29 628 Politie

25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 733 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2017

Naar aanleiding van het verzoek van het lid Ellemeet (GroenLinks) zoals dat is gedaan in het ordedebat van 6 september jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 99, item 6) informeer ik u hierbij, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de inzet van de politie in instellingen voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in het algemeen. Daarnaast zal ik ingaan op het incident in een GGZ kliniek op 17 juli jl. waarbij door de politie proportioneel geweld is gebruikt om een patiënt gedwongen medicatie te kunnen toedienen. De inzet geschiedde op verzoek van de instelling.

Inzet politie in GGZ

De politie en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) hebben met elkaar afspraken gemaakt in het Convenant politie – GGZ. Dit convenant bevat afspraken over de samenwerking van beide partijen in geval er sprake is van een crisissituatie, waarbij een verward persoon met vermoedelijk een psychiatrische stoornis de openbare orde of veiligheid verstoort dan wel een gevaar is voor zichzelf of voor anderen.

Het convenant betreft een landelijke afspraak die op regionaal niveau nader ingevuld is tussen de plaatselijke politie en de individuele GGZ zorgaanbieder(s) in de vorm van regionale convenanten. De nadruk in het convenant ligt op de aanpak op straat in de toeleiding tot de zorg. Samenwerking tussen politie en de GGZ vindt echter ook plaats bij patiënten thuis en binnen GGZ-instellingen.

De politie wordt bij incidenten binnen een GGZ instelling gevraagd bijstand te verlenen wanneer de veiligheid van patiënten, personeel en betrokkene zelf in gevaar komt en het gevaar niet door het personeel zelf kan worden beheerst.

Het gaat dan om een situatie waarbij de patiënt geen controle meer heeft over zichzelf vanwege zijn stoornis en gewelddadig gedrag vertoont. De beoordeling of de inzet van politie noodzakelijk is hangt samen met verschillende aspecten, zoals onder andere de mate van geweld en aanspreekbaarheid van de patiënt, de dreiging voor andere patiënten of personeel en de mogelijkheden tot de-escalatie door het aanwezige personeel. Het gaat hierbij in de regel om patiënten met een ernstige psychiatrische stoornis die op dat moment beschermd dienen te worden tegen zichzelf.

Voorafgaand aan de inzet van de politie wordt met het personeel van de instelling overleg gepleegd over de situatie van de patiënt en de te nemen maatregelen. Welke maatregelen worden genomen en welke geweldsmiddelen daarbij eventueel worden ingezet, is uiteindelijk ter beoordeling aan de politie. Daarbij geldt voor iedere toepassing van geweld en het gebruik van geweldsmiddelen dat deze alleen toegepast mag worden als het echt niet anders kan (ultimum remedium) en dat de toepassing proportioneel moet zijn.

Incident GGZ kliniek Capelle aan den IJssel

Met betrekking tot het incident dat op 17 juli jl. heeft plaatsgevonden in een GGZ kliniek in Capelle aan den IJssel merk ik op dat ik, in verband met de privacy van de patiënt, niet kan ingaan op de specifieke feiten of omstandigheden die hebben geleid tot het gebruik van het geweld door de politie, waaronder de inzet van een stroomstootwapen. De beoordeling van deze geweldsaanwending heeft op de gebruikelijke wijze plaatsgevonden. Conform artikel 17 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren (hierna: Ambtsinstructie), is een geweldsrapportage opgemaakt. Deze geweldsrapportage is door de plv. politiechef van de eenheid Rotterdam ter kennis gebracht van de Hoofdofficier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Op 12 september 2017 heeft de Hoofdofficier van justitie laten weten dat hij tot het oordeel is gekomen dat betrokken politieambtenaar in overeenstemming met de «geweldsinstructie toepassing stroomstootwapen» heeft gehandeld. Het gebruik van het stroomstootwapen was in de casus noodzakelijk en proportioneel om patiënt op een veilige manier onder controle te brengen met als doel hem de benodigde medicatie toe te dienen. Dit doel kon niet op een minder ingrijpende manier worden bereikt.

Toezichthouders

De Inspectie Veiligheid en Justitie ziet vooralsnog geen aanleiding om onderzoek te doen naar het politieoptreden in de GGZ Kliniek in Capelle aan den IJssel. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft over het incident een melding ontvangen via het Landelijk Meldpunt Zorg. De IGZ heeft deze melding in behandeling genomen en heeft de instelling gevraagd te reageren op de melding. Op basis van de informatie die de instelling verschaft zal de IGZ beoordelen of vervolgacties noodzakelijk zijn.

Evaluatie pilot stroomstootwapen

Het gebruik van het stroomstootwapen bij dit incident wordt, net als alle andere inzetten van het stroomstootwapen in de pilotperiode, geëvalueerd door de wetenschappers die onder regie van de Politieacademie belast zijn met de wetenschappelijke begeleiding en de evaluatie van de pilot. Het evaluatierapport, dat in de loop van 2018 wordt opgeleverd, vormt de basis voor verdere besluitvorming over de vraag of een stroomstootwapen deel moet gaan uitmaken van de standaard bewapening van de politie en over de vraag of de huidige (tijdelijke) geweldsinstructie moet worden aangepast.

Voor meer informatie over de pilot met het stroomstootwapen verwijs ik u naar mijn brief van 1 februari 20171. Over de uitkomsten van deze evaluatie en over de besluitvorming aan de hand hiervan zal ik u te zijner tijd nader informeren.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 686.

Naar boven