Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2014
Met de brief van 3 september 2014 vraagt u, voorafgaand aan het algemeen overleg Bouwregelgeving
van 9 september 2014, een schriftelijke reactie op het voorstel van de Europese Commissie:
Mededeling «Hulpbronnen-efficiëntie in de bouwsector» COM (2014) 445 aan de Tweede
Kamer te zenden.
Een algemene schriftelijke reactie is u reeds op 5 september 2014 als bijlage van
een brief van de Minister van Buitenlandse Zaken gestuurd (Kamerstuk 22 112, nr. 1902) met fiche 7: «Mededeling over circulaire economie in de bouwsector».
De Mededeling van de Europese Commissie gaat in op de potenties voor circulaire economie
in de bouw en doet voorstellen om, via niet-bindende initiatieven, het hergebruik
van materialen in de bouw in de Europese Unie substantieel te vergroten. De Mededeling
bevat twee hoofdsporen:
De Europese ambitie sluit goed aan op het beleid in Nederland dat zich zowel richt
op meer en hoogwaardig recyclen («achterkant in de keten») als op het eenduidig en
transparant declareren van de milieuprestatie van gebouwen in combinatie met het stimuleren
van het gebruik van meer duurzame producten op de markt («voorkant van de keten»).
Het eenduidig kunnen bepalen van de milieueffecten is hierbij essentieel.
Bij de beoordeling van de milieuprestatie van gebouwen richt Nederland de aandacht
met name op het Europees harmoniseren van de bepalingsmethoden, om technische specificaties
van bouwproducten, gebouwen en andere bouwwerken te kunnen vaststellen. Dit is van
belang voor een level playing field tussen aanbieders en voor een goede internationale
verhandelbaarheid van bouwproducten. Daarnaast kan hiermee de milieuwinst van biobased
en circulair bouwen worden gekwantificeerd. Gelet op het niet verbindend karakter
van de Mededeling is dan aan de Europese lidstaten zelf om er al dan niet normerende
regels aan te verbinden.
Het is in het belang van Nederland dat de kennisontwikkeling en de acties op EU-niveau
aansluiten bij de Nederlandse ambities zoals die zijn verwoord in de brief van het
kabinet aan de Tweede Kamer over «Groene Groei» van 28 maart 2013 (Kamerstuk 33 043, nr. 14). Daarom zal vanuit mijn departement actief worden bijgedragen aan de ideeënontwikkeling
voor de voorstellen van de Europese Commissie voor de beoordeling van de technische
specificaties van bouwproducten, gebouwen en andere bouwwerken. De kennisvoorsprong
die het Nederlandse bedrijfsleven en kennissector bezit, zal hiervoor worden benut.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok