Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2014
Conform artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) stuur
ik u hierbij het besluit, waarin ik, de Rijkscoördinatieregeling van toepassing verklaar
op de voorbereiding van het project transmissiesysteem op zee Borssele1.
Nationaal belang
In het Energieakkoord voor duurzame groei (Kamerstuk 30 196, nr. 202) is afgesproken om het operationeel windvermogen op zee op te schalen naar 4.450 MW
in 2023. Om dit mogelijk te maken is recent een voorstel van wet houdende regels omtrent
windenergie op zee (Wet windenergie op zee) aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk
34 058). Op 26 september 2014 heeft het kabinet besloten de opgave voor windenergiegebieden
in drie gebieden te realiseren, te beginnen in met windenergiegebied Borssele (Kamerstuk
33 561, nr. 11).
Het kabinet heeft op 18 juni 2014 een richtinggevende beslissing genomen dat er een
net op zee komt en dat de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet TenneT, ook
als beheerder van het net op zee wordt aangewezen (Kamerstuk 31 510, nr. 49). In het concept voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie,
het transport, de handel en de levering van elektriciteit en gas (Elektriciteits-
en gaswet), dat van 31 juli tot en met 8 september via internet ter consultatie heeft
gelegen, worden de vormgeving en randvoorwaarden van het net op zee nader uitgewerkt.
Ook wordt in dit concept voorstel van wet bepaald dat op projecten ter realisatie
van deze netaansluitingen de Rijkscoördinatieregeling, bedoeld in artikel 3.35, eerste
lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening op deze projecten van
toepassing is. De geplande datum waarop dit concept wetsvoorstel kracht van wet krijgt
en in werking kan treden, is 1 januari 2016.
Door het onderhavige besluit wordt de Rijkscoördinatieregeling van toepassing op de
voorbereiding van het project transmissiesysteem op zee Borssele vooruitlopend op
de inwerkingtreding van de Elektriciteits- en gaswet. Hiermee wordt de besluitvorming
ten aanzien van het project versneld. Dit is nodig om het tijdpad voor de uitrol van
wind op zee zoals vastgelegd in het Energieakkoord te halen.
Besluit
Het transmissiesysteem op zee is juridisch gezien geen onderdeel van het landelijk
hoogspanningsnet of de aansluiting van het windpark op zee. Voor uitbreiding van het
landelijk hoogspanningsnet voor het transport van elektriciteit op een spanningsniveau
van 220 kV of hoger is op grond van de Elektriciteitswet 1998 de rijkscoördinatieregeling
van de Wro van toepassing, omdat elektriciteitstransport door middel van deze netten
in het algemeen van nationaal belang is. Dit geldt op grond van de Elektriciteitswet
1998 ook voor windparken en aansluitingen met een capaciteit van ten minste 100 MW.
Voor een transmissiesysteem op zee is er momenteel geen wettelijke coördinatie vanuit
het Rijk. De Minister van Economische Zaken kan – in overeenstemming met het gevoelen
van de ministerraad – op grond van artikel 3.35, eerste lid, van de Wro ambtshalve
door middel van een separaat besluit om redenen van verwezenlijking van onderdelen
van het nationaal ruimtelijk beleid de rijkscoördinatieregeling van toepassing verklaren.
Tegen de achtergrond van het voorgaande wordt op grond van artikel 3.35, eerste lid,
Wro de rijkscoördinatieregeling ook toegepast op het transmissiesysteem op zee. Dientengevolge
zal voor het transmissiesysteem op zee een inpassingsplan opgesteld worden, de voorbereiding
en vaststelling daarvan via één procedure verlopen en zullen alle benodigde vergunningen
zoveel mogelijk in een gecombineerde procesgang worden verleend.
Op grond van artikel 3.35, eerste en negende lid, van de Wro is dit besluit genomen
in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad en wordt aan het besluit geen
uitvoering gegeven dan nadat beide Kamers der Staten-Generaal daarmee hebben ingestemd.
Met het besluit wordt geacht te zijn ingestemd indien geen van beide Kamers binnen
vier weken na de toezending van dat besluit een besluit heeft genomen omtrent de behandeling
daarvan.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp