32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 913 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2021

Met deze brief reageer ik op de motie van de leden Thijssen en Van der Lee (Kamerstuk 32 813, nr. 850). Met deze motie wordt gevraagd samen met de netwerkbedrijven en hun aandeelhouders in gesprek te gaan om zo spoedig mogelijk met een coherent pakket maatregelen te komen zodat er voldoende financiering is voor de benodigde netverzwaring. In deze brief ga ik in op de financiering van netwerkbedrijven en het door het Rijk ingezette proces.

Het is mede op basis van de in opdracht van Netbeheer Nederland door PricewaterhouseCoopers uitgevoerde studie duidelijk dat netbeheerders elektriciteit & gas gezamenlijk voor een grote investeringsopgave staan tot 2050. Netbeheerders worden in staat gesteld om de efficiënte kosten plus een redelijk rendement over een looptijd van 40–50 jaar terug te verdienen. Deze investeringen worden door de netwerkbedrijven voorgefinancierd, en om voldoende kapitaal hiervoor aan te kunnen trekken, moet een netwerkbedrijf beschikken over voldoende eigen vermogen.

In het verleden liepen inkomsten en uitgaven min of meer gelijk op bij deze bedrijven. De economische groei, energietransitie, digitalisering van de samenleving, extra woningbouw en vervangingen van het bestaande net vragen nu en de komende decennia om forse investeringen, en de daaruit voortkomende inkomsten volgen pas in een later stadium. Het gaat dus in feite om een tijdelijk, doch langjarig financieringstekort.

In eerste instantie zijn de aandeelhouders verantwoordelijk voor het versterken van de eigen vermogenspositie van de netwerkbedrijven. Provincies en gemeenten zijn aandeelhouders van de regionale netwerkbedrijven. De kapitaalbehoefte speelt met name bij de drie grote regionale netwerkbedrijven. De aandeelhouders van deze bedrijven hebben kapitaal verstrekt of staan op het punt kapitaal ter beschikking te stellen, waardoor een deel van de kapitaalbehoefte wordt ingevuld.

In het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) Financiering Energietransitie (Kamerstuk 32 813, nr. 689) is aangegeven dat het de aanbeveling verdient om versterking van de kapitaalbasis van de regionale netwerkbedrijven door het Rijk uit te werken, aanvullend op een kapitaalstorting van de huidige en eventuele nieuwe decentrale aandeelhouders. Tevens heeft de voormalige Minister van Economische Zaken en Klimaat aangegeven dat het hem verstandig lijkt om te onderzoeken hoe de kapitaalbasis van regionale netwerkbedrijven op lange termijn versterkt kan worden en of het Rijk hier een rol in kan spelen (Kamerstuk 29 023, nr. 268).

Naar aanleiding hiervan is het Rijk voor de zomer een proces gestart om samen met de netwerkbedrijven en de aandeelhouders voor de grote drie regionale netwerkbedrijven per bedrijf zorgvuldig in kaart te brengen wat de precieze investeringsopgave is en welke kapitaalbehoefte daar op welk moment uit voortvloeit. Hierin speelt het methodebesluit van 20 september 2021 door de Autoriteit Consument en Markt een belangrijke rol, omdat hiermee de kaders voor de inkomsten van netbeheerders voor de komende 5 jaar zijn vastgelegd.

Op basis van de inzichten uit dit proces wordt verkend of en hoe het Rijk mede invulling kan geven aan de kapitaalbehoefte van regionale netwerkbedrijven. Zodra het kabinet hierin stappen zou willen zetten, zal uw Kamer hier over worden geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven