32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

33 009 Innovatiebeleid

Nr. 865 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2021

Tijdens het Commissiedebat toekomst van Tata Steel Nederland (TSN) van 9 september jongstleden (Kamerstukken 32 813 en 33 009, nr. 861) hebben wij in de eerste termijn wegens de beperkt beschikbare tijd niet op alle vragen van uw Kamer antwoord kunnen geven. Wij hebben toegezegd de vragen die nog niet beantwoord zijn schriftelijk te beantwoorden. Hierbij ontvangt u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie, de antwoorden op deze vragen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg

I. Antwoorden op vragen gesteld aan de bewindspersonen van Economische Zaken en Klimaat

Toekomst TSN

1

In het commissiedebat is door de leden van PvdA en CU gevraagd naar de toekomst van TSN in Nederland.

Antwoord:

Het kabinet zet zich onverkort in om een toekomstbestendig en duurzaam staalbedrijf in IJmuiden te realiseren. Zoals in het debat ook ter sprake is gekomen, zet het Rijk zich in voor verduurzaming in de breedste zin van het woord, op het gebied van milieu en klimaat. Het afgelopen jaar is door het Rijk intensief samengewerkt met TSN vanwege de uitdagingen waar het bedrijf voor staat op het gebied van milieu en klimaat. Het uitgangspunt blijft dat staal produceren in Nederland mag, dus ook door TSN, zo lang het wordt geproduceerd binnen de Nederlandse wet- en regelgeving, waaronder de bestaande milieuregels. Tijdens, maar ook na de energietransitie zal de Nederlandse en internationale samenleving gebruik maken van staal. Daarom is de inzet vanuit het Rijk om de verduurzaming van de industrie hier in Nederland te bevorderen, in plaats van in te zetten op verplaatsing naar het buitenland. Met verplaatsing naar het buitenland is het klimaat netto slechter af. De uitdaging is om het gehele productieproces mondiaal te verduurzamen, zodat de negatieve milieu en gezondheidseffecten tot het verleden zullen behoren. Daarnaast zorgt de staalproductie in Nederland voor veel Nederlandse banen (direct en indirect) en levert deze een belangrijke bijdrage aan onze economie. De kennis en ervaring die opgedaan wordt tijdens het verduurzamingsproces, zal bovendien bruikbaar zijn voor andere Nederlandse bedrijven, zodat Nederland koploper kan zijn in de transitie naar klimaatneutraliteit. Het leidende uitgangspunt blijft: we bevorderen de verduurzaming van de industrie in Nederland: liever groen hier dan grijs elders.

2

De leden van SGP en CDA hebben gevraagd wat het betekent dat TSN in de verkoop staat. Ook is er gevraagd waarom de fusie met SSAB niet is gelukt.

Antwoord:

Volgens TSN is er momenteel geen koper in beeld. Voor zover bekend zijn er geen plannen om actief naar een koper op zoek te gaan. Eventuele andere plannen op dit terrein zijn momenteel niet bij het kabinet bekend.

SSAB heeft destijds aangegeven dat de overname niet is gelukt doordat SSAB op dat moment financieel niet goed kon verantwoorden TSN over te nemen en het niet paste in de strategie van SSAB. Een eventuele overname van TSN door een privaat bedrijf is een private aangelegenheid. Het verandert echter niets aan de gezamenlijke inzet op verduurzaming door TSN en het Rijk.

Onderzoek

3

Tijdens het debat hebben de leden van VVD, D66, CDA, PvdA, CU, Groep Van Haga en GroenLinks het kabinet verzocht integraal onderzoek te doen naar de toekomst van TSN en de regio.

Antwoord

Tijdens het debat heeft het kabinet aangegeven meer zicht nodig te hebben op welke onderzoeksvraag de leden precies antwoord willen hebben. Mede vanwege het feit dat het kabinet al een aantal onderzoeken heeft laten uitvoeren. Ook loopt het onafhankelijk onderzoek van Consultancy Bureau Roland Berger, in opdracht van TSN en FNV. In dat laatste onderzoek worden de twee meest kansrijke verduurzamingsopties momenteel verder onderzocht. Diverse criteria worden daarin meegewogen, waaronder de impact op het klimaat, op het milieu in de omgeving, en de financiële en economische haalbaarheid van deze routes. Het kabinet wacht daarom eerst de finale onderzoeksresultaten af, die in het najaar 2021 verwacht worden, alvorens parallel een nieuw onderzoek te starten naar soortgelijke onderwerpen.

Desalniettemin is er toegezegd te onderzoeken wat de mogelijkheden tot steun zijn, zowel nationaal als Europees, voor de route die versneld gebruik maakt van groene waterstof (Direct Reduced Iron, DRI). De (tussen)resultaten van dit onderzoek zal de Kamer voor het einde van dit jaar ontvangen.

4

Door het lid van de Groep van Haga is gevraagd hoe er op een technisch en economisch verantwoorde manier voor gezorgd kan worden de fabrieken schoner te maken dan wel te vervangen.

Antwoord:

Het is aan TSN zelf om vast te stellen wat technologisch en economisch de meest verantwoorde manier is om haar fabrieken te verduurzamen binnen de kaders die de overheid heeft gesteld met het Klimaatakkoord en de wet- en regelgeving op het gebied van milieu en leefomgeving. Het onderzoek dat Roland Berger uitvoert, biedt hiervoor de juiste handvatten. In het onderzoek wordt ook de milieu en klimaatimpact meegenomen. Daar waar mogelijk en wenselijk wordt door het kabinet het verduurzamingstraject van TSN ondersteund, zoals overeengekomen tussen TSN en het Ministerie van Economische Zaken in de Expression of Principles (EoP) van eerder dit jaar.

(Deels) sluiten TSN

5

De leden van SP, PvdD, VOLT en CU hebben tijdens het debat gevraagd naar de mogelijkheid om de fabriek deels te sluiten of de productie te beperken en naar mogelijke effecten hiervan.

Antwoord:

Zolang TSN zich aan de wet- en regelgeving houdt, zijn er geen mogelijkheden om de fabriek (gedeeltelijk) te sluiten. De beslissing over mogelijke (deel) sluiting is daarom niet aan het kabinet, maar aan TSN.

Met betrekking tot het sluiten van delen van de site, zoals het ruwijzer producerende gedeelte: dit heeft negatieve consequenties voor de kwaliteit van het staal, de werkgelegenheid, innovatie en de wereldwijde CO2-uitstoot. TSN heeft in IJmuiden een geïntegreerde site. Dit betekent dat het hele traject van grondstof naar eindproduct (rollen plat staal) op één locatie plaatsvindt. Dat bespaart CO2-uitstoot voor het transport van cokes of plakken staal voor verdere verwerking.

Bovendien worden de overtollige gassen, die ontstaan bij de ruwijzerproductie, in het vervolgproces ingezet als energie voor de verdere verwerking. Als dit wordt ontkoppeld heeft de plakkenproducent gas (energie) teveel en de walserij een tekort. Dit tekort moet worden aangevuld met de inkoop van extra aardgas en dus CO2 uitstoot, zolang er onvoldoende groene waterstof is.

Bovendien is TSN één van de meest CO2-efficiënte staalbedrijven ter wereld, volgens de ranglijst van World Steel. Het outsourcen van de voorkant van IJmuiden leidt dus tot meer wereldwijde CO2-uitstoot, niet minder, omdat minder duurzaam geproduceerde plakken staal zullen worden geïmporteerd.

Regierol Overheid

6

Het lid van de SP heeft gevraagd waarom er niet eerder begonnen is met de verduurzaming van TSN.

Antwoord:

Het klopt niet dat er nu pas begonnen wordt met de verduurzaming van TSN. Het kabinet is al geruime tijd in gesprek met TSN en betrokken partijen. Uitkomsten hiervan zijn onder andere de Roadmap+, waarin TSN 300 miljoen euro aan investeringen in gang heeft gezet waarmee TSN zich committeert aan het versneld aanpakken van de hinder die de omgeving ervaart en de impact op het milieu. Daarnaast zijn TSN en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een Expression of Principles overeen gekomen. In de overeenkomst geeft TSN aan zich in te zetten om jaarlijks 5 megaton aan CO2 te reduceren in de komende jaren. De Staat stelt hier tegenover zich in te spannen om knelpunten op het gebied van o.a. infrastructuur en vergunningverlening weg te nemen. Daarnaast worden eerder gemaakte afspraken over het terugdringen van milieulast, geluidshinder en andere vormen van overlast voor de omgeving bekrachtigd. Hierbij zijn het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en de Provincie Noord-Holland nauw betrokken.

Van belang is op te merken dat de verduurzaming van TSN mede afhankelijk is van de technologische vooruitgang die wordt geboekt. Zo zijn er nog vragen over toepasbaarheid van de DRI-route op grote schaal, ook dat is onderdeel van het onderzoek van Roland Berger.

Financiën en SDE++

7

Het lid van de PVV heeft in het debat gevraagd naar de herkomst van de financiële dekking om de gezondheidsproblematiek aan te pakken enCO2 te reduceren.

Antwoord:

In eerst instantie worden voor zowel de gezondheidsproblematiek als CO2-reductie normering en milieueisen gebruikt. Er zijn momenteel geen subsidie-instrumenten beschikbaar voor bovenwettelijke milieumaatregelen bij individuele bedrijven. Voor CO2-reductie in de industrie zijn er wel diverse instrumenten vanuit het Rijk beschikbaar, zoals beprijzings- en subsidie-instrumenten. Een belangrijk subsidie-instrument om CO2-reductie in Nederland te realiseren is de SDE++. Daarnaast zijn er nog andere subsidieregelingen beschikbaar voor de industrie, meer hierover is te vinden op de RVO website over het Programma Verduurzaming Industrie.1

Maatwerk

8

De leden van Groep van Haga en de SGP hebben gevraagd toe te lichten wat de mogelijke subsidie-opties zijn.

Antwoord:

De keuze om voor maatwerksubsidie te kiezen is aan een volgend kabinet. Maatwerksubsidies vormen een tijdrovend en onzeker proces doordat ieder project ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de Europese Commissie. Het kabinet vindt het van belang om eerst de definitieve resultaten van het Roland Berger onderzoek af te wachten, omdat het inzicht zal geven in de haalbaarheid en financiële en economische effecten van de verduurzamingsroutes. Deze informatie is essentieel om te bepalen welke ondersteuning vanuit het Rijk nodig, mogelijk en wenselijk is. Wel zal, zoals toegezegd in de eerste termijn, onderzocht worden wat de mogelijkheden tot steun zijn, zowel nationaal als Europees, voor de route die gebruik maakt van waterstof (Direct Reduced Iron, DRI).

Het Nationaal Groeifonds (NGF) kent kaders en criteria waarbinnen elk project moet passen. Deze zijn te vinden in de Kamerbrief Nationaal Groeifonds, eerder met uw Kamer gedeeld2. EZK is aan de slag gegaan om het programma snel te laten starten in nauwe samenwerking met de industrie, waaronder ook TSN. TSN heeft ook zitting in de bestuurlijke Rondetafel Waterstof en Groene Chemie, waarin afspraken worden gemaakt met het bedrijfsleven en kennisinstellingen om te participeren in GroenvermogenNL zodra dit in het eerste kwartaal van 2022 van start gaat.

II. Antwoorden op vragen gesteld aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat

Inzet in Europa

9

Het lid van de SGP heeft gevraagd naar de inzet van het kabinet op gebied van normen in Europees verband.

Antwoord:

Grote bedrijven zoals TSN opereren internationaal, met productielocaties in verschillende landen. Door op Europees niveau afspraken te maken over milieunormen, creëren de lidstaten van de EU een gelijk speelveld, waarin wordt voorkomen dat bedrijven gaan produceren in landen met minder strenge normen en positieve economische effecten vooral daar behaald zouden worden.

Belangrijke Europese wetgeving op dit terrein is de Luchtkwaliteitsrichtlijn, waarin bindende grenswaarden staan voor immissies (concentraties in de lucht) in de lidstaten, en de Richtlijn Industriële Emissies (RIE), op grond waarvan normen worden vastgesteld voor uitstoot van bedrijven (emissies). Beide Richtlijnen worden in de komende jaren herzien. De Europese Commissie heeft het herzieningsproces inmiddels opgestart.

Voor de Luchtkwaliteitsrichtlijn zal Nederland pleiten voor een aanpak die gezondheid centraal stelt, en voor normen meer in lijn worden gebracht met de advieswaarden van de Wereld gezondheidsorganisatie (WHO). Voor de RIE zal Nederland onder andere pleiten voor in het algemeen scherpere emissie-eisen en smallere bandbreedtes, opname van het verminderen van de uitstoot van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) als prioriteit in de Richtlijn, en een snellere herziening van Best Available Techniques Reference Documents (BREFs). In deze documenten worden periodiek de best beschikbare technieken voor bepaalde industriële processen vastgesteld, waaraan bedrijven moeten voldoen. Nederland zal in Europees verband ook pleiten voor de spoedige herziening van de BREF «Op- en Overslag van Bulkgoederen» en voor strengere normen bij de herziening van de BREF «IJzer en Staal», die naar verwachting start in 2022. Tenslotte wordt op initiatief van Nederland op dit moment door de Europese Commissie gewerkt aan een methodiek om bij normstelling rekening te houden met combinatie-effecten van verschillende ZZS.

Normering

10

De leden van VOLT, JA21 en D66 hebben gevraagd naar cumulatie van normen in de vergunning en of deze nog wel juist zijn.

Antwoord:

Bij cumulatie van stoffen kan het gaan om stapeling van één soort stof uit verschillende bronnen, of om stapeling van verschillende stoffen die een vergelijkbaar effect op de gezondheid of het milieu hebben. Dit is complex. Mede op initiatief van Nederland werkt de Europese Commissie aan een methodiek om bij normstelling rekening te houden met combinatie effecten. Hier is nu nog geen gevalideerde methode voor. Wel biedt de nationale regelgeving nu mogelijkheden voor het bevoegd gezag om strengere eisen op te stellen vanuit oogpunt van gezondheid, bijvoorbeeld in het kader van minimalisatie van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Dat moet nu nog van geval tot geval worden onderbouwd.

De situatie rond TSN laat zien dat ook onder EU-grenswaarden van diverse stoffen er gezondheidsrisico’s blijven optreden. De huidige milieunormen en -regels in Nederland bieden mogelijkheden om scherp te vergunnen en zo het doel van een gezonde leefomgeving naderbij te brengen. Zo geldt er een minimalisatieplicht voor Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) en biedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de mogelijkheid om als bevoegd gezag vanuit de wens om gezondheids- en milieudoelen aan te scherpen aanvullende eisen te stellen aan installaties. Hiermee is aanscherping tot op zekere hoogte mogelijk. Juist vanwege de gezondheidsrisico’s pleit Nederland ook in Europees verband voor verdere aanscherping van milieueisen en om gezondheid centraal te stellen. Dit brengt het kabinet deze week ook onder de aandacht bij de Eurocommissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij.

Toezicht, Handhaving en Monitoring

11

Tijdens het debat heeft het lid van de PvdD gevraagd of kan worden verduidelijkt wat er wordt bedoeld met het scherper aan de wind varen van de provincie en omgevingsdienst met hulp van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Antwoord:

Zoals is aangegeven in het debat van vorige week donderdag ziet de ILT nog ruimte voor verdere aanscherping in de verschillende vergunningen voor TSN. Ook is aangegeven dat het aanscherpen van de vergunning primair een taak is van het bevoegde gezag, in dit geval de provincie. Dit neemt niet weg dat het kabinet samen met de provincie wil kijken waar het scherper kan. De ILT ondersteunt daarbij de provincie en omgevingsdienst vanuit haar Wabo-advies taak.

De ILT spreekt op wekelijkse basis met vergunningverleners van de omgevingsdienst en werkt schouder aan schouder om aanscherpingen door te voeren. De ILT ziet ten aanzien van de onderstaande 5 punten nog mogelijkheden;

I. Kooksfabriek 2

De ILT is van mening dat het bevoegd gezag ten aanzien van het vaststellen van Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de Kooksfabriek nog e.e.a. kan doen. In overleg met de ODNZKG is overeengekomen dat voor het vaststellen van mogelijke BBT’s TSN een onderzoeksverplichting krijgt voorgeschreven. De ILT kijkt mee naar de formulering van de onderzoeksverplichting. De vergunningprocedure hiervoor loopt nog.

II. ZZS-minimalisatie

Bedrijven zijn verplicht emissie en reductieprogramma’s op te stellen om de uitstoot van ZZS te verminderen. ILT heeft op verzoek van de OD het minimalisatierapport van TSN beoordeeld en de OD er op gewezen dat TSN nog onvoldoende invulling geeft aan deze wettelijke verplichting. Doel is dat TSN alle bronnen van ZZS beoordeelt en nagaat of aanpakken van de emissie van ZZS kosteneffectief kan. In dat geval moeten de maatregelen die dat mogelijk maken volgens de ILT voorgeschreven worden in de vergunning. Het door TSN aangepaste minimalisatierapport wordt in oktober 2021 verwacht. De ILT helpt de OD bij het beoordelen van dit rapport.

III. Aanscherpen monitoring emissies

Het meetprogramma voor Emissies rond TSN wordt op dit moment door de OD geactualiseerd om de laatste BBT-conclusies van de BREF IJzer en Staal te implementeren. Dit traject betreft de aanscherping van de methodes en technieken waarmee TSN zijn emissies meet en registreert. De ILT wordt bij de voorbereiding van het ontwerpbesluit betrokken om in overleg te borgen dat dat de meetvoorschriften volledig en technisch betrouwbaar zijn. Dit is van belang om de impact van TSN op de luchtkwaliteit goed en exact in beeld te brengen.

IV. Uitbreiding Wabo advies – Harsco

De huidige situatie is dat de ILT geen wettelijk adviseur is voor Harsco. Het bedrijf Harsco is gevestigd op de locatie van TSN, maar is een zelfstandig bedrijf (met een eigen Wabo-vergunning). Het bedrijf valt niet onder het BRZO 2015. De ILT biedt aan als adviseur betrokken te worden bij de (ontwerp) vergunningen van Harsco. De ILT kan zo een bijdrage leveren om er voor te zorgen dat de (ontwerp) vergunningen van Harsco aangescherpt worden. Het bedrijf Harsco is mede verantwoordelijk voor de «grafietregens» (emissie van fijnstof).

V. Geurbeleid

Bij het vaststellen van de provinciale beleidsregel geur in Noord-Holland hebben GS in 2014 aangegeven voor TSN alternatieve grens- en richtwaarden vast te zullen stellen. De provincie heeft hier tot op heden geen uitvoering aan gegeven. De ILT bespreekt graag met de provincie en de OD of de provincie hulp kan gebruiken om te komen tot concrete acties voor geur.

12

De leden van SGP en CU hebben aandacht gevraagd voor monitoring.

Antwoord:

TSN dient zich te houden aan voorschriften in haar vergunning. In de vergunning zijn onder andere emissiegrenswaarden voor emissiebronnen opgenomen. Hiervoor gelden monitoringsverplichtingen, deze zijn opgenomen in de vergunning van TSN. De omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) ziet namens het bevoegd gezag, de provincie Noord-Holland, toe op de naleving van de vergunningsvoorschriften. In Nederland moet een bedrijf voor een belangrijk deel zelf (geaccrediteerde) metingen laten verrichten. De OD NZKG controleert deze meetrapporten en ziet toe op de juiste wijze van uitvoering van deze metingen. De metingen dienen te voldoen aan de in de wet- en regelgeving opgenomen vereisten. Wanneer er aanleiding voor is, voert de provincie Noord-Holland zelf aanvullende metingen uit.

Het RIVM adviseert om een monitoringsprogramma op te zetten om de effecten op milieu en gezondheid van de uitvoering van de Roadmap+ en de toekomstscenario’s transparant in beeld te brengen. Hierover zal het kabinet in overleg gaan met de provincie Noord-Holland, die bevoegd gezag is in dezen, om te bespreken hoe dit monitoringsprogramma vorm kan krijgen.

De fabriek en omwonenden

13

De leden van CU en PVV hebben gevraagd naar het wantrouwen van de bewoners, naar de mate waarin omwonende worden betrokken, en in hoeverre de bewindspersonen invloed hebben gehad op toezicht houden.

Tevens vroegen de leden van CU en PVV hoe snel de filterinstallatie gebouwd kan worden en of het realistisch is dat TSN de verbetering in de uitstoot van giftige stoffen behaalt.

Antwoord:

Het kabinet deelt de zorgen van de bewoners in de IJmond over hun gezondheid. De onderzoeksresultaten van het RIVM rapport onderstrepen de noodzaak om te blijven werken aan een gezondere leefomgeving. Dat betekent zowel het terugdringen van de CO2-uitstoot, als het terugdringen van schade en overlast voor de omgeving en milieu.

De Provincie Noord-Holland heeft contact met de omwonenden rondom TSN, die zich hebben verenigd in diverse groeperingen en stichtingen. Ook heeft de Omgevingsdienst een dependance in Wijk aan Zee, waar inloopspreekuren zijn en bewoners bijvoorbeeld laagdrempelig meldingen kunnen doen en vragen kunnen stellen. Verder zijn door de Omgevingsdienst dit jaar verschillende gesprekstafels georganiseerd over het melden van overlast, inspecties en toezicht. Omwonenden denken tenslotte ook op eigen initiatief mee over toekomstscenario’s voor het bedrijf en nemen hierbij deel aan het maatschappelijk debat.

TSN heeft op 14 mei 2021 de Roadmap+ gepresenteerd. Dit is een samenhangend pakket maatregelen en investeringen ter waarde van 300 miljoen Euro waarmee TSN via extra maatregelen inzet op het verbeteren van de leefomgeving. Met het pakket aan maatregelen realiseert TSN onder andere een afname van de uitstoot van fijn stof, zware metalen en stikstofoxiden. Een belangrijke maatregel hierin is de realisatie van een DeNOx en ontstoffingsinstallatie bij de Pelletfabriek, waarvan TSN aangeeft dat deze in 2025 operationeel zal zijn. De provincie Noord-Holland is als bevoegd gezag is in gesprek met TSN om de investering verder te concretiseren en waar mogelijk te versnellen.

De Roadmap+ is een eerste stap in de goede richting om te komen tot een gezondere leefomgeving en omwonenden daadwerkelijk effect van moeten ervaren. Deze week gaat het kabinet in gesprek met de CEO van TSN. Het kabinet zal de CEO van TSN indringend vragen versneld te komen tot die geplande investeringen. En als dat niet snel kan, wil het kabinet precies weten waarom dat niet lukt en TSN op zijn verantwoordelijkheid aanspreken ook als het gaat om de bovenwettelijke maatregelen. Parallel wordt gekeken hoe de overheid zijn rol moet invullen om tot daadwerkelijke verbetering te komen van een gezondere leefomgeving in de IJmond. Zie ook de beantwoording van de Kamervragen onder Toezicht, Handhaving en Monitoring.

III. Tot slot

Tot slot: het kabinet hecht waarde aan de onderzoeken die zijn gedaan en nog worden gedaan door het RIVM, in opdracht van de provincie en IJmondgemeenten. Ook wil het kabinet benadrukken dat het de afgelopen tijd heeft ingezet en zal blijven inzetten om een versneld verduurzamingstraject van TSN te ondersteunen, daar waar mogelijk en wenselijk, in overeenstemming met de afgesproken EoP. Tegelijkertijd is het kabinet in overleg met de provincie Noord-Holland over het aanscherpen van vergunningen voor verbeteringen van de leefomgeving en gezondheid van omwonenden op de korte termijn. Naar aanleiding van onder meer moties uit uw Kamer is de regering intensief in gesprek met TSN op landelijk en internationaal niveau. Dit betreft TSN en Tata Steel Limited (India).


X Noot
2

Zie Kamerstuk 35 300, nr. 83

Naar boven