32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

35 668 Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie

BB1 VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 1 mei 2024

De Eerste Kamer heeft op 12 november 2019 en op 29 juni 2021 moties aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht de inzet van en subsidie op houtige biomassa te stoppen, danwel niet voort te zetten of te vernieuwen.2

Naar aanleiding hiervan is op 11 april 2024 een brief gestuurd aan de Minister voor Klimaat en Energie.

De Minister heeft op 1 mei 2024 gereageerd.

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat3 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, Karthaus

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Minister voor Klimaat en Energie

Den Haag, 11 april 2024

De Eerste Kamer heeft op 12 november 2019 en op 29 juni 2021 moties aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht de inzet van en subsidie op houtige biomassa te stoppen, danwel niet voort te zetten of te vernieuwen.4

Uw recente besluit om Vattenfall desalniettemin een subsidie voor een bedrag van 395 miljoen euro toe te kennen voor een biomassacentrale in Diemen is in strijd met deze moties. U heeft dit besluit genomen, ondanks het advies van de SER in 2020 om te stoppen met subsidies voor biomassa, ondanks een aangenomen motie van de Tweede Kamer uit 2021 die klip-en-klaar zei «stop met nieuwe subsidies voor houtige biomassa», en ondanks het kabinetsbesluit van april 2022 waarin werd toegezegd per direct te stoppen met het afgeven van subsidies voor houtige biomassa voor laagwaardige warmte.5

U beroept zich op eerdere toezeggingen op basis van oudere regelingen, maar maakt niet geloofwaardig dat de nadrukkelijke (en herhaalde) wensen van parlement en SER zo'n lang na-ijl effect zouden moeten hebben op basis van eerdere aanvragen.

De commissie voor Economische Zaken en Klimaat6 verzoekt u om die reden helderheid te verschaffen over het niet uitvoeren van de verzoeken vanuit het parlement om bestaande, lopende en nieuwe aanvragen voor subsidies voor biomassa centrales niet langer toe te kennen.

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat ziet uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangt deze graag uiterlijk 11 mei 2024.

Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, S.M. Kluit

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 mei 2024

In uw brief van d.d. 11 april 2024 heeft uw commissie mij verzocht om toe te lichten hoe mijn huidige beleid voor de stimulering van biogrondstoffen voor energie zich verhoudt tot door uw Kamer aangenomen moties over het niet langer verlenen van nieuwe subsidies voor het stoken van houtige biomassa. Dit mede in relatie tot mijn subsidiebeschikking afgegeven op 22 maart 2023 voor een biomassaproject van Vattenfall in Diemen.

In uw brief schrijft u dat ik «niet geloofwaardig [maak], dat de nadrukkelijke (en herhaalde) wensen van parlement en SER zo’n lang na-ijleffect zouden moeten hebben.» Ik hecht eraan u erop te wijzen dat ik het parlement vooraf heb geïnformeerd over de wijze van uitvoering van de betreffende moties, via mijn brief van 22 april 2022 aan de Tweede Kamer7 over het afbouwpad voor houtige biogrondstoffen voor lagetemperatuurwarmte.

Op basis van dit afbouwpad gold in de SDE++ 2022 de eis dat warmte hoger dan 100 graden moet zijn bij het gebruik van houtige biomassa. Deze eis was ook aangekondigd in de Kamerbrief over de openstelling van de SDE++ 2022 van 18 maart 20228. De subsidiebeschikking van Vattenfall in Diemen komt voort uit een aanvraag voor subsidie in de SDE++ 2022. Het project van Vattenfall in Diemen is gericht op levering aan een bestaand stadsverwarmingsnet dat werkt op hoge temperaturen; en voldeed daarom aan de 100 graden eis.

Op 7 juli 2023 heb ik uw Kamer per brief9 geïnformeerd over de manier waarop het kabinet invulling heeft gegeven aan de motie Koffeman10. De lijn zoals aangegeven in deze brief is nog steeds actueel.

Ik heb de volledige gang van zaken rond de verstrekking van de subsidie aan het biomassaproject van Vattenfall ook toegelicht in het Vragenuur in de Tweede Kamer van 27 februari 2024. Overigens lopen er op dit moment gesprekken tussen Vattenfall, de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland om te kijken of er een alternatief is voor de betreffende centrale.

Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 7 juli 2023 zijn de mogelijkheden voor de toepassing voor houtige biomassa in de SDE++ nadien verder afgebouwd. Sinds 2023 komen ook toepassingen op hoge temperatuur voor de gebouwde omgeving en tuinbouw niet meer in aanmerking voor subsidie. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten


X Noot
1

De letters BB hebben alleen betrekking op 32 813.

X Noot
2

Kamerstukken I 2019/20, 35 300, O; Kamerstukken I 2020/21, 35 668, F.

X Noot
3

Samenstelling:

Kemperman (BBB), Van Langen-Visbeek (BBB) (ondervoorzitter), Panman (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Thijsssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Vos (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Van den Berg (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
4

Kamerstukken I 2019/20, 35 300, O; Kamerstukken I 2020/21 35 668, F.

X Noot
5

Kamerstukken II 2020/21 30 175, nr. 372; Kamerstukken II 2021/22, 32 813/31 239, nr. 1039.

X Noot
6

De fractieleden van de CDA en JA21 sluiten zich niet aan bij deze brief.

X Noot
9

Eerste Kamer, 2022–2023, 32 813 AU

X Noot
10

35 668, F

Naar boven