30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 456 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2016

Op 22 december jl. heb ik uw Kamer de Voortgangsrapportage 2015 van de Borgingscommissie Energieakkoord gestuurd (Kamerstuk 30 196, nr. 381). In deze rapportage zijn aanvullende maatregelen overeengekomen, op basis waarvan de 47 ondertekenaars van het Energieakkoord concludeerden dat alle doelen die zij gezamenlijk gesteld hebben voor 2020 en 2023 binnen bereik zijn. Afgesproken is dat rond 1 mei 2016 opnieuw de balans opgemaakt zou worden of de doelen na nadere uitwerking van de afspraken nog altijd binnen bereik zijn. Op 28 april jl. is hierover binnen de Borgingscommissie Energieakkoord gesproken en hebben wij gezamenlijk geconcludeerd dat alle doelen nog altijd binnen bereik zijn.

Hierbij informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, over de doorrekening van het intensiveringspakket in december en de afspraken die het kabinet in dit verband heeft gemaakt met de andere partijen bij het Energieakkoord en de conclusies die wij daarbij hebben getrokken. In de bijlage treft u een brief van de voorzitter van de Borgingscommissie1.

Hernieuwbare energie

In de Nationale Energieverkenning (NEV) 2015 (Kamerstuk 30 196, nr. 363) is geconstateerd dat het doel van 16% hernieuwbare energie in 2023 binnen bereik is. In de NEV 2015 is ook geconstateerd dat het doel van 14% hernieuwbare energie in 2020 nog niet gehaald werd. Om die reden heb ik eind 2015 aanvullende afspraken gemaakt met de partners bij het Energieakkoord die geleid hebben tot de gezamenlijke conclusie dat dit doel alsnog gehaald kan worden. Belangrijke maatregelen die wij toen hebben genomen zijn het implementeren van het Actieplan Wind op Land om de afgesproken 6.000 MW windenergie op land in 2020 te realiseren en de openstelling van een nieuwe subsidieregeling voor kleine hernieuwbare warmteopties. Ook heb ik eerder aangekondigd dat ik voor mono-mestvergisting en geothermie aanvullende acties zal nemen. Zoals toegezegd in het AO Energie van 20 april jl. zal ik uw Kamer voor de zomer informeren over de resultaten van het onderzoek dat ik heb ingesteld naar de effectiviteit van het instrumentarium ter ondersteuning van geothermie. In aanvulling hierop heb ik met de partijen bij het Energieakkoord afgesproken dat, indien uit de NEV 2016 mocht blijken dat de 14%-doelstelling nog niet volledig wordt gehaald, er voor de periode 2017–2020 een intensivering van de ISDE-regeling plaatsvindt om de doelstelling binnen bereik te krijgen. Op basis van deze maatregelen en de vele acties die wij al hadden ingezet, hebben alle partners bij het Energieakkoord er met mij vertrouwen in dat het doel van 14% hernieuwbare energie in 2020 gehaald kan worden.

Energiebesparing

In de NEV 2015 is geconstateerd dat het doel van 100 PJ extra energiebesparing in 2020 nog niet werd gehaald. Volgens de NEV was 55 PJ te verwachten met een mogelijke doorgroei naar 76 PJ. Om het doel van 100 PJ te halen, heb ik samen met de partijen bij het Energieakkoord een groot aantal intensiveringen en een aantal aanvullende maatregelen afgesproken.

Een belangrijke aanvullende maatregel die we in december jl. hebben afgesproken, is het uitwerken van een besparingsverplichting voor energieleveranciers of voor netbeheerders. Bij de uitwerking van deze varianten is vanuit de sector een aanvullende variant ingebracht, die ook is onderzocht. Deze variant van de sector gaat uit van een tenderregeling die zich richt op partijen die energiebesparende maatregelen aan de doelgroep aanbieden. Voor de financiële dekking van deze tenderregeling zou een extra heffing moeten worden geïntroduceerd. De drie varianten zijn uitgewerkt (zie bijlage)2 en besproken in de Borgingscommissie. Op basis van deze uitwerking hebben wij gezamenlijk afgesproken dat wij een besparingsverplichting gaan invoeren. Daartoe zullen wij de komende maanden de besparingsverplichting voor energieleveranciers en de tenderregeling concreet uitwerken. Met deze maatregel kan 15 PJ en mogelijk zelfs 20 PJ extra energiebesparing in 2020 worden gerealiseerd. In het overleg met de partijen bij het Energieakkoord is afgesproken dat het derde alternatief (besparingsverplichting voor netbeheerders) niet verder zal worden bezien. Dit alternatief biedt in vergelijking met de twee andere opties geen grote voordelen en kent als belangrijk nadeel dat een verplichte besparingstaak voor netbeheerders slecht aansluit bij de huidige gereguleerde taken van netbeheerders. De uitwerking en de implementatie worden vastgelegd in de Voortgangsrapportage 2016 in oktober.

Een ander belangrijk instrument om de 100 PJ extra energiebesparing in 2020 te halen zijn de 1-op-1 afspraken met de energie-intensieve industrie. Deze afspraken moeten 9 PJ energiebesparing opleveren. De afgelopen maanden hebben wij met de betrokken bedrijven grote stappen gezet om projecten boven tafel te krijgen die mogelijk geschikt zijn voor een 1-op-1 afspraak. De eerste twee concrete afspraken zal ik rond de zomer sluiten. Met de partners bij het Energieakkoord heb ik afgesproken dat uiterlijk op 1 oktober a.s. de benodigde 1-op-1 afspraken gemaakt moeten zijn om de 9 PJ energiebesparing te halen. Ik zal in de tussentijd doorgaan met het uitwerken van alternatief instrumentarium om de 9 PJ te halen. Mocht op 1 oktober of op enig moment hiervoor duidelijk worden dat de 9 PJ niet met de 1-op-1 afspraken wordt gehaald, dan zal ik besluiten over de inzet van alternatieve maatregelen. Op basis van deze afspraken hebben alle partijen het vertrouwen dat de 9 PJ energiebesparing in de energie-intensieve industrie daadwerkelijk gehaald zal worden.

Het behalen van het doel van 100 PJ extra energiebesparing in 2020 blijkt een zeer ambitieuze opgave, die alleen gehaald kan worden met de volledige inzet van alle betrokken partijen. Ik ben dan ook tevreden met het feit dat het kabinet opnieuw met alle partijen afspraken heeft kunnen maken op basis waarvan wij gezamenlijk kunnen concluderen dat dit ambitieuze doel binnen bereik is.

Evaluatie

Conform de afspraken uit het Energieakkoord zal het akkoord dit jaar geëvalueerd worden. De uitvoering van de evaluatie zal gedaan worden door het onderzoeksbureau KWINK Groep en voor de evaluatie heb ik tevens een begeleidingscommissie ingesteld met een onafhankelijke voorzitter. Daarmee geef ik invulling aan de motie Wassenberg (Kamerstuk 30 196, nr. 442). De evaluatie zal in oktober gepubliceerd worden, tezamen met de Nationale Energieverkenning 2016.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven