31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 558 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2016

In uw brief van 6 oktober 2016 vroeg u om een reactie inzake de toezeggingen die zijn gedaan tijdens het AO Wetenschapsbeleid van 20 april 2016 (Kamerstukken 33 009 en 31 288, nr. 17).

Hieronder licht ik, mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de stand van zaken toe omtrent de toezeggingen.

Reeds uitgevoerde toezeggingen

Na de zomer ontvangt de Kamer een AMVB met voorstellen omtrent het aftoppen van de promotie-parameter en stabiliteit en voorspelbaarheid van de onderzoeksbekostiging.

Deze toezegging is afgedaan. Het ontwerpbesluit heeft nog voor de zomer voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer (Kamerstuk 31 288, nr. 542). De wijzigingen zijn opgenomen in het Besluit van 19 september 2016 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 onder meer in verband met een andere bekostigingswijze van het wetenschappelijk onderzoek. Het besluit is geplaatst in Staatsblad 2016, nr. 346.

De Kamer ontvangt uiterlijk begin 2017 het wetsvoorstel naar aanleiding van de reorganisatie bij NWO.

Deze toezegging is afgedaan. Het wetsvoorstel ligt inmiddels bij de Eerste Kamer.

De Kamer ontvangt een schriftelijke reactie op het artikel in de Groene Amsterdammer inzake de beïnvloeding van het bedrijfsleven op universitair onderzoek.

Deze toezegging is afgedaan met de brief van 23 augustus 2016, Kamerstuk 31 288, nr. 552.

Toezeggingen waarvoor uitstel nodig is

Er zijn drie toezeggingen die niet binnen de aangegeven termijn nagekomen kunnen worden aangezien daarvoor zorgvuldig overleg nodig is. Het gaat om de volgende toezeggingen.

  • In de zomer ontvangt de Kamer een brief over loopbanen en talent. Daarbij worden promovendi- en postdoc-netwerken betrokken. Ook wordt in deze brief aandacht besteed aan de industrial doctorates en het rapport van de KNAW over promoveren.

  • Rond de zomer ontvangt de Kamer een overzicht van ontwikkelingen rond valorisatie. Hierbij zal ook een reactie worden gegeven op het Technopolis-rapport en zal aandacht worden besteed aan de hefboom tussen publieke en private gelden.

  • Na de zomer ontvangt de Kamer een overzicht van de verschillende trajecten die spelen bij profilering in het onderzoek en de samenhang daartussen.

Het streven is om deze toezeggingen uiterlijk voor het eind van dit jaar na te komen.

Overige toezeggingen

In de eerstvolgende NWA rapportage wordt aandacht besteed aan de mate waarin verschillende ministeries investeren in onderzoek in relatie tot de NWA en wordt gekeken naar het voorbeeld van «de Singapore norm».

Deze toezegging wordt meegenomen in de beantwoording van motie Mei Li Vos (Kamerstuk 33 009, nr. 28). In de brief van 23 september 2016 (Kamerstuk 33 009, nr. 31) is aangegeven dat het streven is om de in de motie Mei Li Vos gevraagde verkenning voor het eind van het jaar naar de Kamer te zenden.

Bij de evaluatie van het landschap van de instituten zal de Staatssecretaris de vraag meenemen welke invloed zelfstandigheid van instituten heeft op de ranking van universiteiten.

Deze toezegging wordt meegenomen in de nulmeting van de evaluatie van het institutenlandschap. Deze nulmeting is naar verwachting eind dit jaar gereed.

Algemeen overleg Wetenschapsbeleid 16 november 2016

Gelet op het bovenstaande geef ik u in overweging om het voor 16 november 2016 geplande Algemeen overleg Wetenschapsbeleid uit te stellen tot medio december. Mijn streven is er op gericht om voor medio december zoveel mogelijk van de openstaande toezeggingen af te doen, inclusief de toezegging gedaan in de brief van 14 juli 2016 (Kamerstuk 31 288, nr. 549) om de Kamer dit najaar een brief te sturen over open science.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven