8 Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg

Aan de orde is het VAO Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg (AO d.d. 29/06). 

De voorzitter:

Ik heet de minister wederom van harte welkom. Ik geef de heer Van Raak namens de SP-fractie als eerste spreker het woord. 

De heer Van Raak (SP):

De minister had beloofd dat hij ging spreken met de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers. In reactie op Kamervragen van mij blijkt dat dat de laatste keer in maart 2016 was. Ik hoop dat dat niet het geval is. Kan hij verslag doen van zijn laatste overleg? Kan hij aangeven hoe hij met die brandweervrijwilligers heeft gesproken over de organisatie van de brandweer om die weer aantrekkelijk te maken voor vrijwilligers? Om de minister daarbij te helpen heb ik de volgende twee moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat bij de brandweer vele vrijwilligers dag en nacht klaar staan voor onze veiligheid; 

constaterende dat de beloning van bestuurders van veiligheidsregio's in sommige gevallen hoger is dan de WNT-norm; 

verzoekt de regering in kaart te brengen hoe hoog de vergoedingen van bestuurders van veiligheidsregio's zijn en maatregelen te nemen op het moment dat de WNT-norm wordt overschreden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 129 (29517). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat de zeggenschap van gemeenteraden over de brandweer beperkt is; 

overwegende dat de Wet veiligheidsregio's pas in 2019 geëvalueerd wordt; 

verzoekt de regering de evaluatie van de Wet veiligheidsregio's nu al te laten plaatsvinden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 130 (29517). 

De heer Van Raak (SP):

Ik heb vragen gesteld over lockpickguns. Jawel, voorzitter, je houdt je nog eens ergens mee bezig. En Blue Target, de politieverklikker. Dat zijn zaken waarvan de minister zegt dat ze verboden moeten worden of dat ze niet gebruikt mogen worden. Ze mogen dus wel gekocht worden maar niet gebruikt. Ik vind dat ze dan verboden moeten worden. Daarom de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Blue Target (de politieverklikker) en lockpickguns vrij verkrijgbaar zijn in Nederland; 

constaterende dat deze producten mensen kunnen aanzetten tot crimineel gedrag; 

verzoekt de regering een verbod in te stellen op de verkoop van deze producten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 131 (29517). 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Dam. Niet? Dan ga ik naar mevrouw Özütok namens GroenLinks. 

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Op 29 juni hebben we in het algemeen overleg gesproken over nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg. Zoals veel collega's toen ook al aangaven, stond er een breed scala aan onderwerpen op de agenda. Ik heb me toen beperkt tot een tweetal punten. Allereerst ben ik blij dat de minister heeft toegezegd met de veiligheidsregio's in gesprek te gaan over het stimuleren van transparant bestuur en het vergroten van de democratische controle daarop. Ik realiseer mij heel erg goed dat er een zomerperiode tussen het AO en dit overleg heeft gezeten, maar ik ben toch heel erg benieuwd of de minister al een eerste stap heeft gezet om dit onderwerp met de veiligheidsregio's te bespreken. 

Voor GroenLinks is de aanpak van de klimaatverandering van groot belang. We merken nu al regelmatig de gevolgen van de klimaatverandering. Dit heeft ook gevolgen voor de veiligheid en crisisbeheersing. GroenLinks ziet dan ook graag dat in de komende voortgangsrapportages die raken aan veiligheid en klimaatverandering specifiek aandacht wordt besteed aan de uit de klimaatontwikkelingen voortvloeiende risico's voor de veiligheid en crisisbeheersing. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat volgens het Nationaal Veiligheidsprofiel 2016 de gevolgen van klimaatverandering aanzienlijk zullen zijn, maar dat nog niet te beoordelen is hoe deze bedreigingen zich zullen manifesteren; 

overwegende dat in december 2016 voorzien is in een Nationale klimaatadaptatiestrategie; 

verzoekt de regering om in komende voortgangsrapportages die raken aan veiligheid en klimaatverandering specifiek aandacht te besteden aan de uit de klimaatontwikkelingen voortvloeiende risico's voor de veiligheid en crisisbeheersing en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Özütok. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 132 (29517). 

De voorzitter:

De laatste motie wordt gekopieerd en rondgedeeld. Die komt eraan. 

Ik kijk naar de minister om te zien of hij behoefte heeft aan een korte schorsing. Dat is het geval. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

We gaan verder. Ik geef de minister het woord. 

Minister Blok:

Dank u wel, voorzitter. Overigens heb ik de motie van mevrouw Özütok niet voor mij. Het was wel de reden voor het overleg. Maar ik denk dat ik de strekking in grote trekken wel begrepen heb. Hij komt eraan, zie ik. Dank u wel. 

Ik begin met de inbreng van de heer Van Raak. Hij vroeg wanneer ik met de bonden had gesproken. Dat was in maart van dit jaar, niet in maart vorig jaar. Daarna heb ik overigens ook nog een boeiend werkbezoek aan de Veiligheidsregio Gelderland gebracht en daar in ieder geval ook met brandweervrijwilligers kunnen spreken. Het volgende overleg zal plaatsvinden als de beide onderzoeken beschikbaar zijn. Dat zal dit najaar zijn. 

De heer Van Raak heeft een drietal moties ingediend. De motie op stuk nr. 129 verzoekt de regering in kaart te brengen hoe hoog de vergoedingen van bestuurders van veiligheidsregio's zijn en maatregelen te nemen als de WNT-norm wordt overschreden. Zoals ook in het AO uitgebreid is gewisseld, is de veiligheidsregio een vorm van verlengd lokaal bestuur en is het dus aan de gemeenteraden om daarop controle uit te oefenen. Als er sprake is van overtreding van een wet, dan bestaan daar de geëigende middelen voor. Het kabinet heeft nog een voorstel gedaan voor een verdere aanscherping van de WNT. Zolang er geen wet wordt overtreden, maar er sprake is van een beloning die, zonder in strijd te zijn met de wet, wel hoog kan worden gevonden, is dat echter aan de gemeenteraad, althans bij een veiligheidsregio. Daarom moet ik deze motie ontraden. 

De heer Van Raak (SP):

Daarom heb ik twee moties ingediend. De tweede motie gaat over het feit dat raadsleden meestal niet echt in staat zijn om de vinger erachter te krijgen. Het is wel een vorm van verlengd lokaal bestuur, maar ik ben bang dat er geen sprake is van verlengde lokale controle. Ik vraag de minister niet meteen om in te grijpen. Maar we hebben gezien dat bij sommige veiligheidsregio's veel te veel betaald wordt, aan bestuurders, maar ook aan externen. Daarom zou ik graag zien dat dat in kaart gebracht wordt. Dat is volgens mij toch een roep om informatie, waarvan de minister niet kan zeggen: daar ga ik niet over. 

Minister Blok:

Ik heb hier één motie over het thema beloning. Ik heb er nog twee, maar de heer Van Raak zegt dat hij hierover twee moties heeft ingediend. 

De heer Van Raak (SP):

Die tweede gaat over de gemeenteraden. Die gaat over de evaluatie van de Wet veiligheidsregio's. 

Minister Blok:

Oké, dan begrijp ik het. Mijn advies ging nu over de eerste motie. Maar die is nog steeds in strijd met de manier waarop wij de veiligheidsregio's hebben ingericht, namelijk als verlengd lokaal bestuur. Want de heer Van Raak vraagt nu aan de nationale regering om bij te gaan houden hoeveel de veiligheidsregio's betalen. Dat is echt de taak van de gemeenteraad. Ik zou als gemeenteraadslid eerlijk gezegd ook heel boos worden als die lui in Den Haag de hele tijd mijn werk kwamen overnemen, om extra rapporten gingen vragen en daar een oordeel over hadden. Ik zou de heer Van Raak dus willen aansporen om zijn partijgenoten in de gemeenteraden hier kritisch op te laten zijn, maar niet Den Haag hun werk over te laten doen. Ik blijf deze motie dus ontraden. 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

Minister Blok:

Dan kom ik op de motie van de heer Van Raak op stuk nr. 130. Die verzoekt de regering de evaluatie van de Wet veiligheidsregio's nu al te laten plaatsvinden. Die evaluatie is gepland voor 2019. Dat is ook logisch, omdat op dat moment de evaluatie van de Politiewet beschikbaar is en de volgende planperiode van de veiligheidsregio's ingaat. Het zou dus eigenlijk onverstandig en misschien ook wel schadelijk zijn om dat naar voren te trekken. Ook deze motie moet ik dus ontraden, maar geëvalueerd wordt er. 

Dan de motie op stuk nr. 131 van de heer Van Raak, die de regering verzoekt een verbod in te stellen op de verkoop van Target Blu Eye — er staat nu in de motie "Blue Target", maar ik denk dat we begrijpen waarover we het hebben — en lockpickguns. De Kamer heeft een rapport over Target Blu Eye vertrouwelijk ter inzage gekregen. Soms moet dat helaas vertrouwelijk, want criminelen zullen erg geïnteresseerd zijn in wat de politie hiervan vindt. Op grond van dat vertrouwelijke rapport geef ik aan dat de politie het niet vindt bijdragen als we dat verbieden. Dit valt voor mij in dezelfde categorie: de mannen en de vrouwen met de poten in de klei, die hiermee moeten omgaan, zeggen tegen ons in Den Haag dat ze allerlei risico's zien waarmee ze ook omgaan, maar dat het hen niet helpt als we het verbieden. Waarom moet er dan een opgeheven vingertje uit Den Haag komen, zo van: beste dienders, u zegt weliswaar dat het niet hoeft, maar wij in Den Haag, wij van de SP, hebben voor u bedacht dat het voor u toch beter is als wij het verbieden? Dat wat betreft Target Blu Eye. Over de lockpickguns hebben we ook eerder gesproken. Ik dacht dat ik er eerder zelfs al een motie over heb gekregen. Hoe meer we erover praten, hoe meer reclame je ervoor maakt, zou ik zeggen. Toen heb ik aangegeven dat het voorbereiden van inbraak en het daarvoor beschikbaar hebben van middelen al strafbaar is. Het voegt dus niets toe om een verbod op lockpickguns in te voeren. Ook deze motie moet ik dus ontraden. 

De heer Van Raak (SP):

Een oplettende kijker had mij ook al geattendeerd op de fout: het moet "Target Blu Eye" zijn; dat zal ik even veranderen in de motie. Ik vind het wel opmerkelijk. De minister doet een beroep op liberale principes en zegt: we leggen de eigen verantwoordelijkheid waar het moet. Ik vind het eerlijk gezegd heel vreemd dat een liberale minister zegt: je mag een lockpickgun, waarmee je heel makkelijk sloten open kunt krijgen, kopen maar je mag die niet gebruiken voor criminele activiteiten. Dat is raar. Dat vind ik, zeker voor een VVD-minister, een opmerkelijke vorm van gedogen. 

Minister Blok:

De heer Van Raak is ongetwijfeld een uitstekend filosoof en hij is creatief met woorden, maar hij draait volkomen heen om de argumentatie die ik gaf. De eerste was dat de politie een onderzoek heeft gedaan dat u vertrouwelijk ter beschikking staat en dat zegt: u helpt ons helemaal niet met een verbod op Target Blu Eye. De heer Van Raak is, met alle respect, een goed filosoof, maar dat maakt hem niet tot een goed agent. Als het over de lockpickguns gaat, voorziet de wet al in de mogelijkheid om het voorbereiden van inbraak en het beschikken over middelen daarvoor te bestraffen. Het voegt dus niets toe. Mijn oordeel blijft: ontraden. 

De voorzitter:

Volgens mij is dit punt ook in het algemeen overleg besproken. Ik stel voor dat u verdergaat met de motie van mevrouw Özütok. 

Minister Blok:

Ja. Mevrouw Özütok vroeg allereerst wanneer mijn volgende overleg met de veiligheidsregio's is. Dat is dit najaar. 

Ze vroeg vervolgens in de motie op stuk nr. 132 om in komende voortgangsrapportages die raken aan veiligheid en klimaatverandering specifiek aandacht te besteden aan uit de klimaatontwikkelingen voortvloeiende risico's voor de veiligheid en crisisbeheersing en de Kamer hierover te informeren. Daar had ik echt wel even ruggenspraak voor nodig. Dit overlapt zodanig met het werk van mijn collega van I en M, met daarbinnen niet alleen de taak van het Rijk als het gaat om waterbeheersing maar ook de taak van de waterschappen, dat het onzorgvuldig zou zijn om nu een oordeel over deze motie uit te spreken. Ik zou mevrouw Özütok dus willen vragen om de motie aan te houden, zodat ik kan overleggen met de collega van I en M en schriftelijke reactie kan geven. 

De voorzitter:

Dank u wel. U mag erover nadenken tot dinsdag, maar als u het nu wilt doen, is dat ook prima, mevrouw Özütok. 

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank voor de beantwoording. Ik wil er echt over nadenken en kom erop terug. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dank u wel. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO. Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven