Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2022
In het Coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is afgesproken dat er een Klimaatfonds komt van € 35 miljard voor de periode tot
en met 2030. Het Klimaatfonds stelt als doel het faciliteren van maatregelen om de
mondiale stijging van temperatuur en de verandering van het klimaat te beperken door
middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen voor:
-
a. een broeikasgas-neutrale energievoorziening in 2050;
-
b. het stimuleren van de implementatie van technieken voor energie-efficiëntie en het
stimuleren van de toepassing van hernieuwbare energie en overige broeikasgas-reducerende
technieken en maatregelen in het bedrijfsleven; en
-
c. het stimuleren van de implementatie van technieken voor energie-efficiëntie en toepassing
van hernieuwbare energie in de gebouwde omgeving.
Uw Kamer is eerder per brief van 11 februari 2022 [Kamerstuk 32 813, nr. 974] geïnformeerd over de inrichting van het Klimaatfonds als begrotingsfonds door middel
van een instellingswet. In mei heeft een internetconsultatie plaatsgevonden, in juni
is het conceptwetsvoorstel ingediend bij de Raad van State. Het betreffende wetsvoorstel
wordt naar verwachting in het najaar van 2022 ingediend bij het parlement.
Bij motie van 19 januari jl. hebben de leden Hermans en Segers van uw Kamer verzocht
om, in aanloop naar de eerste formele fondsbegroting van 2024, reeds een «proeve van
de fondsbegroting» op Prinsjesdag 2022 aan de Kamer voor te leggen, met als doel de
Kamer nadrukkelijk te betrekken bij de vormgeving van het fonds (Kamerstuk 35 788, nr. 137). Zoals toegezegd, ontvangt u bijgaande proeve van begroting voor het Klimaatfonds
voor het jaar 2023 aanvullend op de departementale begroting van Economische Zaken
en Klimaat (Hoofdstuk XIII van de Rijksbegroting).
Conform besluitvorming in dit voorjaar en verwerking hiervan in de departementale
ontwerpbegrotingen, is in de proeve van begroting ook weergegeven welke middelen voor
het jaar 2023 reeds worden overgeheveld van de Aanvullende Post naar betreffende departementale
begrotingen. Deze route is gekozen omdat het Klimaatfonds nog in oprichting is maar
de middelen reeds vanaf 2023 beschikbaar zijn gesteld in het Coalitieakkoord. Deze
middelen zijn bestemd voor urgente uitgaven, noodzakelijk voor het behalen van de
doelen van het Klimaatfonds, waarbij het niet mogelijk was om tot 2024 te wachten.
In de besluitvorming is zo goed als mogelijk aangesloten bij de eisen die straks voor
het Klimaatfonds gelden. Naast deze maatregelen per 2023 waarover het kabinet heeft
besloten, heeft het kabinet eerder bij Voorjaarsnota besloten om enkele andere uitgaven,
waaronder noodzakelijke capaciteit voor de oprichting, beleidsontwikkeling en uitvoering
van het Klimaatfonds, te dekken met de voor het fonds gereserveerde middelen. Daarnaast
is gekort op middelen voor het Klimaatfonds voor rijksbrede problematiek. In totaal
is nu € 5,353 miljard van de middelen voor het Klimaatfonds gecommitteerd, waarvan
€ 880 miljoen als dekking voor generale problematiek, € 2,374 miljard voor de eerdere
besluiten bij Voorjaarsnota en € 2,099 miljard voor de noodzakelijke maatregelen per
2023. Daarmee resteert € 29,647 miljard van de aanvankelijk bij Coalitieakkoord gereserveerde
€ 35 miljard van het Klimaatfonds.
Te beginnen met de ontwerpbegroting 2024 zal op basis van de instellingswet voor het
Klimaatfonds jaarlijks een fondsbegroting worden opgesteld, die als onderdeel van
de Rijksbegroting op Prinsjesdag wordt aangeboden aan het parlement.
Tot slot/vervolg
Het streven blijft om de Wet Klimaatfonds op 1 juli 2023 in werking te laten treden.
De eerste begroting van het Klimaatfonds kan dan op Prinsjesdag 2023 aan uw Kamer
worden aangeboden.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten