Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2015
Tijdens de plenaire behandeling (Handelingen II 2014/15, nr. 56, item 7 en Handelingen II 2014/15, nr. 59, item 10) van het wetsvoorstel pensioencommunicatie (Kamerstuk 34 008) heeft uw Kamer een aantal moties aangenomen en heb ik een aantal toezeggingen gedaan.
Door middel van deze brief breng ik u op de hoogte van de uitvoering van deze moties
en toezeggingen. Hierbij is uitgegaan van het tijdschema zoals opgenomen in de bijlage
van mijn brief betreffende de planning van pensioenonderwerpen van 1 mei jl (Kamerstuk
32 043, nr. 257, bijlage).
In het nu volgende treft u een overzicht van de uitvoering van de desbetreffende toezeggingen
en moties aan.
Toezegging over communicatie over pensioenopbouw tijdens WW
Tijdens het Algemeen Overleg Pensioenonderwerpen op 28 januari jl. (Kamerstuk 32 043, nr. 256) heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over hoe de informatieverstrekking
over pensioenopbouw tijdens werkloosheid geregeld is, hoe dit in de praktijk werkt
en daarbij ook aandacht te besteden aan de informatieverstrekking over het nabestaandenpensioen
op risicobasis. Bij brief van 5 juni 2015 (Kamerstuk 32 043, nr. 258) heb ik deze informatie aan uw Kamer gezonden.
Motie van de leden van Weyenberg en Vermeij over het opnemen van een variant in het
pensioenregister gebaseerd op de verwachte AOW-leeftijd
Ter uitvoering van deze motie (Kamerstuk 34 008, nr. 21) is contact opgenomen met het bestuur van het pensioenregister. Het bestuur heeft
een werkgroep de opdracht gegeven de voor- en nadelen van het opnemen van een dergelijke
variant in het pensioenregister in kaart te brengen. Het bestuur heeft op grond daarvan
de volgende beslissing genomen:
De bezoekers zullen via een link op de website van het pensioenregister worden geïnformeerd
over hun mogelijke toekomstige AOW-leeftijd op basis van de levensverwachting. Op
deze wijze worden derhalve hogere AOW-leeftijden dan 67 jaar zichtbaar. Er zullen
echter door het pensioenregister geen berekeningen worden uitgevoerd dan wel bedragen
worden getoond die gerelateerd zijn aan een hogere AOW-leeftijd dan de wettelijke
AOW-leeftijd.
Ik kan me vinden in deze aanpak van het bestuur van het pensioenregister, gezien de
impact die het doorvoeren van berekeningen gebaseerd op de verwachte AOW zou hebben
en gezien de werkzaamheden die het pensioenregister reeds moet uitvoeren in verband
met de gefaseerde uitbreiding als gevolg van de Wet pensioencommunicatie.
Motie van het lid Van Weyenberg c.s. over een uniforme rekenwijze van uitvoeringskosten,
zodat uitvoeringskosten van pensioenuitvoerders vergeleken kunnen worden
Aan deze motie (Kamerstuk 34 008, nr. 20) is uitvoering gegeven via het Besluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet
en wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de Wet pensioencommunicatie
(Stb. 2015, nr. 259).
Toezegging over de actualisatie van de Pensioenkijker en het tegen het licht houden
van andere websites
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel pensioencommunicatie in uw Kamer
(Handelingen II 2014/15, nr. 56, item 7) heb ik deze toezegging gedaan. De website www.pensioenkijker.nl is inmiddels grondig geactualiseerd. Hij ziet er aantrekkelijk uit, bevat belangrijke
algemene informatie over pensioen en is tevens toegankelijk via de mobiele telefoon.
De website van het pensioenregister verwijst waar dit relevant is naar de Pensioenkijker.
Op de andere websites zal ik eind dit jaar terugkomen.
Gewijzigde motie van het lid Krol c.s. over brede voorlichting over nieuwe communicatiewijze
Deze motie (Kamerstuk 34 008, nr. 31) roept de regering op om zo spoedig mogelijk en in goed overleg met de pensioensector
brede voorlichting te geven over de nieuwe wijze van communiceren.
Aan deze motie wordt uitvoering gegeven door via een aantal activiteiten van verschillende
actoren, waaronder ikzelf, bekendheid te geven aan de veranderingen die voortvloeien
uit de Wet pensioencommunicatie. Deze activiteiten, waarvan een aantal reeds is uitgevoerd,
zijn opgenomen in de bij deze brief gevoegde activiteitenkalender1.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma