32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

Nr. 291 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2019

Graag informeer ik u over een tweetal zaken aangaande het stimuleringsprogramma muziekonderwijs.

Ten eerste stuur ik u het onderzoeksrapport «(Meer) muziekonderwijs als doel en middel»1. Dit onderzoek is uitgevoerd op verzoek van uw Kamer. Ik verwijs hiervoor naar de motie van de leden Asscher en Bergkamp2.

Dit tussentijdse onderzoek naar het impulsprogramma muziekonderwijs reflecteert op de ontwikkelingen van het programma tot nu toe en doet specifieke aanbevelingen voor de toekomstige ondersteuning van zowel het muziekonderwijs als cultuureducatie in bredere zin. Ik neem deze aanbevelingen mee in de uitwerking van mijn beleid voor de periode 2021–2024.

Zoals ik heb aangekondigd in mijn uitgangspuntenbrief (Kamerstuk 32 820, nr. 290), kies ik in 2021–2024 voor integraal cultuuronderwijs. Scholen, de Raad voor Cultuur en de andere overheden hebben mij hierom gevraagd. Ook bijgaand onderzoek onderschrijft dat aandacht voor één specifieke discipline in de weg kan komen te staan van algemene aandacht voor cultuureducatie en doet de aanbeveling om in de toekomst vanuit één integrale regeling te opereren3.

Het onderzoek biedt inzicht in succesfactoren van het impulsprogramma die ook breder inzetbaar zijn en die meegenomen worden in de vormgeving van het vervolg op het programma Cultuureducatie met kwaliteit. Zodat we naast muziek, in de toekomst ook andere kunstdisciplines kunnen laten profiteren van de successen van deze aanpak. Bijvoorbeeld op het gebied van deskundigheidsbevordering en publiek-private samenwerking.

De afgelopen jaren hebben we stevig ingezet op verschillende ontwikkelingen binnen het domein van het muziekonderwijs. Op scholen, pabo’s en in de regio’s is er een stevige basis gelegd en we zijn nog niet klaar. Het impulsprogramma Méér muziek in de klas loopt nog tot eind 2020. Ik ben ervan overtuigd dat het vervolg op het programma Cultuureducatie met kwaliteit en het herziene curriculum uitstekende mogelijkheden biedt voor scholen om hierop voort te bouwen.

Er is en blijft, ook binnen de kaders van een breder programma, ruimte voor muziekonderwijs.

Het vervolg op Cultuureducatie met kwaliteit zal breder van opzet worden en inspelen op de komst van het nieuwe curriculum. De maatregelen voor afzonderlijke disciplines en onderwijsniveaus integreer ik in dit programma.

Penvoerders krijgen meer ruimte om in te spelen op lokale wensen, zoals aandacht voor het voortgezet onderwijs, gelijke kansen en de relatie binnenschools-buitenschools. De komende periode zal het nieuwe programma vorm krijgen. De kennis uit bijgaand onderzoek zal daarbij worden betrokken.

Ten tweede informeer ik uw Kamer graag over de voortgang van de gewijzigde motie van de leden Asscher en Bergkamp4. In deze motie wordt de regering verzocht om door samenwerking met het lokale en provinciale bestuur, te bevorderen dat zoveel mogelijk kinderen kunnen meedoen met het initiatief Meer Muziek in de Klas, via een jaarlijkse bijdrage van 500.000 euro voor 2019 en 2020.

Graag informeer ik u over het feit dat ik uitvoering geef aan deze ambitie middels «De MuziekMatch».

Binnen De MuziekMatch stel ik in totaal 1 miljoen euro beschikbaar in 2019 en 2020, voor samenwerkende regionale partijen die zich in willen zetten voor duurzaam muziekonderwijs op alle basisscholen in hun regio. Om publiek-private samenwerking verder te stimuleren, kunnen regio’s aanspraak maken op een bijdrage op voorwaarde van matching. Het initiatief is gekoppeld aan het programma Méér Muziek in de Klas Lokaal, van de stichting Méér Muziek in de Klas en zal door deze stichting worden uitgevoerd.

Het initiatief wordt gepresenteerd op 27 juni, tijdens de ondertekening van het convenant Méér Muziek in de Klas Lokaal in de Achterhoek.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 28

X Noot
3

Van den Broek e.a. 2019, (Meer) muziekonderwijs als doel en middel, p. 49

X Noot
4

Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 117

Naar boven