30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 468 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2016

De Nederlandse overheid voert verschillende maatregelen uit voor energiebesparing in de gebouwde omgeving in het kader van het Energieakkoord en de Europese richtlijn voor energie efficiëntie (Energy Efficiency Directive, EED). De verschillende maatregelen haken op elkaar in en versterken elkaar. In het kader van het Energieakkoord valt hierbij te denken aan een voorlichtingsprogramma voor de woonconsument, het indicatieve energielabel voor woningen, een nationaal energiebespaarfonds voor huiseigenaren en het stimuleren van nul-op-de-meter-woningen. De EED bevat verplichtingen voor lidstaten, waaronder het doel om in 2020 20% energie te besparen (ten opzichte van de referentie), diverse rapportageverplichtingen en verschillende verplichtingen om de markt voor energiebesparing te bevorderen (o.a. energiediensten, slimme meters, opleidingen). Hierbij informeer ik uw Kamer over enkele maatregelen ten behoeve van energiebesparing bij kleinverbruikers naar aanleiding van eerdere verzoeken van Kamerleden. Hiermee geef ik invulling aan mijn toezegging om uw Kamer nader te infomeren over de energiebesparing met de slimme meter (Kamerstuk 29 023, nr. 87), uitvoering aan de motie Van Veldhoven (D66), Dik-Faber (CU) en De Vries (PvdA) over het stimuleren van nul-op-de-meter-woningen (Kamerstuk 34 199, nr. 76) en uitvoering aan de motie Bosman (VVD) en Jan Vos (PvdA) over het door netbeheerders openbaar maken van informatie over mogelijkheden voor energiebesparing (Kamerstuk 34 199, nr. 65).

Slimme meter en energiebesparing

Op 28 mei 2014 is in uw Kamer gesproken over de grootschalige aanbieding van de slimme meter, in het bijzonder de energiebesparing die hiermee te realiseren is. Ik heb toen toegezegd de Kamer hierover bij gelegenheid te informeren. Sinds januari 2015 is de grootschalige aanbieding van de slimme meter bij huishoudelijke en klein zakelijke energieverbruikers (hierna: kleinverbruikers) van start gegaan. Tot en met het eerste kwartaal van 2016 zijn ruim 2 miljoen slimme meters geplaatst. Met de slimme meter ontvangt iedere kleinverbruiker tweemaandelijks een overzicht van zijn verbruik en de indicatieve kosten. Daarnaast kan de consument een energiebesparingsdienst voor de slimme meter afnemen, die feedback geeft op het eigen energieverbruik. Onderzoek wijst uit dat men met beter inzicht in het eigen verbruik meer energie gaat besparen. Hiermee maakt de slimme meter deel uit van een breder pakket aan energiebesparingsmaatregelen, naast de andere voordelen van de slimme meter, zoals het vereenvoudigen van de administratieve processen bij verhuizing en facturatie, het faciliteren van dynamische leveringstarieven en het vergroten van inzicht in de netbalans.

In 2014 is door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar energiebesparing door middel van de slimme meter.1 Conclusie van dit onderzoek was dat de gerealiseerde energiebesparing achterbleef bij de verwachting. Als belangrijkste oorzaken hiervan werden genoemd onvoldoende communicatie naar de consument over de besparingsmogelijkheden met de slimme meter en een te eenzijdig aanbod van energieverbruiksmanagers met name gericht op de geïnteresseerde, internetvaardige en analytisch ingestelde consument. Naar aanleiding van deze uitkomst monitort RVO.nl halfjaarlijks de energieverbruiksmanagers die op de slimme meter worden aangeboden (aanbodmonitor) en jaarlijks kennis, houding en het gedrag van kleinverbruikers ten opzichte van de energieverbruiksmanagers (consumentenmonitor). Op deze wijze houd ik in beeld in hoeverre energiebesparing in combinatie met de slimme meter voldoende doorzet en kan ik tijdig constateren of de kleinverbruikers optimaal bediend worden met energieverbruiksmanagers of dat eventueel aanvullende maatregelen nodig zijn.

Recent heb ik van RVO.nl de aanbodmonitor en consumentenmonitor over 2015 ontvangen («Marktbarometer Uitrol Slimme Meters: voortgangsrapportage 2015», zie bijlage2). In het kader van deze monitor zijn in een steekproef over het laatste kwartaal van 2015 642 kleinverbruikers bevraagd over de slimme meter en energieverbruiksmanagers. De belangrijkste conclusies uit de monitor zijn:

  • Over het tweemaandelijkse verbruiks- en indicatieve kostenoverzicht wordt door de energieleveranciers nog niet duidelijk genoeg gecommuniceerd (57% van de kleinverbruikers is bekend met de verzending);

  • De markt voor energieverbruiksmanagers is met circa 40 marktaanbieders nog relatief pril. Met name de energieleveranciers laten in 2015 nog geen brede activiteit in het aanbod zien;

  • Het aanbod energieverbruiksmanagers bestond eind 2015 vooral uit meer op detailanalyse gerichte online tools, waardoor deze geen brede groep consumenten aanspreken;

  • De uitrol van de slimme meter is door marktpartijen niet of nauwelijks benut om de consument actief en gericht te informeren en te stimuleren tot de aanschaf van een energieverbruiksmanager;

  • Circa 50% van de consumenten weet enigszins tot goed wat een energieverbruiksmanager bij de slimme meter is, maar slechts 6% geeft aan hiervoor ook een of meer concrete marktaanbiedingen ontvangen en maar 6% is naar eigen zeggen in staat hierover een afgewogen aanschafbesluit te nemen.

RVO.nl doet in de monitor een aantal aanbevelingen, zoals het geven een meer prominente plek en duidelijke positionering aan het verbruiks- en indicatieve kostenoverzicht in de communicatie en het vormgeven van verdere structurele samenwerking tussen netbeheerders en marktpartijen voor een positieve(re) grondhouding onder kleinverbruikers ten aanzien van bij de slimme meter behorende energieverbruiksmanagers.

Naar aanleiding van het toezenden van een versie van marktbarometer aan de netbeheerders en marktpartijen heeft Energie Nederland in een reactie laten weten kanttekeningen te plaatsen bij de opzet en de conclusies hiervan. Ten eerste geeft Energie Nederland aan dat uit een eigen inventarisatie naar voren komt dat leveranciers breed producten en diensten aanbieden waarmee zowel klanten als niet klanten inzicht in hun verbruik krijgen. Mogelijk wordt dit deels veroorzaakt doordat de monitor ziet op 2015 en inmiddels meer activiteiten zijn opgestart door leveranciers. Ten tweede onderschrijft Energie Nederland dat de communicatie door marktpartijen intensiever kan, maar wijt dit aan de onbetrouwbare aanbiedplanning van de slimme meters door de netbeheerders. Hierdoor wordt het opzetten van een structurele communicatie richting de klant volgens haar bemoeilijkt. Op korte termijn ga ik in gesprek met de netbeheerders en marktpartijen om de resultaten van de marktbarometer en verbetermaatregelen te bespreken. Hierbij zal ook goed gekeken worden naar het signaal dat Energie Nederland heeft gegeven en hoe zich dit verhoudt tot de opzet en de resultaten van de marktbarometer. Ik zal uw Kamer hiervan op de hoogte houden. Daarnaast onderzoek ik met de betrokken partijen bij het Energieakkoord hoe een energiebesparingsverplichting ingevoerd kan worden (Kamerstuk 30 196, nr. 456). De verwachting is dat dit ook zal leiden tot extra ontwikkelingen rondom energiebesparingsdiensten voor kleinverbruikers. Eén van de opties is een besparingsverplichting voor de energieleveranciers. Hieronder ga ik verder in op deze energiebesparingsverplichting.

Motie over stimuleren van nul-op-de-meter-woningen

Met de motie verzoekt uw Kamer om nul-op-de-meter-woningen (NOM) te ondersteunen. De motie noemt als voorbeeld om snelle uitrol te stimuleren een gebouwgebonden financiering van NOM woningen door netbeheerders.

Voor het stimuleren van NOM in de huursector heeft de Minister voor Wonen en Rijksdienst verschillende acties in gang gezet, waaronder de wet die de energieprestatievergoeding mogelijk maakt, de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) en het Fonds energiebesparing huursector (FEH). Daarnaast combineert het kabinet in Groningen het aardbevingsbestending maken van woningen met renovatie tot NOM. Voor NOM in de koopsector wordt de deal stroomversnelling ondersteund en is in overleg met Nibud de mogelijkheid voor € 27.000 extra leenruimte in de hypotheek gecreëerd. Daarnaast stelt het kabinet dit jaar € 100 miljoen beschikbaar voor grotere maatregelpakketten om energiebesparing in de koopsector te versnellen, hetgeen ook kan bijdragen aan NOM renovaties in de koopsector. Ook de tenderregeling voor de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) die ik in januari van dit jaar heb opgesteld, ondersteunt bij het realiseren van NOM in zowel koop- als huursector.

Aanvullend op bovenstaande stimuleringsmaatregelen heb ik met de partijen bij het Energieakkoord afgesproken dat ik met de betrokken partijen een besparingsverplichting zal gaan invoeren. Hierover heb ik uw Kamer op 17 mei jl. geïnformeerd (Kamerstuk 30 196, nr. 456). Daartoe werken de betrokken partijen de komende maanden twee varianten uit tot een concrete maatregel. De varianten betreffen een besparingsverplichting voor energieleveranciers en een tenderregeling die zich richt op partijen die energiebesparende maatregelen aan de doelgroep aanbieden. Met de maatregel kan 15 PJ en mogelijk zelfs 20 PJ extra energiebesparing in 2020 worden gerealiseerd en deze maatregel zal dan ook leiden tot een aanzienlijke versnelling van de toepassing van energiebesparende maatregelen in de gebouwde omgeving en daarmee ook een stimulans zijn voor de uitrol van NOM. De uitwerking en de implementatie van de besparingsverplichting zullen in oktober worden vastgelegd in de voortgangsrapportage 2016 van de borgingscommissie van het Energieakkoord. Hierover zal ik uw Kamer uiteraard informeren.

Ik verwacht dat voor de invulling van de besparingsverplichting de energieleveranciers of de partijen die energiebesparende maatregelen aanbieden, ook financieringsarrangementen zullen aanbieden als dat een kosteneffectieve manier is om de energiebesparende maatregelen te realiseren. Een rol van de netbeheerders hierbij is overigens niet aan de orde. In overleg met de partijen bij het Energieakkoord is afgesproken dat een besparingsverplichting voor netbeheerders niet verder zal worden bezien, omdat een verplichte besparingstaak voor netbeheerders slecht aansluit bij de huidige gereguleerde taken van netbeheerders.

Openbaar maken informatie energiebesparing

Op 15 oktober 2015 is de motie van de leden Bosman en Jan Vos aangenomen (Handelingen II 2015/16, nr. 15, item 9), waarmee de regering is verzocht om per algemene maatregel van bestuur te regelen dat netbeheerders informatie openbaar kunnen maken over mogelijkheden voor energiebesparing om hiermee dure investeringen in capaciteitsvergroting te kunnen tegengaan (Kamerstuk 34 199, nr. 65). De huidige Elektriciteitswet 1998 en Gaswet stelt de netbeheerders reeds in staat om deze informatie openbaar te maken. Op dit moment ben ik bezig met het voorbereiden van een wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (wetsvoorstel Voortgang Energietransitie), die ik na de zomer bij uw Kamer verwacht in te kunnen dienen. In dit wetsvoorstel wordt de openbaarmaking van informatie door netbeheerders verder verduidelijkt. In de uitvoeringsregelgeving bij dit wetsvoorstel kan verder uitgewerkt worden welke informatie in welke vorm beschikbaar moet komen, bijvoorbeeld wanneer de sector hier zelf onvoldoende uitkomt.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Monitor Energiebesparing Slimme Meters, RVO, maart 2014.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven