houdt in dat onder de kostendelersnormsystematiek vereist is dat de aanspraak op studiefinanciering «op enig moment» moet bestaan (in plaats van «bij aanvang van het onderwijs»), om onder de uitzondering op de kostendelersnorm te vallen. Met de huidige formulering worden bepaalde groepen uitgezonderd, hetgeen niet de bedoeling is. Dit wordt nu gerepareerd waardoor deze groep alsnog onder de uitzondering op de kostendelersnorm valt.

Onderdelen 2, 12 en 14 (Artikelen VIa, XXV, onderdeel A, en XXXIII,onderdeel A)

Met de voorgestelde wijziging wordt in de Cessantiawet BES, de Wet ongevallenverzekering BES en de Wet ziekteverzekering BES een bepaling opgenomen die stelt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur een uitbreiding dan wel een beperking kan worden gegeven ten aanzien van degene die als werknemer wordt beschouwd. Hiermee wordt aangesloten bij een overeenkomstige bepaling die al is opgenomen in een tweetal andere sociale zekerheidswetten die in Caribisch Nederland van kracht zijn; de Wet algemene ouderdomsverzekering BES en de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES.

De wijziging creëert de mogelijkheid bij of krachtens algemene maatregel van bestuur de verzekeringsplicht en premieheffing voor de Cessantiawet BES, de Wet ongevallenverzekering BES en de Wet ziekteverzekering BES wel of niet van toepassing te laten zijn. De mogelijkheid voor het al dan niet van toepassing te laten zijn van de verzekeringplicht en premieheffing is in elk geval gewenst in het geval van dubbele verzekering en premieheffing. Deze situatie doet zich concreet voor in het geval van werkgevers gevestigd in Europees Nederland die hun personeel tijdelijk in Caribisch Nederland te werk stellen. Als deze wijziging in de Cessantiawet BES, de Wet ongevallenverzekering BES en de Wet Ziekteverzekering BES wordt gerealiseerd, kan naar verwachting in 2016 een dergelijke algemene maatregel van bestuur tot stand komen. De inhoud van deze algemene maatregel van bestuur zal voorafgaand ter consultatie aan de openbare lichamen worden voorgelegd.

Er zijn geen administratieve lasten die voortvloeien uit deze wijziging.

Onderdeel 4 (Artikel IX, onderdeel 0A)

Artikel IX, onderdeel A, van de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten (hierna: Wet WWB-maatregelen) voegt aan artikel 2 van de Toeslagenwet (TW) een nieuw zesde, zevende en achtste lid toe. Artikel X, onderdeel A, van de Verzamelwet SZW 2015 voegt in datzelfde artikel 2, onder vernummering van het zevende en achtste lid tot achtste en negende lid een nieuw zevende lid in. Beide wijzigingen zullen met ingang van 1 juli 2016 in werking treden.1

De invoeging in artikel 2 van de TW van een nieuw zevende lid is door middel van een nota van wijziging in het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2015 opgenomen.2 Blijkens de toelichting op de nota van wijziging3 hing dit samen met het tijdens de behandeling van de Wet WWB-maatregelen aanvaarde amendement nr. 37 op grond waarvan jongeren van 18 tot 21 jaar worden uitgezonderd van de kostendelersnorm. Met het nieuwe zevende lid werd beoogd te regelen dat op overeenkomstige wijze als in de Participatiewet de kostendelersnorm in artikel 2, zesde lid, van de TW niet op hen van toepassing is.

Echter het nieuwe artikel 2, zevende lid, heeft, in samenhang met artikel 2, tweede lid, TW, als onbedoeld gevolg dat jongeren van 18 tot 21 jaar in het geheel geen recht op toeslag zouden hebben. Immers in artikel 2, zevende lid, is geregeld dat voor ongehuwden die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt de kostendelersnorm niet van toepassing is, terwijl in artikel 2, tweede lid, is geregeld dat alleen een ongehuwde, die niet met een of meer meerderjarige personen in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft, recht op toeslag heeft, terwijl het hier nu juist gaat om jongeren die wel met een of meer meerderjarige personen in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben. Met de onderhavige wijziging wordt dit gerepareerd, zodat jongeren van 18 tot 21 jaar, zoals was bedoeld niet onder de kostendelersnorm vallen, maar wel recht op toeslag houden, ook als ze met een of meer meerderjarige personen in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben. Deze wijziging zal tegelijk met de introductie van de kostendelersnorm in de TW op 1 juli 2016 in werking treden.

Onderdeel 5 (Artikel IX, onderdeel C)

Met artikel IX van de Wet WWB-maatregelen, zoals gewijzigd door artikel XXA, onderdeel D, van de Verzamelwet SZW 2015, is de kostendelersnorm ingevoerd in de TW. De betreffende bepalingen zullen met ingang van 1 juli 2016 in werking treden.4 Geconstateerd is dat er voor het recht op en de hoogte van de toeslag in artikel 44d van de TW weliswaar is voorzien in overgangsrecht, maar dat is verzuimd de maximering van de toeslag, zoals geregeld in artikel 8a, eerste lid, onderdeel c, daarin op te nemen. Dit heeft als onbedoeld gevolg dat in bepaalde gevallen tijdens de tijdvakken waarin het overgangsrecht van toepassing is de toeslag hoger moet worden vastgesteld dan de toeslag waarop recht bestond in de periode daarvoor. Met de onderhavige wijziging wordt daarin alsnog voorzien.

Onderdelen 8 en 9 (Artikel XXII, onderdelen Ca en Ga)

De Wet versterking positie ouders kinderopvang en peuterspeelzalen zal met ingang van 1 januari 2016 in werking treden. Genoemde wet gaat er vanuit dat dan het wetsvoorstel Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg5 reeds in werking is getreden. Om hiervan niet afhankelijk te hoeven zijn worden twee wijzigingen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) uit genoemd wetsvoorstel ook opgenomen in de wijziging van de Wko die wordt vormgegeven via de Verzamelwet SZW 2016. Gevolg hiervan is dat geheel artikel 36 van het wetsvoorstel Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, dit onderdeel wijzigt de Wko, niet in werking zal treden en bij aanname van dat wetsvoorstel bij gelegenheid uit die wet zal worden gehaald.

Onderdeel 11 (Artikel XXIII, onderdelen B, onder 2 en 3)

In artikel IX, onderdeel H, van de Wet WWB-maatregelen wordt in de TW met ingang van 1 juli 2016 na artikel 44c een nieuw artikel 44d ingevoegd. Daarbij is abusievelijk over het hoofd gezien dat met ingang van 1 januari 2015 door de Wet van 19 juni 2014 tot wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met een andere vormgeving van de exportbeperking in de Algemene Kinderbijslagwet en het regelen van overgangsrecht voor de situatie van opzegging of wijziging van een verdrag dan wel een daarmee gelijk te stellen situatie (Stb. 2014, 238) na artikel 44c al een nieuw artikel 44d was ingevoegd. Met de onderhavige wijziging wordt dit abuis gerepareerd. Omdat in het onderhavige wetsvoorstel in artikel IX, onderdeel B, al is voorzien in invoeging na artikel 44d van een nieuw artikel 44e wordt het met artikel IX, onderdeel H, van de Wet WWB-maatregelen in de TW in te voegen artikel 44d thans vernummerd tot artikel 44f.

Onderdeel 13 (Artikel XXVII, onderdeel 0A)

Dit onderdeel voorziet in een aanpassing van de bedragen in artikel 2, tweede lid, onderdelen b tot en met d, van de Wet op het kindgebonden budget (Wet KB). Het kabinet heeft in 2015 besloten het bedrag van het kindgebonden budget voor de ouder die aanspraak heeft voor twee kinderen enkel voor het jaar 2016 met € 33,– te verhogen.6 Daarbij geldt dat deze verhoging eveneens doorwerkt in de bedragen van de aanspraak voor drie kinderen of meer dan drie kinderen die zijn opgenomen in artikel 2, tweede lid, onderdelen c en d, van de Wet KB. Nu deze verhoging alleen voor het jaar 2016 geldt, worden deze bedragen met ingang van 1 januari 2017 weer met hetzelfde bedrag van € 33,– verlaagd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Zie enig artikel, zesde lid, van het Besluit van 4 juli 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten, de Wet hervorming kindregelingen en de Invoeringswet Participatiewet (Stb. 2014, 271) en enig artikel, achtste lid, van het Besluit van 10 december 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Verzamelwet SZW 2015 (Stb. 2014, 516).

X Noot
2

Zie pt. 47 van de nota van wijziging (Kamerstukken II 2013/14, 33 988, nr. 6).

X Noot
3

Zie p. 52 van de toelichting op de nota van wijziging (Kamerstukken II 2013/14, 33 988, nr. 6).

X Noot
4

Zie enig artikel, vijfde lid, van het Besluit van 4 juli 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten, de Wet hervorming kindregelingen en de Invoeringswet Participatiewet (Stb. 2014, 271).

X Noot
5

Zie Kamerstukken 32 402.

X Noot
6

Vindplaats in het Staatsblad PM.

Naar boven