Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 september 2019
Deze zomer waren er weer verschillende incidenten waarbij sprake was van geweld tegen
politieambtenaren. In Rotterdam werd vrijdag een agent, die een bruidsstoet had aangehouden
wegens asociaal gedrag, geslagen door een bruiloftsgast. Ook brak zaterdag een agent
een arm bij een aanhouding; en liepen twee collega’s verwondingen op aan ledematen,
nadat ze, in een ander geval, een man wilden arresteren op verdenking van oplichting.
Ik leef mee met iedereen die in de uitoefening van zijn of haar professie als hulpverlener
te maken krijgt met geweld. Ik vind respectloos gedrag en in het bijzonder geweld
tegen politiemedewerkers en andere functionarissen met een publieke taak volstrekt
onacceptabel. De schadelijke gevolgen die politiemedewerkers hiervan ondervinden komen
regelmatig naar voren in gesprekken die ik met hen voer.
Politiemedewerkers hebben een gezaghebbende rol in de samenleving en moeten ongehinderd
hun werk kunnen doen. Ik vind het onacceptabel dat er jaarlijks sprake is van duizenden
incidenten waarbij sprake is van geweld en agressie tegen politiemedewerkers. Deze
trend moeten we tegengaan. Ik acht het daarom van groot belang dat tegen de geweldplegers
hard, eenduidig, effectief en snel wordt opgetreden.
Dit gebeurt door deze zaken met prioriteit te behandelen, eenduidig te registreren,
zoveel mogelijk lik op stuk toe te passen, hogere straffen te eisen conform de richtlijn
van het Openbaar Ministerie (200%) en de schade zoveel mogelijk te verhalen op daders.1 Hierbij is het van belang dat aangifte wordt gedaan.2
In het wetsvoorstel Herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen heb ik een
voorstel opgenomen om het hinderen van hulpverleners als zelfstandig delict strafbaar
te stellen. Dit voorstel is door uw Kamer met algemene stemmen aangenomen en inmiddels
aangeboden aan de Eerste Kamer3. Samen met de Minister voor Rechtsbescherming heb ik bij brief van 11 maart 20194 aangekondigd het taakstrafverbod uit te willen breiden zodat het geldt voor alle
vormen van geweld tegen politieambtenaren en andere functionarissen met een publieke
taak. Dit wetsvoorstel zal overeenkomstig mijn toezegging in het VAO van 13 juni 2019
(Handelingen II 2018/19, nr. 93, item 12) nog deze maand in consultatie worden gebracht.
Op afzienbare termijn zal ik in gesprek gaan met politiechefs en het Openbaar Ministerie
om samen te bekijken welke maatregelen verder genomen kunnen worden.
Daarnaast acht ik het van groot belang dat politieagenten die te maken hebben gehad
met werk gerelateerd geweld erop kunnen vertrouwen dat zij goed begeleid en opgevangen
worden door het politiekorps. Hierover heb ik recentelijk nog met verschillende agenten
gesproken die met geweld zijn geconfronteerd. Ik ben geraakt door de impact die dergelijke
incidenten hebben, en tegelijkertijd diep onder de indruk van de professionaliteit
van deze agenten die zich hierdoor niet uit het veld laten slaan, maar door blijven
gaan voor onze veiligheid.
Medewerkers en hun thuisfront kunnen voor hulpvragen terecht bij de leidinggevende,
de casemanager en voor (na)zorg bij mentale problemen 24/7 terecht bij het 24-uursloket.
Politiemedewerkers die betrokken zijn geweest bij ernstige incidenten worden na afloop
direct benaderd door collega’s uit het Team Collegiale Ondersteuning (TCO). Via een
zorgloket in elke eenheid wordt deskundige zorg aangeboden aan de medewerker. Bij
zwaardere problematiek wordt de medewerker gespecialiseerde ondersteuning en behandeling
bij externe zorgverleners geboden.
Ten slotte, asociaal onacceptabel gedrag is iets waar we ook elkaar op moeten aanspreken.
We horen onze naaste omgeving, familie en vrienden, bij te brengen dat hulpverleners
ons respect en bijstand verdienen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus