19 637 Vreemdelingenbeleid

30 573 Migratiebeleid

Nr. 2386 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2018

Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken bieden we uw Kamer een brief aan over het sluiten van de Libische detentiecentra zoals gevraagd door het lid Jasper van Dijk tijdens het ordedebat op 29 maart jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 67, item 7) Zoals onder meer uiteengezet in het regeerakkoord en de kabinetsbrief van 30 maart jl.1 over de migratieagenda, streeft het kabinet naar een menswaardig, effectief en integraal migratiebeleid. De inzet in Libië is onderdeel van deze bredere aanpak.

In uw Kamer is de situatie van vluchtelingen en migranten in Libië en de inzet van het kabinet en de Europese Unie veelvuldig besproken. Libië bevindt zich in politieke crisis waardoor centraal en effectief overheidsgezag in heel Libië ontbreekt. Irreguliere migranten lopen significante risico’s in onveilige gebieden. De omstandigheden voor vluchtelingen en migranten zijn vaak slecht en de toegang van internationale organisaties is beperkt. Nederland dringt zowel in bilateraal als in multilateraal verband bij de Libische autoriteiten aan op het verbeteren van de opvang, het aanpakken van straffeloosheid en het verkrijgen van toegang voor internationale organisaties tot de detentiecentra in Libië. Dat heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking recent nog gedaan tijdens haar bezoek aan Tripoli, net als de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gesprek met de Libische Minister van Buitenlandse Zaken, dhr. Siyala, op 6 februari jl. te Rome.

Zoals eerder met uw Kamer gedeeld2, zet het kabinet zich samen met de AU, EU en VN in om de situatie in de centra te verbeteren, waaronder het bevorderen van de toegang tot medische zorg en voedselvoorziening. Het uiteindelijke doel is deze detentiecentra te sluiten en te komen tot alternatieve ontvangst- en transit centra. Daar heeft de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie, Frederica Mogherini, ook al eerder voor gepleit. Sinds het bezoek van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zijn er weer vijf detentiecentra gesloten. Ook zijn de bouwwerkzaamheden in de open faciliteit van UNHCR in Tripoli hervat. Het zal nog wel enkele maanden duren voor deze operationeel is. In eerste instantie zullen er 160 kwetsbare vluchtelingen worden gehuisvest. De capaciteit voor opvang wordt later uitgebreid tot 1.000 mensen. Vooral kwetsbare vluchtelingen zouden in het vervolg dan rechtstreeks vanuit het disembarkation point worden overgebracht naar dit nieuwe centrum in plaats van naar een detentiecentrum. Tegelijkertijd blijft voortgang moeizaam gezien de complexe situatie in het land.

Het sluiten van de centra is onderdeel van deze bredere agenda. Dit gaat samen met het opschalen van vrijwillige terugkeer, effectieve grensbewaking en het stabiliseren van Libië. Zo werken Nederland en de EU samen met de Internationale Organisatie voor Migratie aan de vrijwillige terugkeer van migranten naar het land van herkomst. Dat werpt vruchten af: steeds meer migranten kiezen ervoor om vrijwillig naar hun thuisland terug te keren. Sinds de EU-AU top van november 2017 is onder leiding van een gezamenlijke EU-AU-VN Task Force de inzet significant verhoogd. Door deze gezamenlijke inspanning op het bevorderen van vrijwillige terugkeer en het evacueren van de meest kwetsbare vluchtelingen en migranten, hebben sindsdien ruim 15.000 personen deze centra kunnen verlaten. Dit heeft er ook mede aan bijgedragen dat verschillende detentiecentra die onder controle staan van de centrale autoriteiten zijn gesloten.

Het is nu zaak om samen met alle partners er voor te zorgen dat de resultaten van het afgelopen half jaar worden bestendigd en dat hierop wordt voortgebouwd. Het kabinet zal de hierop gerichte inzet financieel blijven steunen en waar mogelijk wendt het kabinet ook diplomatieke middelen en contacten aan om er voor te zorgen dat IOM, UNHCR en andere organisaties hun werk in Libië zo optimaal mogelijk kunnen doen, de situatie in de centra verbetert en een transformatieproces kan worden ingezet dat uiteindelijk zal leiden tot sluiting van de detentiecentra. Het kabinet blijft hier samen met internationale partners bij de Libische autoriteiten op aandringen, waarbij zij aangetekend dat deze daar in beginsel zelf over beslissen.

Uiteindelijk vereist het voorkomen dat migranten überhaupt de noodzaak voelen om via Libië de reis naar Europa te wagen met alle risico’s van dien een duurzame oplossing en de eerder genoemde bredere aanpak. Deze aanpak van – grondoorzaken, informatiecampagnes en de strijd tegen mensensmokkel en -handel – zijn integraal onderdeel van de Nederlandse agenda. Daarbij blijft Nederland zich inzetten voor stabilisatie van Libië door o.a. capaciteitsopbouw van lokale overheden, het bij elkaar brengen van de strijdende partijen in Libië onder leiding van de VN en het faciliteren van veiligheidsdialogen. Tijdens het bezoek van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan Libië is voor alle bovengenoemde zaken in de gesprekken met relevante Libische partners aandacht gevraagd.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstukken 19 637 en 30 573, nr. 2375

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1280 en

Kamerstuk 32 735, nr. 182

Naar boven