Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 52, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 52, item 3 |
Vragen van het lid Van Wijngaarden aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht "Incassobureaus moeten stoppen met conceptdagvaardingen".
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Voorzitter. Laten we eerlijk zijn: wie is er niet eens vergeten een keer een rekening te betalen? Een enge brief van een incassobureau kan dan helpen, maar fouten maken is ook gewoon menselijk. Dat de rekening te lang blijft liggen, is niet goed. Dat kan ondernemers op kosten jagen. Incassobureaus zijn ervoor om een wake-upcall te geven dat er nu toch een keer betaald moet worden. Maar waarschuwen is toch echt iets anders dan iemand dagvaarden. De Consumentenbond bindt de kat de bel aan en wijst erop dat incassobureaus consumenten met conceptdagvaardingen bang maken en op het verkeerde been zetten. Incassobureaus blijken semantische trucs en woordspelletjes te gebruiken om de indruk te wekken dat zij bevoegd zijn tot iets waar we nu juist de bij de Kroon benoemde en wettelijk gereguleerde deurwaarder voor hebben. Pretenderen dat je een bevoegdheid hebt die niet de jouwe is, is onbetamelijk, onzorgvuldig en mogelijk onrechtmatig. De incassobureaus zelf, de AFM en de ACM dienen toezicht te houden op de incassobranche, maar welke maatregelen en eventuele sancties nemen AFM en ACM tegen die incassokantoren die deurwaardertje blijven spelen? Zijn hun bevoegdheden toereikend? Wat is het oordeel van de minister hierover? Kan hij de Kamer een overzicht doen toekomen van de bevoegdheden en aangeven of deze naar zijn oordeel dienen te worden aangescherpt?
Minister Van der Steur:
Voorzitter. Ik dank de heer Van Wijngaarden voor deze vraag, met name omdat incasso met regelmaat in de Kamer wordt besproken. Dat is ook niet onbegrijpelijk als volgens het rapport van de Autoriteit Consument & Markt in 2014 in totaal 5 miljard euro geïncasseerd moest worden. De omvang van de incassomarkt in 2014 voor consumenten was 5 miljard euro. De incassobranche in Nederland, bestaande uit incassobureaus enerzijds en deurwaarders anderzijds, is dus een belangrijk onderdeel van de economie en is een belangrijke voorwaarde voor een succesvol bestaan van heel veel bedrijven in Nederland. Helaas, zo zeg ik erbij, want ik ben het helemaal eens met de heer Van Wijngaarden dat je je rekeningen gewoon op tijd moet betalen. Ik herken echter het beeld dat je dat weleens vergeet.
De Consumentenbond vindt het sturen van conceptdagvaardingen disproportioneel en discutabel. Daar is veel over te zeggen. Als de vordering niet terecht is, verjaard is of niet bestaat, is een incasso sowieso niet aan de orde en is ook een conceptdagvaarding uiteraard niet terecht. Als, zoals de heer Van Wijngaarden zegt, het incassobureau de indruk wekt dat het bevoegd zou zijn om zo'n dagvaarding uit te sturen, ben ik het ook met hem eens dat dit niet door de beugel kan. Incassobureaus hebben die bevoegdheid niet, zoals hij ook terecht al zei.
Aan de andere kant is het op zichzelf toesturen van een conceptdagvaarding en de nette mededeling dat je overweegt om bij het niet betalen van de vordering die uit handen te geven aan een deurwaarder zodat die een dagvaarding kan uitsturen, wel een waarschuwing en een informatievoorziening aan de consument waar hij wat mee kan. Hij realiseert zich dan ook dat hij het risico van onnodige en hoge kosten loopt en kan zelf de keuze maken tussen betalen of verweer voeren. Het kan zijn dat de consument dat verweer wil voeren. In algemene zin mogen incassobureaus echter niet de indruk wekken dat zij daartoe bevoegd zouden zijn. Dat is de reden, onder andere naar aanleiding van het rapport waarover ik de Kamer op 17 december vorig jaar informeerde, dat de Autoriteit Consument & Markt samen met de Autoriteit Financiële Markten voor 2016 de aanpak van oneerlijke incassopraktijken op de agenda heeft gezet en dat zij ieder vanuit hun eigen rol de krachten zullen bundelen. Ik juich dat initiatief toe.
De heer Van Wijngaarden heeft gevraagd of de mogelijkheden van beide instanties toereikend zijn om dat toezicht volledig uit te voeren. Daarover zal ik hem graag na afloop van het project informeren. Over de bevoegdheden en de sancties die in het kader van toezicht kunnen worden opgelegd, zal ik de Kamer samen met de collega's van Economische Zaken, van Financiën en van Sociale Zaken informeren.
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Ik dank de minister voor de erkenning van het feit dat incassobureaus inderdaad niet de valse indruk mogen wekken dat zij een bevoegdheid hebben die zij helemaal niet hebben. Ik dank hem ook voor de toezegging dat er een analyse komt van de bevoegdheden, maar ik wil toch wat meer weten van de minister over de zelfregulering binnen de branche. Er is namelijk geen mooiere regulering dan zelfregulering. Hoe is het daarmee gesteld? Hoe taxeert hij die? Zijn de beroepsregels voldoende duidelijk voor de incassobureaus? Wat vinden zij van deze praktijken? Wat vindt de KBvG hiervan? Een incassobureau dat deurwaardertje speelt, zit immers ook in de tuin van de deurwaarder. Is de minister dus bereid om in gesprek te gaan met de incassobranche en de KBvG, de beroepsorganisatie waar deurwaarders verplicht lid van zijn, om dit uit te zoeken?
Minister Van der Steur:
Die bereidheid heb ik. Ik spreek met regelmaat met de KBvG en de NVI, de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen. Laatstgenoemde heeft ook een keurmerk. Dat is een goed voorbeeld van zeer actieve zelfregulering. Ik herinner mij dat ik in mijn hoedanigheid van Kamerlid veelvuldig met de voorzitter van die vereniging heb gesproken. Dat gesprek vindt op mijn departement met beide instanties met regelmaat plaats. Aan de ene kant is er een groot verschil, want de deurwaarders hebben een wettelijk toezicht. Zeer recent is nog in de Kamer gesproken over wijzigingen op dat punt, met name in de professionalisering van het toezicht. Aan de andere is er de zelfregulering van de NVI. Ik denk dat het heel goed is dat we ook vandaag weer in de Kamer het signaal afgeven dat het verstandig zou zijn voor al die bedrijven als zij vooral gebruikmaken van incassobureaus die vallen onder het NVI. Daarmee is gewaarborgd dat men zich houdt aan de standaardregels.
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Ik dank de minister voor die toezegging. Ik stel vast dat de incassobranche echt een verbeterslag te maken heeft en kijk uit naar de informatie hierover van de minister.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Wij zijn zelf wetgever en kunnen bepalen of de boetes hoog genoeg zijn, en of er nog meer toezicht moet komen op de incassobranche. Daarom zijn wij ook al lang bezig met een initiatiefwetsvoorstel, dat we binnenkort naar de Kamer sturen. De heer Van Wijngaarden en de minister worden dus op hun wenken bediend. Er vinden nu echt oneerlijke handelspraktijken plaats. Het is goed dat de ACM en de AFM hun toezicht gaan intensiveren, maar dat gebeurt al heel lang en dat keurmerk van de incassobranche bestaat ook al heel lang. Kan de minister van Veiligheid en Justitie hier zeggen dat de incassobureaus die nu bijvoorbeeld dagvaardingen sturen of incassobrieven sturen naar mensen die helemaal geen rekening te betalen hebben, binnenkort een forse boete kunnen verwachten?
Minister Van der Steur:
Dat kan ik zo een-twee-drie niet toezeggen, want ik heb net al gezegd dat ik de Kamer zal informeren over de bevoegdheden van de ACM en de AFM in het kader van het toezicht dat in 2016 wordt uitgevoerd. Ik ben overigens heel benieuwd naar het initiatiefwetsvoorstel dat mevrouw Schouten heeft aangekondigd. Ik ben ook graag bereid om de ambtelijke ondersteuning te verlenen die nodig is om dat tot een succes te maken. Overigens zal dat mogelijkerwijs niet het kabinetsstandpunt over een wettelijk keurmerk voor incassobureaus veranderen. Die discussie zullen we in de toekomst wel tegemoetzien. Ik zal de Kamer informeren over de mogelijke risico's die incassobureaus lopen in het kader van het toezicht, zoals ik net ook aan de heer Van Wijngaarden heb toegezegd.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
De minister drijft hier toch een beetje weg. Het gaat hier om, zoals hij zelf heeft aangegeven, oneerlijke handelspraktijken. Als je in Nederland iets doet wat niet mag, dan krijg je daar een boete voor. Het lijkt er nu toch op dat de minister zegt "foei, incassobureaus, niet doen!", maar daar voor de rest niets tegenoverstelt. Laten we nu gewoon een statement maken en zeggen: u wordt beboet als u de wet overtreedt en dingen doet die niet mogen, zoals dat overal geldt. Kan de minister van Veiligheid en Justitie daarover niet toch een wat sterkere uitspraak doen? Dan gaat de praktijk mogelijk wel veranderen.
Minister Van der Steur:
Dat we hier met elkaar vaststellen dat oneerlijke handelspraktijken niet mogen en niet horen, is duidelijk; daar zijn we het over eens. We vinden het ook heel belangrijk dat incassobureaus niet de indruk wekken dat ze deurwaarderskantoren zijn of dat zij zelfstandig in staat zijn om een dagvaarding uit te sturen. We weten met z'n allen overigens ook dat dit niet kan. Ik heb toegezegd dat ik de Kamer zal informeren over de risico's die incassobureaus lopen in het kader van het toezichtproject van de AFM en de ACM.
De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):
Zelfregulering is prima, maar juist in deze branche constateren we al jaren dat incident zich op incident stapelt. We ondernemen vanuit de politiek en de wetgevende macht geen of nauwelijks actie om dit soort praktijken aan banden te leggen. De minister sprak al over het keurmerk voor incassobureaus van de NVI, waarbij slechts 22 van de ruim 500 incassobureaus in Nederland zijn aangesloten. Wordt het nou niet eens tijd dat we dat wettelijk reguleren? Daaraan gekoppeld vraag ik of de minister vindt dat incassobureaus niet eigenlijk gescheiden zouden moeten zijn van gerechtsdeurwaarders, en dat die twee entiteiten niet bij één organisatie thuishoren.
Minister Van der Steur:
Ik geef graag antwoord op beide vragen. Laat ik vooropstellen dat er natuurlijk ook uitgebreide bescherming is tegen onterechte praktijken van incassobureaus. We hebben daarvoor, zoals bekend is, de Consumentenbond. Die heeft dit onderwerp ook aangekaart. Daarnaast hebben we het Juridisch Loket, de rechtsbijstandsvoorziening en de Fraudehelpdesk die hierbij kunnen adviseren. Met klachten kan men terecht bij de ConsuWijzer van de ACM, wat ook heel belangrijk is. Er zijn dus heel mooie voorzieningen om informatie te krijgen maar ook om een klacht in te dienen, voor mensen die hier last van hebben.
Mevrouw Schouten heeft een wetsvoorstel aangekondigd dat een wettelijk keurmerk regelt. Dat wacht de regering natuurlijk gewoon netjes af. Ik vind wel — dat wil ik hier graag herhalen — dat bedrijven die gebruikmaken van incassobureaus er verstandig aan doen om dan te kiezen voor één van de bureaus die voorzien zijn van het keurmerk van de Nederlandse Vereniging van gecertificeerde Incasso-ondernemingen, omdat die aan een aantal basisvereisten moeten voldoen.
De heer Van Nispen (SP):
De SP heeft zes jaar geleden bij de behandeling van de wet Incassokosten al aangedrongen op de mogelijkheid om boetes te introduceren en te handhaven. Tot op de dag van vandaag vinden echter op deze markt dit soort illegale praktijken door de incassocowboys plaats. Ze sturen conceptdagvaardingen, terwijl ze dat helemaal niet mogen. Er zijn beslagleggingen bij een bedrag van €2. Nog steeds worden er te hoge incassokosten in rekening gebracht, meer dan volgens de wet mag. De minister doet alsof hij handhaaft, maar feitelijk gebeurt er nog helemaal niets. Het is toch ongelooflijk dat dit tot op de dag van vandaag kan? We hebben behoefte aan heldere regels, aan boetes en aan handhaving. Waar blijft de daadkracht van deze minister?
Minister Van der Steur:
Laat ik vooropstellen dat het sturen van een conceptdagvaarding natuurlijk in principe wel mag, zoals ik net in antwoord op de vraag van de heer Van Wijngaarden ook al zei. Dat kan zelfs ook een goede functie vervullen, want het is wel van belang dat je als consument op de hoogte bent van wat de consequenties kunnen zijn van het feit dat je een rekening onbetaald laat. Een incassobureau of een deurwaarder kan zo laten zien wat je te wachten staat, dat dit hoge kosten betekent en een mogelijke juridische procedure waarin je je moet laten bijstaan en waarin je ook veroordeeld kunt worden, waar extra kosten mee gemoeid kunnen zijn. Ik vind het op zichzelf netjes van een incassobureau als het mensen daarover informeert. Ik ben het dus niet eens met het standpunt van de heer Van Nispen, namelijk dat het nooit mag. Het is wat anders als het incassobureau de indruk wekt dat het zelf bevoegd is om zo'n dagvaarding uit te brengen — dat is niet het geval — en als het gaat om vorderingen die niet bestaan of die verjaard zijn. Dat is ook het punt dat de Consumentenbond, of Kassa, geloof ik, deze week heeft aangeroerd.
Dan kom ik op het punt van de incassokosten. Daar hebben we een wet voor, waar de heer Van Nispen en ik nog samen over van gedachten gewisseld hebben. Laten we nu niet doen alsof die hele branche van 5 miljard één grote oplichterspraktijk is, zoals de heer Van Nispen misschien een beetje wilde doen voorkomen in zijn bijdrage, want het gaat echt om een zeer belangrijk onderdeel van onze samenleving. Er zijn heel veel mensen die hun rekeningen niet betalen. Het is goed dat er incasso mogelijk is, maar dat moet op een zorgvuldige manier gebeuren. Dat is ook de reden waarom de ACM en de AFM hebben aangekondigd om voor 2016 hun toezicht te verscherpen. Daar zal ik de Kamer over informeren, zoals ik al heb toegezegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20152016-52-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.