32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 318 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2019

Middels motie met Kamerstuk 32 813, nr. 305 roepen leden Moorlag en Agnes Mulder naar aanleiding van de investeringsagenda Waterstof Noord-Nederland de regering op «de samenwerking met de initiatiefnemers te zoeken en dit plan met de bijbehorende investeringsagenda krachtig te ondersteunen».

Deze investeringsagenda sluit aan bij de afspraken in het Klimaatakkoord en is ook onderdeel van het Nationaal Programma Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 528), waarmee we investeren in de leefbaarheid en economie van Groningen. Noord-Nederland heeft met de investeringsagenda een uitstekende basis. Afgezien van de aanwezige kennis en fysieke infrastructuur ligt er nu een omvangrijk investeringsprogramma in meerdere sectoren, met draagvlak bij overheid, bedrijfsleven, onderwijs en bevolking. De regio onderscheidt zich bovendien door de gedrevenheid waarmee zij zich, als prominente aardgasregio, wil ontwikkelen tot een vooroplopende waterstofregio.

In het ontwerp-Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 263) hebben wij reeds instrumentarium voor de ontwikkeling van activiteiten op het gebied van waterstof aangekondigd, bijvoorbeeld uit de Klimaatenveloppe (DEI-regeling) en vanuit de EU. Uitgangspunt in het ontwerp-Klimaatakkoord is dat waterstof in aanmerking komt voor de SDE++ zodra de techniek qua kosten concurrerend is. Het is belangrijk dat, afgezien van het bestaande en aangekondigde instrumentarium, de initiatiefnemers inzicht geven in de daarvoor benodigde maatregelen, inspanningen en investeringen van alle betrokken partijen.

Een coalitie van partijen uit Noord-Nederland heeft de rijksoverheid onlangs verzocht steun uit te spreken voor een voorstel dat zij hebben ingediend op een call uit het Fuel Cell Hydrogen Joint Undertaking (FCH JU) traject van de Europese Commissie. Als onderdeel van de uitvoering van deze motie, die we gezien de lopende inspanningen als voldaan zien, hebben we deze steun per brief uitgesproken.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven