Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2022
Door het lid Van der Werf (D66) is tijdens het commissiedebat terrorismebestrijding
van 26 januari jl. (Kamerstuk 29 754, nr. 636) verzocht om informatie over de capaciteit het Team Internationale Misdrijven (TIM)
van de politie. Door middel van deze brief informeer ik uw Kamer over de capaciteit
van dit gespecialiseerde team en de uitbreiding die recentelijk heeft plaatsgevonden.
De opsporing en vervolging van internationale misdrijven is zeer complex en tijdrovend.
De misdrijven zijn veelal gepleegd in landen die vaak instabiel zijn in de nasleep
van een conflictsituatie. Dit bemoeilijkt het vergaren van bewijsmateriaal. Bovendien
is de bewijslast voor internationale misdrijven zoals genocide en oorlogsmisdrijven
bijzonder hoog. Het lidmaatschap van een terroristische organisatie is daarvoor niet
voldoende. Voor een veroordeling voor dergelijke internationale misdrijven moeten
specifieke bestanddelen voor concrete betrokkenheid worden bewezen. Het onderzoek
naar deze misdrijven wordt daarom uitgevoerd door het gespecialiseerde TIM.
In het vorige regeerakkoord is opgenomen dat extra wordt geïnvesteerd in het TIM,
om expertise van buiten de politie aan te trekken, bijvoorbeeld personeel dat ervaring
heeft met opsporing van internationale misdrijven, specifieke vreemde talen beheerst
of beschikt over digitale expertise. Met de motie van het lid Sjoerdsma c.s. heeft
uw Kamer in 2019 verzocht te bezien of de capaciteit van het Team Internationale Misdrijven
«voldoende is om de bewijslast tegen IS-strijders te kunnen vergaren»1. Eind 2019 is uw Kamer hierop geïnformeerd dat de financiële middelen die de regering
aan de politie ter beschikking heeft gesteld voor de (tijdelijke) inhuur van expertise,
hun vruchten afwerpen, maar dat voor de lange termijn een structurele oplossing vereist
is, in de vorm van werving van de nodige specialistische- en opsporingsbevoegde capaciteit.2
In 2020 is een aanvang gemaakt met de versterking van de capaciteit en de expertise
van het TIM en dit is eind 2021 afgerond.3 De formatie van verschillende bestaande functies van het TIM is uitgebreid met ervaren
rechercheurs, dossiervormers en mensen met expertise die nodig is voor goede zaaksvoorbereiding
zoals OSINT (open source intelligence) en internationaal strafrecht.
Ook is een aantal nieuwe functies aan de formatie van het TIM toegevoegd met deskundigheid
op het gebied van digitale recherche en recherche-ondersteuning.
De capaciteit van het TIM is met deze investering van 32fte tot 43fte uitgebreid.
Hiermee wordt structureel voorzien in de nodige specialistische- en opsporingsbevoegde
capaciteit. De verwachting is dat dit de opsporing van internationale misdrijven een
positieve impuls zal geven.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius