32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 680 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2021

In mijn brief van 1 maart1 jl. over een nationaal isolatieprogramma heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over uitvoering van een drietal moties2. Deze moties riepen op om onderzoek te doen naar een laagdrempelig vouchersysteem zoals in het Verenigd Koninkrijk en de voorstellen voor een isolatietegoed van (belangenorganisatie) Natuur & Milieu. Ik heb toegezegd dit onderzoek tijdig af te ronden zodat het zo nodig betrokken kan worden bij de formatie.

Aan onderzoeksbureau Berenschot heb ik gevraagd een verkenning uit te voeren. De beleidsnotitie die Berenschot heeft opgeleverd, getiteld «Beschouwing van mogelijke invullingen van een nieuwe isolatiesubsidie voor woningeigenaren», treft u bijgaand aan3. In de verkenning worden geen keuzes gemaakt voor invulling van een methodiek van vouchers en/of een isolatietegoed. De verkenning schetst het pallet aan mogelijkheden en de orde van grootte van de benodigde budgetten voor mogelijke vormen van isolatiesubsidie voor eigenaren van koopwoningen. In de verkenning wordt aangegeven dat er voor het stimuleren van woningisolatie drie voorwaarden zijn om het aantal energiebesparende maatregelen dat jaarlijks wordt genomen, te vergroten: huishoudens moeten de isolatiemogelijkheden (1) kennen, (2) financieel kunnen nemen en (3) willen toepassen.

Via subsidie, waarvan een voucher een vorm kan zijn, zijn verschillende varianten denkbaar die daarbij aangrijpen4. Te denken valt bijvoorbeeld aan een subsidieregeling gericht op woningen met slechte labels met als doel kostenefficiënt CO2 te besparen, ondersteuning bij isolatie voor lage inkomens of aansluiting van een subsidieregeling bij een wijkgerichte aanpak. De te maken keuzes zijn van invloed op de vormgeving, het benodigd budget van een eventuele regeling en de uitvoerbaarheid daarvan. De notitie bevat daarmee een pallet aan opties waar door een volgend kabinet keuzes in gemaakt kunnen worden.

Daarnaast heeft uw Kamer de motie van de leden Dik-Faber en Smeulders5 aanvaard waar ik met deze brief op wil reageren. De motie riep op om alsnog – bij voorjaarsnota – middelen vrij te maken voor een Nationaal Isolatieprogramma. Ik kan daar niet aan tegemoet komen. Zoals ik in de genoemde brief van 1 maart jl. heb aangegeven zijn de beschikbare middelen ingezet om de grote toeloop van woningeigenaren op de subsidieregeling Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) in 2020 alsnog uit te keren en daarnaast opnieuw middelen ter beschikking te stellen voor de subsidieregeling voor Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). Omdat het kabinet demissionair is, is de voorjaarsbesluitvorming beleidsarm. Daar past nu geen intensivering bij van middelen voor een isolatieprogramma. Dat is aan een volgend kabinet.

Een tweede onderdeel van de motie riep op om ervoor zorg te dragen dat

er in elke gemeente een energieloket aanwezig is waar mensen terecht kunnen met vragen omtrent de isolatie van hun woning. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er een onafhankelijk (regionaal) energieloket moet zijn, onder verantwoordelijkheid van de gemeente, dat de spil is tussen de verschillende stakeholders in de wijkgerichte aanpak. Op een enkele gemeente na is er in elke gemeente inmiddels een energieloket (al dan niet regionaal georganiseerd). Recent is samen met de VNG de «Handreiking kwaliteit energieloketten» opgesteld. Dat heb ik ook in mijn brief van 1 maart aangegeven. Hierin is onder meer opgenomen dat energieloketten kennis en informatie bieden ten aanzien van isolatiemaatregelen en subsidies. Er is dus reeds invulling gegeven aan dit deel van de motie.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstukken 32 813 en 32 847, nr. 667

X Noot
2

Moties Beckerman Kamerstuk 32 813, nr. 599, Terpstra Kamerstuk 32 813, nr. 602 en Dik-Faber en Smeulders Kamerstuk 35 570 VII, nr. 65.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Aangezien de verkenning zich richtte op vouchers op maatregelniveau (bijvoorbeeld spouwmuur, glas, etc.) is gerekend met de kosten op basis van verschillende bronnen, zie ter toelichting bijlage 5 van het rapport.

X Noot
5

Kamerstuk 35 517, nr. 70.

Naar boven