32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 936 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2021

In de brief over de uitvoering van het Urgenda-vonnis (Kamerstuk 32 813, nr. 496) is aangekondigd forse CO2-reductie te realiseren door de komende jaren de elektriciteitsproductie met kolen substantieel terug te brengen. Het doel daarbij is om aanvullende CO2-reductie te realiseren, terwijl de centrales in de positie blijven om eventuele leveringszekerheidsrisico’s op te vangen. In dat kader is de Wet verbod op kolen aangevuld met een productiebeperking van 35% in de jaren tot en met 2024.

Daarnaast heeft het kabinet vorig jaar een subsidieregeling opengesteld en is de Staten-Generaal akkoord gegaan met het beschikbaar stellen van de middelen voor een vrijwillige, volledige en definitieve beëindiging van de productie van elektriciteit met kolen voor één kolencentrale. TenneT monitort jaarlijks de leveringszekerheid in haar Monitor Leveringszekerheid. Uitgaande van verschillende weerssituaties, kansen op uitval van centrales en andere factoren, berekent TenneT of het aanbod van elektriciteit voldoende is om aan de vraag te voorzien. Hierbij wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen van de kolen- en gascentrales. Bij het vervroegd sluiten van alle kolencentrales zal per direct een versterkte importafhankelijkheid ontstaan. Door maximaal één centrale te sluiten, naast de productiebeperking, wil het kabinet de leveringszekerheid in Nederland borgen.

Het doel van deze subsidieregeling is om op korte termijn de CO2-uitstoot, als gevolg van de elektriciteitsproductie met behulp van kolen, te reduceren door één kolencentrale op een sociaal verantwoorde wijze te laten stoppen met elektriciteitsproductie met behulp van kolen, waarbij alleen het meest kosteneffectieve voorstel in aanmerking kwam voor de subsidie. Hiermee kan op kosteneffectieve wijze worden bijgedragen aan de uitvoering van het Urgenda-vonnis. Met de brief van 18 september 2020 (Kamerstuk 32 813, nr. 568) is uw Kamer geïnformeerd over de openstelling van deze subsidieregeling. In deze brief informeer ik u over het subsidiebesluit dat ik heb genomen.

Beoordeling voorstel

Door een call for proposals open te stellen, is aan alle drie de moderne kolencentrales in Nederland de mogelijkheid gegeven om een voorstel in te dienen om vrijwillig te stoppen met kolenstook tegen een maximaal subsidiebedrag.

Aan het voorstel is bij de openstelling een aantal eisen en voorwaarden gesteld, namelijk dat:

  • 1) Ondersteuning werknemers: De werknemers die als het gevolg van de beëindiging van de elektriciteitsproductie met behulp van kolen en sluiting hun baan verliezen adequaat worden ondersteund. Hierbij moet ten minste aangesloten worden bij de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het Westhavenarrangement. Daarbij dient aan deze werknemers een financiële tegemoetkoming te worden geboden en dient begeleiding te worden aangeboden bij de overstap naar ander werk;

  • 2) Kosteneffectiviteit: Het aangevraagde subsidiebedrag maximaal € 328.000 per MW opgesteld vermogen bedraagt;

  • 3) Staatssteun: Er objectief wordt vastgesteld dat het verdienvermogen van de kolencentrale over de periode dat zij eerder stopt dan dat het verbod op kolen voor die centrale geldt, hoger is dan het bedrag dat wordt aangevraagd. Hiermee wordt voorkomen dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun;

  • 4) Parlementaire goedkeuring: De Staten-Generaal akkoord is met het beschikbaar stellen van de middelen.

Met deze eisen wordt er zorg voor gedragen dat de mogelijke voorstellen van de kolencentrales kosteneffectief zijn en daarbij de gevolgen voor de werknemers op een goede manier zullen worden opgevangen.

Eén kolencentrale heeft een voorstel ingediend in de call for proposals, namelijk de Power Plant Rotterdam B.V. (PPR) van Onyx. Onyx heeft een subsidie aangevraagd voor vrijwillige, volledige en definitieve beëindiging van de productie van elektriciteit met kolen door sluiting van haar kolencentrale.

Met de sluiting van de kolencentrale van Onyx wordt de te verwachten CO2-uitstoot van deze centrale van circa 3 Mton teruggebracht naar 0. Dit betekent een kosteneffectievere en grotere CO2-reductie dan wanneer de centrale onder de productiebeperking van 35% in de jaren tot en met 2024 zou vallen.

Om de aanvraag zorgvuldig te kunnen beoordelen en er zeker van te zijn dat aan bovengenoemde eisen en voorwaarden wordt voldaan, hebben er diverse toetsen plaatsgevonden op elementen van dit ingediende voorstel met hulp van diverse onafhankelijke adviesbureaus. Onyx is in de gelegenheid gesteld om een schriftelijke of mondelinge zienswijze naar voren te brengen over feitelijke onjuistheden op het voorgenomen subsidiebesluit. Op 30 november heb ik een definitief subsidiebesluit genomen. De benodigde verplichtingenruimte voor de call for proposals is vorig jaar bij Najaarsnota verwerkt en aan uw Kamer voorgelegd. Uw Kamer heeft hiermee ingestemd.

Ten aanzien van de gestelde eisen en voorwaarden licht ik het volgende toe:

1) Ondersteuning werknemers:

Wat betreft de ondersteuning van de werknemers geldt dat er minimumeisen zijn gesteld, betreffende hulp en begeleiding naar een andere baan en een tegemoetkoming indien de verdiensten in een nieuwe baan lager zijn. Tevens moeten de toepasselijke procedures van de Wet op de ondernemingsraden zijn afgerond. Ik heb hierover advies gevraagd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het door Onyx ingediende concept sociaal plan voldoet aan de minimumeisen, zoals die in de call for proposals zijn gesteld. Het subsidiebesluit dat ik heb genomen is uitdrukkelijk onder de opschortende voorwaarde dat het sociaal plan definitief moet zijn vastgesteld en voldoet aan de inhoudelijke vereisten die de call for proposals daaraan stelt, en de procedures conform de Wet op de ondernemingsraden moeten zijn afgerond.

2) Kosteneffectiviteit:

Het aangevraagde subsidiebedrag bedraagt € 326.632 per MW opgesteld vermogen en is lager dan het maximale subsidiebedrag van € 328.000 per MW opgesteld vermogen. Het totale aangevraagde subsidiebedrag komt met het opgestelde vermogen van 731 MW neer op € 238.767.992. KPMG heeft de aanvraag uitgebreid beoordeeld. KPMG concludeert in haar advies dat er geen sprake is van overcompensatie. Op basis van advies van KPMG wordt de berekende subsidie, in het geval van inwerkingtreding van de subsidie per 1 januari 2021, ten hoogste vastgesteld op € 238.767.992. In het subsidiebesluit is opgenomen dat het subsidiebedrag zal worden verlaagd naar rato (met 1/108 van het maximale subsidiebedrag € 238.767.992) voor elke kalendermaand dat de centrale na 1 januari 2021 de productie van elektriciteit met kolen volledig en definitief heeft beëindigd. Dit betekent dat het subsidiebedrag zal worden verlaagd met circa € 2.210.815 voor elke kalendermaand dat na 1 januari 2021 gestopt wordt met de productie van elektriciteit met kolen. Daarmee komt in de praktijk het maximale bedrag op dit moment neer op circa € 212,5 miljoen. Afhankelijk van wanneer de centrale daadwerkelijk stopt wordt het definitieve bedrag bepaald.

3) Staatssteun:

Om objectief vast te stellen dat het verdienvermogen van de kolencentrale over de periode waarin zij eerder stopt met kolenstook dan dat het verbod op kolen geldt, hoger is dan het bedrag dat wordt aangevraagd, heb ik aan KPMG advies gevraagd. KPMG concludeert in haar advies dat er geen sprake is van overcompensatie. Er is een pre-notificatietraject gestart met de Europese Commissie, zodat zij kan beoordelen of de steun in lijn is met de toepasselijke Europese steunkaders. Het subsidiebesluit dat ik heb genomen is tevens onder de opschortende voorwaarde dat de Europese Commissie middels een goedkeuringsbesluit vaststelt dat er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun.

4) Parlementaire goedkeuring:

De benodigde verplichtingenruimte voor de aanvraag van Onyx is vorig jaar bij Najaarsnota verwerkt en aan uw Kamer voorgelegd. Uw Kamer heeft hiermee ingestemd en daarmee de benodigde parlementaire goedkeuring verleend. Dekking van de kolenmaatregelen in het kader van het Urgenda-vonnis is, zoals ook aangegeven in de brief over de uitvoering van het Urgenda-vonnis, voorzien door de beschikbare ruimte in de middelen voor de SDE+ en de SDE++. Daarbij is geborgd dat deze inzet van middelen niet ten koste gaat van onze langetermijndoelen: deze inzet van middelen vormt geen beperking voor het realiseren van de afgesproken te behalen CO2-reductie in 2030.

Naast bovengenoemde voorwaarden en eisen heb ik een aanvullend technisch onderzoek laten uitvoeren omdat – op het moment van de indiening van het voorstel – de centrale buiten bedrijf was vanwege een defect. De reparatiewerkzaamheden hebben ertoe geleid dat er sprake is van een werkende centrale sinds 4 juli 2021. Ik heb advies gevraagd aan onafhankelijke technische onderzoeksbureau Mace, te Londen, over de technische achtergrond van het defect, de mogelijkheid de centrale te repareren en of dit leidt tot het langdurig operationeel houden van de centrale, de termijn waarbinnen dit kan gebeuren en tegen welke kosten de reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd. Op grond van het advies van Mace kom ik tot de conclusie dat de centrale operationeel is en de reparaties ertoe hebben geleid dat technisch gezien de centrale langdurig operationeel kan blijven.

Overige afspraken

Zodra aan de opschortende voorwaarden is voldaan en het subsidiebesluit in werking treedt, heeft Onyx twee maanden de tijd om definitief te stoppen met elektriciteitsproductie met behulp van kolen. Als bewijs voor de definitieve beëindiging van de productie van elektriciteit met behulp van kolen zal Onyx een verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning voor de productie van elektriciteit met behulp van kolen indienen bij het bevoegd gezag. Vervolgens duurt de ontmanteling van de centrale maximaal drie jaar.

Naast de beëindiging van de elektriciteitsproductie met kolen is ook afgesproken dat een van de voorwaarden is dat Onyx afziet van de eerder verleende subsidie onder de SDE+ voor het bij- en meestoken van biomassa. Tot op heden heeft het bedrijf nog geen gebruik gemaakt van de verleende subsidie. Gelet op de ontmanteling van de centrale zal er in de toekomst geen biomassa meer worden verstookt en zal in de toekomst evenmin gebruik worden gemaakt van de SDE+-subsidie. De budgettaire ruimte die hiervoor was gereserveerd zal niet worden benut.

De uitbetaling van de subsidie zal stapsgewijs plaatsvinden. Wanneer de centrale stopt met de productie van elektriciteit met behulp van kolen en de vergunning hiertoe is ingeleverd, vindt het eerste voorschot van 50% plaats. Wanneer afgezien wordt van de biomassa-subsidie, wordt een voorschot van 30% uitbetaald. De laatste 20% wordt stapsgewijs met een maximale termijn van drie jaar uitbetaald, wanneer bepaalde kostenposten zoals de kosten voor het sociaal plan en contractuele kosten zijn verantwoord.

Vanwege bedrijfsgevoelige informatie kan ik het subsidiebesluit en de onderliggende adviezen niet met deze brief meesturen. Om uw Kamer wel inzicht te geven in deze adviezen wil ik de onderliggende stukken vertrouwelijk ter inzage in de Tweede Kamer leggen zodat uw Kamer volledig zicht heeft op de onderbouwing van deze subsidie (Kamerstuk 32 813, nr. 937).

Tot slot

Ik vertrouw erop dat Onyx haar kolencentrale zal sluiten nu haar voorstel voor subsidie voor sluiting is gehonoreerd. Deze subsidie levert in de komende jaren een substantiële bijdrage aan verdere CO2-reductie en daarmee aan de uitvoering van het Urgenda-vonnis, op kosteneffectieve wijze. Tegelijkertijd gaat het om een vrijwillige sluiting. Mocht Onyx onverhoopt besluiten de elektriciteitsproductie met behulp van kolen niet te beëindigen en daarmee geen gebruik te maken van de verleende subsidie, dan wordt de subsidieverlening ingetrokken en geldt ook voor Onyx in de jaren tot en met 2024 de wettelijke productiebeperking voor kolencentrales.

Ik verwacht dat spoedig aan de opschortende voorwaarden wordt voldaan en Onyx haar kolencentrale kan sluiten, zodat met deze subsidie in de komende jaren een zo groot mogelijke bijdrage kan worden geleverd aan verdere CO2-reductie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven