Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2021
Tijdens het debat van uw Kamer op 3 februari 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 52,
debat over een privacylek in de systemen van de GGD), over een privacylek in de systemen
van de GGD, is door het lid Hijink c.s. een motie ingediend (Kamerstuk 27 529, nr. 240). In deze motie verzoeken de indieners «de regering om het budget van de Autoriteit
Persoonsgegevens dusdanig te verhogen dat zij in staat wordt gesteld om aan het realistische
groeipad te kunnen voldoen zoals dat is verwoord in het onafhankelijke KPMG-onderzoek
dat in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid is opgesteld».
Op 9 februari 2021 is de motie bij stemming aangenomen (Handelingen II 2020/21, nr. 54,
Stemmingen moties Privacylek in de systemen van de GGD), met het verzoek om voor het
einde van de maand februari een schriftelijke reactie te ontvangen met betrekking
tot de uitvoering van deze motie. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek van uw
Kamer.
De uitkomsten van het KPMG-onderzoek, waarover ik uw Kamer op 19 november 2020 per
brief (Kamerstukken 25 268 en 32 761, nr. 192) heb geïnformeerd, zijn aan de orde gekomen tijdens het debat van 3 februari. Tijdens
het debat heb ik toegelicht dat de KPMG-onderzoekers concluderen dat er nog te veel
onzekerheden aanwezig zijn om voor de Autoriteit Persoonsgegevens tot een eenduidige,
meerjarige, vooruitkijkende capaciteitsraming te komen. Dit komt onder meer door het
ontbreken van een solide datapositie bij de toezichthouder. Met de Autoriteit Persoonsgegevens
voer ik gesprekken om ervoor te zorgen dat haar datapositie wordt verbeterd en we
zodoende meer zicht krijgen op haar benodigde capaciteit.
Het «realistische groeipad» waarvan de motie melding maakt, komt niet met zoveel woorden
terug in de eindrapportage van KPMG. In die rapportage hebben de onderzoekers gekozen
voor een menustructuur die inzicht geeft in de bandbreedte van taken en benodigde
financiële middelen. Als basis daarvoor hebben de onderzoekers (vanwege het ontbreken
van een kostprijsmodel en betrouwbare tijdsregistratie) gebruikgemaakt van het capaciteitsmodel
dat steunt op expertinschattingen van de AP. Naast het feit dat uit het onafhankelijke
onderzoek geen concreet groeipad volgt is het budget van de Autoriteit Persoonsgegevens
niet op voorhand eenduidig te bepalen. Dit volgt mede uit de onzekerheden waarover
de onderzoekers hebben gerapporteerd.
Voorts is de motie niet voorzien van een financiële dekking en is het gelet op de
demissionaire status van dit kabinet thans niet mogelijk om toezeggingen te doen over
de uitvoering van de motie, aangezien dit nieuw beleid zou betreffen. Investeringen
als deze vragen om fundamentele beleidskeuzes die aan een volgend kabinet zijn
Ik laat de besluitvorming over de uitvoering van deze motie daarom over aan een volgend
kabinet.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker