30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 147 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2016

Onderzoek Sekse (on) gelijkheid in de sport

Tijdens het wetgevingsoverleg Sport 2015 (Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 152) is de ingediende motie1 van de leden Pia Dijkstra en Van Dekken over de achterstelling van vrouwen in de sport aangenomen. Het Mulier Instituut heeft inmiddels hierover een inventarisatie uitgevoerd die u hierbij ontvangt2.

Als belangrijkste conclusie stelt het Mulier Instituut dat er in Nederland vrijwel geen sekseonderscheid meer is in de deelname aan sportactiviteiten: jongens en meisjes, mannen en vrouwen doen ongeveer even veel aan sport. In media aandacht en verdeling van prijzengeld bij commerciële sportevenementen bestaat nog wel een duidelijk verschil in het voordeel van mannen.

De inventarisatie geeft een helder beeld van de ontwikkeling in deelname en waardering van vrouwen in de sport.

Over het geheel genomen is sprake van een positieve ontwikkeling en zijn er geen algemene belemmeringen voor sekse gelijkheid in de sport. Ik zie daarom geen aanleiding tot actie of maatregelen vanuit de overheid. Uiteraard kunnen sportorganisaties in specifieke situaties bezien hoe zij kunnen inspelen op de (veranderende) vraag van mannen of vrouwen in sportdeelname.

Wetsvoorstel Uitvoering Anti Dopingbeleid

Op 19 september 2016 heb ik u het wetsvoorstel voor de Wet uitvoering anti-dopingbeleid toegestuurd. Wellicht bericht ik u ten overvloede maar hiermee heb ik drie toezeggingen2 uit de afgelopen jaren afgedaan. Met deze wet krijgt de uitvoering van dopingcontroles in Nederland voor het eerst een wettelijke grondslag en wordt de privacy van sporters beter gewaarborgd. Nu is het nog zo dat dopingcontroles alleen geregeld worden in de reglementen van sportbonden. De uitvoering van het dopingbeleid in de praktijk blijft een verantwoordelijkheid van de sportbonden zelf.

Rapport over paralympische sporten

Tijdens het Algemeen Overleg Sport (AO Sport) van 30 juni jl. (Kamerstuk 30 234, nr. 146) ontving ik van de heer Rudmer Heerema een rapport over paralympische sporten, opgesteld door de universiteit van Leiden. Het betreft een praktijkopdracht van deelnemers aan het Leadership Programme van de universiteit van Leiden. In reactie op dit rapport complimenteer ik de onderzoekers met hun goede analyse en de aanbevelingen op de vier middels interviews uitgediepte aspecten: integratie, zichtbaarheid, toegankelijkheid en duurzaamheid. De aanbevelingen zijn gesplitst naar overheidsgerelateerd en niet-overheidsgerelateerd. Zoals uit het rapport ook blijkt zijn nagenoeg alle aandachtspunten door mij of het veld ter hand genomen. De aanbevelingen betreffen veelal een intensivering van de inspanningen. Op verschillende genoemde overheidsgerelateerde punten is mijn invloed beperkt. Zo zijn de selectie van paralympische sporters, de subsidie van andere overheden voor gehandicaptensport of extra media aandacht amper tot niet door mij te beïnvloeden. Het vanuit het Ministerie van VWS beschikbare budget voor de bevordering van de gehandicaptensport wordt reeds goed benut. Ik hoop van harte dat mede door dit rapport ook andere partijen zich geroepen voelen om een tandje bij te zetten. Ik zal NOC*NSF en de Vereniging Sport en Gemeenten daarom ook op het rapport attenderen.

St. Special Olympics

Tijdens het AO Sport van 30 juni 2016 (Kamerstuk 30 234, nr. 146) heb ik toegezegd met de stichting Special Olympics in gesprek te gaan over mogelijk knelpunten. Dit gesprek is inmiddels gevoerd. Hieruit blijkt dat de gesignaleerde knelpunten vooral van financiële aard zijn. Deze vloeien voort uit de opzet van de financieringsstructuur van de stichting waarbij kosten voor activiteiten, zoals kosten voor vliegtickets, veelal pas achteraf worden vergoed. Door onvoldoende eigen middelen kampt de stichting met een liquiditeitsprobleem.

Deelname aan sport en bewegen voor mensen met een verstandelijke beperking vind ik van grote waarde. Het versterkt hun zelfvertrouwen en mate van zelfstandig handelen.

Door een eenmalige subsidie van € 135.000,00 voor de deelname aan de Special Olympics Wintergames van 2017 in Oostenrijk geef ik de stichting de ruimte om energie en middelen vrij te maken voor verbetering van haar liquiditeitspositie op termijn.

Schoolzwemmen

Tijdens het AO Sport van 30 juni 2016 (Kamerstuk 30 234, nr. 146) vroeg uw Kamer aandacht voor het schoolzwemmen. Dit voorjaar is het Plan van aanpak «NL Zwemveilig – kennis over leren zwemmen» van start gegaan. Vanuit het Ministerie van VWS wordt dit mede mogelijk gemaakt. In dit plan is opgenomen dat meer zicht wordt verkregen op de praktijk van het schoolzwemmen en het perspectief van zowel gemeenten, basisscholen, zwemlesaanbieders als ouders. Hiertoe voert het Mulier Instituut onder meer een monitor uit onder basisscholen en een onder gemeenten. In deze monitors wordt uitvoerig ingegaan op (vormen van) schoolzwemmen inclusief overwegingen en mogelijke belemmeringen. De rapportages van deze monitors verwacht ik zomer 2017.

Daarnaast wordt in 2016/2017 praktijkgericht onderzoek verricht vanuit hogescholen naar lokale voorbeelden van de samenwerking tussen zwembaden, gemeente en basisscholen in relatie tot zwemveiligheid. Op 21 september 2016 is de zwembranche een overleg gestart met vertegenwoordigers van zwemlesaanbieders, gemeenten en onderwijs. Vanuit dit overleg zullen praktijk- en beleidsdeskundigen duiding geven aan uitkomsten van de gestarte onderzoeken. Ook zullen zij input geven voor toekomstscenario’s wat betreft schoolzwemmen.

Onderzoek van de Europese Commissie naar overheidssteun van betaald voetbalorganisaties

Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport van 28 november 2011 heb ik aangegeven dat u het onderzoek van de Europese Commissie naar vermeende staatssteun aan betaald voetbalorganisaties zal ontvangen zodra deze beschikbaar is. Op 4 juli jongstleden heeft de Europese Commissie haar oordeel geveld en de besluiten zijn onlangs gepubliceerd. Vier clubs (FC Den Bosch, MVV Maastricht, NEC Nijmegen en Willem II) hebben staatssteun ontvangen. De Commissie heeft vastgesteld dat er sprake was van herstructureringssteun die in overeenstemming met de EU-staatssteunregels is verstrekt. De grondtransactie tussen de gemeente Eindhoven en PSV vormde geen steun, omdat die tegen marktvoorwaarden plaatsvond.

Studiefaciliteiten topsporters

Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport van 27 oktober 2014 heb ik toegezegd de Kamer te informeren over de uitkomsten van het overleg met het Ministerie van OCW over de gevolgen van het sociaal leenstelsel voor topsporters en de studiemogelijkheden na een topsportcarrière.

Het Ministerie van OCW heeft laten onderzoeken wat de behoefte is aan studievoorschotfaciliteiten, onder andere onder studerende topsporters.

Op basis van deze resultaten heeft de Minister van OCW besloten om de huidige studievoorschotfaciliteiten niet uit te breiden voor de relatief kleine groep topsporters.

NOC*NSF en het Ministerie van OCW zijn structureel met elkaar in gesprek om te bezien of en hoe topsporters het beste ondersteund kunnen worden bij het combineren van hun topsport met een opleiding of juist het op latere leeftijd (ver)volgen van een opleiding. Daarnaast heeft OCW aangegeven samen met NOC*NSF een landelijk overleg topsport & onderwijs op te zetten om overheid, de sportsector en onderwijsinstellingen (zowel op het niveau van voortgezet onderwijs als het hoger onderwijs) met elkaar in verbinding te brengen. Het Ministerie van VWS is hier ook goed op aangesloten.

Sportraad

De Nederlandse Sportraad hoopt haar jaarplan 2017 medio oktober 2016 aan te kunnen bieden. Zodra ik het ontvangen heb, zal ik het aan u doorsturen zodat u dit ruim voor het wetgevend overleg sport, gepland op 21 november 2016, in uw bezit heeft.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 134

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven