32 803 Monitoring beleid voor ontwikkelingssamenwerking

Nr. 3 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2011

Op 28 juni 2011 heeft de Algemene Rekenkamer het eerste monitorrapport gepubliceerd over het beleid van het kabinet-Rutte/Verhagen voor ontwikkelingssamenwerking.1 In deze brief informeren we u over de beleidsvoornemens voor ontwikkelingssamenwerking in de begroting 2012 van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa). Hiermee faciliteren we de aanstaande behandeling van de begroting van het ministerie van BuZa in de Tweede Kamer.

Onze hoofdconclusie is dat het kabinet de meeste voornemens voor ontwikkelingssamenwerking heeft vertaald in de begroting 2012. We merken wel op dat de thematische focus deels gerealiseerd wordt door «bordjes te verhangen» en dat de voornemens om te stroomlijnen gering zijn uitgewerkt en de versnippering eigenlijk niet. Van de ruim 3000 gefinancierde activiteiten worden er naar schatting een honderdtal geschrapt in 2012, terwijl er tegelijkertijd een onbekend aantal nieuwe activiteiten bijkomt. De beheerslast zal dan ook eerder toenemen dan afnemen in 2012.

1. Inleiding

In de periode 2011–2014 volgen wij het Nederlandse beleid voor ontwikkelingssamenwerking. We informeren de Tweede Kamer periodiek over de mate waarin het kabinet de beleidsvoornemens voor ontwikkelingssamenwerking nakomt. In ons eerste rapport hebben we ons gericht op de beleidsdoelstellingen en hebben we de stand van zaken van het Nederlandse beleid voor ontwikkelingssamenwerking vastgelegd ten tijde van het aantreden van het kabinet-Rutte/Verhagen.

We stellen in deze brief vast hoe het ministerie van BuZa de beleidsvoornemens voor ontwikkelingssamenwerking en de bezuinigingen vormgeeft in de begroting 2012 en in de HGIS-nota 2012.2 Wanneer volgend jaar de realisatiecijfers van 2011 bekend zijn, zullen we die beoordelen en daarover rapporteren. De aanpassing van de interne organisatie en de verbetering van de kennisopbouw op het departement zijn twee andere aandachtspunten van het ministerie van BuZa. Deze onderwerpen zullen we samen met de monitoring en de verantwoording van het beleid behandelen in onze volgende publicaties.

2. Beleidsvoornemens ontwikkelingssamenwerking

In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking3 van december 2010 en de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking4 van maart 2011 heeft het kabinet-Rutte/Verhagen de beleidsvoornemens voor ontwikkelingssamenwerking uiteengezet. We toetsen de volgende voornemens in de begroting 2012:

  • Inkrimpen van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking van meer dan 0,8% van het Bruto Nationaal Product (BNP) naar gemiddeld 0,7% BNP per jaar vanaf 2012;

  • Focus op vier prioriteiten: veiligheid en rechtsorde, voedselzekerheid, water en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR);

  • Doorvoeren van twee posterioriteiten: onderwijs en gezondheidszorg;

  • Verminderen van het aantal partnerlanden van 33 naar 15;

  • Bijdragen via het multilaterale kanaal baseren op de effectiviteit van organisaties en de meerwaarde voor de prioritaire thema’s;

  • Meer focus, minder versnipperen van activiteiten en het stroomlijnen van de ontwikkelingssamenwerking.

3. Bezuinigingen 2012

Het kabinet combineert de beleidsherziening van ontwikkelingssamenwerking met bezuinigingen: bijna € 3,6 miljard in de periode 2011–2015. In 2010 heeft het kabinet zich voorgenomen om het budget voor ontwikkelingssamenwerking terug te brengen van 0,8% naar gemiddeld 0,7% van het BNP vanaf 2012. Bij het aantreden van het kabinet-Rutte/Verhagen werd geraamd dat het kabinet in 2012 € 900 miljoen zou moeten bezuinigen op de geraamde begroting 2012 die het kabinet-Balkenende IV had gemaakt, zodat de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking zou uitkomen op 0,7% van het BNP. Als gevolg van actuelere ramingen van het BNP van 2012, kasschuiven en wijzigingen in de toerekeningen5 zal Nederland echter € 958 miljoen gaan bezuinigen in 2012 om het budget terug te brengen naar 0,7% van het BNP.6

De verlaging van het budget wordt bereikt enerzijds door € 1 205 miljoen te bezuinigingen op de eerder geraamde begroting 2012 en anderzijds te intensiveren op de vier beleidsprioriteiten (€ 235 miljoen) en op het thema gender (€ 12 miljoen).7 De grootste bezuinigingen ten opzichte van de meerjarenraming 2012 in de begroting 2011 vinden plaats bij de volgende operationele doelstellingen (OD’s): de posterioriteit onderwijs (OD 5.2) daalt met ongeveer – 65%. Daarnaast zijn ook grote dalingen gepland bij OD 4.2 Armoedebestrijding (– 40%), OD 8.3 Draagvlak Nederlandse beleid (– 49%), het thema hiv/aids (– 41%)8,OD 4.4 Kwaliteit en effectiviteit (– 38%), OD 2.7 Goed bestuur (– 31%), OD 2.6 Humanitaire hulp (– 27%) en OD 6.1 Milieu (– 26%).

Voor deze bezuinigingen geldt dat geplande uitgaven voor 2012 ook daadwerkelijk geschrapt worden, met uitzondering van € 98 miljoen van de bijdrage aan de Wereldbank/IDA die als gevolg van nieuwe afspraken over het Nederlandse betalingsritme wordt betaald in andere jaren.9

4. Prioriteiten en posterioriteiten

We stellen vast dat in de BuZa-begroting 2012 de indeling en formulering van de OD’s gewijzigd zijn conform de gestelde prioriteiten en posterioriteiten. Uit de Memorie van Toelichting (MvT) en de verschuivingen in budgetten in de begroting 2012 blijkt ook meer aandacht voor de vier beleidsprioriteiten en meer aandacht voor de ontwikkeling van de private sector. In onderstaande figuur vergelijken we de op Prinsjesdag ingediende begroting 2012 ten opzichte van de meerjarenbegroting 2012 die vorig jaar in de MvT van de begroting 2011 werd gepresenteerd. We vergelijken dus niet de OD’s in de begroting 2011 met die in de begroting 2012, omdat die vergelijking mank gaat door de grote verschillen in de beschikbare budgetten en de bezuinigingen tussen 2011 en 2012.

Uit de onderstaande figuur wordt duidelijk dat het kabinet in 2012 fors bezuinigt op de posterioriteit onderwijs en intensiveert op de prioriteiten voedselzekerheid, water, veiligheid en rechtsorde – dat is in lijn met de voorgestelde focus. De uitgaven voor OD 5.4, waar zowel de prioriteit SRGR, de posterioriteit gezondheidszorg en het thema hiv/aids onder vallen, zijn gedaald. Op pagina 6 en 7 werken we dat verder uit.10

Verder geven de meerjarencijfers in de begroting 2012 aan dat het aandeel van de prioriteiten in de totale ODA-begroting groeit tijdens de kabinetsperiode van 22% in 2011 naar 26% in 2012 tot ongeveer 38% in 2014. Dit is conform het voornemen in de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking om het aandeel van de prioriteiten bijna te verdubbelen tijdens deze kabinetsperiode.

Budgettaire verschuivingen in de geraamde begroting 2012 (MvT 2011) en de Prinsjesdagbegroting 2012 (MvT 2012) per operationele doelstelling of thema, in miljoen €1

Budgettaire verschuivingen in de geraamde begroting 2012 (MvT 2011) en de Prinsjesdagbegroting 2012 (MvT 2012) per operationele doelstelling of thema, in miljoen €1

Veiligheid en rechtsorde

De begroting 2012 voor de beleidsprioriteit veiligheid en rechtsorde stijgt van de geraamde € 246 miljoen (MvT 2011) naar € 281 miljoen (MvT 2012). Het grotere budget gaat naar de voorgenomen prioriteiten in de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking zoals het bevorderen van capaciteitsopbouw, stabiliteit, conflictvoorkoming, de rol van vrouwen in vredesprocessen en de inzet in postconflictsituaties.

Voedselzekerheid

Voedselzekerheid is een prioritair thema dat voor het eerst zichtbaar is in de begroting 2012 als een nieuwe operationele doelstelling (OD 4.1). Het budget is € 219 miljoen in 2012 en zal oplopen naar € 435 miljoen in 2015. Onder deze nieuwe OD vallen nieuw te ontwikkelen programma’s en lopende activiteiten die voorheen niet werden gespecificeerd als voedselzekerheid. Het ministerie van BuZa richt zich op duurzame voedselproductie, verbeterde voedselkwaliteit, efficiëntere markten en een verbeterd ondernemingsklimaat zoals is aangekondigd in de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking.

Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR)

De begroting 2012 voor OD 5.4 is 337 miljoen (MvT 2012), wat een forse bezuiniging is ten opzichte van de € 480 miljoen voor 2012 uit de MvT 2011.12 Binnen OD 5.4 is het budget ongeveer gelijk verdeeld over drie thema’s: uitgaven voor SRGR, hiv/aids, en gezondheid algemeen ter ondersteuning van SRGR. OD 5.4 omvat dus zowel een prioriteit als een posterioriteit. Het budget voor de prioriteit SRGR stijgt met € 6 miljoen ten opzichte van de begroting 2012 in de MvT 2011.

In lijn met de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking zet het ministerie in 2012 in op pleitbezorging en beleidsbeïnvloeding door de bijdragen aan UNAIDS en de WHO13 en via de landenprogramma’s. Eveneens via de landenprogramma’s zet het ministerie in op effectieve dienstverlening voor SRGR. Het ministerie steunt onderzoek ter bevordering van SRGR via de bijdrage aan de WHO en door een aantal NGO’s te financieren die inzetten op onderzoek. De begroting 2012 geeft geen informatie over onderwijs in relatie tot SRGR, een prioriteit die wel in de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking wordt genoemd.

Water

De begroting 2012 voor het prioritaire thema water stijgt van € 127 miljoen (MvT 2011) naar € 181 miljoen (MvT 2012). Binnen het onderdeel milieu is de focus verplaatst naar waterbeheer vanwege de toegevoegde waarde die de Nederlandse watersector daaraan kan leveren. Het ministerie van BuZa breidt de privaat-publieke partnerschappen uit en verruimt bilaterale waterprogramma’s zoals dat is voorgenomen in de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking.

Onderwijs

Het ministerie van BuZa vermindert het budget van de posterioriteit onderwijs in OD 5.1 van € 688 miljoen (MvT 2011) naar € 236 miljoen (MvT 2012). Deze grote bezuiniging wordt onder andere ingevuld door het Fast Track Initiative (FTI)14 met € 130 miljoen te verlagen en de bilaterale onderwijsprogramma’s te verlagen van € 211 miljoen naar € 79 miljoen en dit is in lijn met de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking.

Gezondheidszorg

Gezondheidszorg valt onder OD 5.4 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van hiv/aids, dezelfde OD waar ook de prioriteit SRGR onder valt. Zoals de staatssecretaris aankondigde in de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking bezuinigt het ministerie van BuZa in 2012 op wereldwijde fondsen voor ziektebestrijding, door de bijdrage op het Global Fund for Aids, Tubercolose and Malaria en UNAIDS te korten en te bezuinigen op het budget van de landenprogramma’s voor hiv/aids en algemene gezondheidszorg.

De bezuinigingen op hiv/aids werden door de Tweede Kamer ter discussie gesteld in de motie Dijkhoff/Ferrier.15 Naar aanleiding van deze motie verklaarde de staatssecretaris dat hiv/aids onlosmakelijk verbonden is aan de beleidsprioriteit SRGR. Desondanks is er een forse verlaging van € 207 miljoen op de begrote uitgaven voor hiv/aids in vergelijking tot de MvT 2011. Dit is het gevolg van het bezuinigen van € 80 miljoen en het overhevelen van activiteiten voor € 127 miljoen (€ 70 miljoen naar SRGR; € 37 miljoen naar algemene gezondheid; € 20 miljoen naar het medefinancieringsstelsel MFS).

5. Partnerlanden

In de HGIS-nota 2012 is zichtbaar in welke fases het landenprogramma in de achttien afgevallen partnerlanden verdwijnt. Tussen 2011 en 2015 worden de budgetten voor deze achttien afgevallen landen uitgefaseerd. In 2012 zijn de budgetten van de vijftien exit-landen al drastisch verminderd (– 52%) ten opzichte van de budgetten voor 2011. Bij de drie transitielanden (Colombia, Vietnam en Zuid-Afrika) bedraagt de vermindering – 43%. De kortingen zullen in de komende jaren stapsgewijs worden voortgezet, zodat in uiterlijk 2015 alle bilaterale programma’s beëindigd zijn in de exit- en transitielanden.16 Hierbij moet wel opgemerkt worden dat na 2015 er nog altijd Nederlands ontwikkelingsgeld kan vloeien naar andere ontwikkelingslanden dan de vijftien huidige partnerlanden. In die ontwikkelingslanden loopt het Nederlandse ontwikkelingsgeld dan niet meer via het bilaterale kanaal, maar via multilaterale organisaties, centrale en regionale programma’s, het maatschappelijke kanaal, humanitaire hulp, het bedrijfsleveninstrumentarium en schuldverlichting.

Ook de budgetten van de vijftien huidige partnerlanden voor 2012 zijn gedaald ten opzichte van 2011 (– 18%). Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de vermindering van de uitgaven voor onderwijs in alle partnerlanden en het verder afbouwen van het instrument begrotingssteun. Voorts is ook het budget voor goed bestuur gedaald in zes partnerlanden (Soedan, Oeganda, Indonesië, Benin, Rwanda en Jemen), zoals aangekondigd in de Focusbrief ontwikkelingssamenwerking.

6. Multilaterale kanaal

De voornemens om de Nederlandse bijdragen te baseren op de effectiviteit van multilaterale organisaties en de meerwaarde voor de prioritaire thema’s zien we terug in de begroting 2012.

Het ministerie van BuZa draagt in 2012 minder bij aan een aantal multilaterale organisaties die niet gericht zijn op de prioritaire thema’s zoals de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP (– 20%) en de VN-organisaties die zich richten op gezondheid zoals UNAIDS (– 20%) en WHO (– 12%). Ook op de bijdragen voor de VN-organisaties die betrokken zijn bij humanitaire hulp zoals UNHCR (– 20%) en WFP (– 10%) wordt bezuinigd. Voorts zet Nederland de bijdragen stop aan UNIDO en FAO, omdat bij beide organisaties de effectiviteit laag is. De ontwikkelingsbank voor Midden-Amerika (IDB) krijgt vanaf 2012 ook geen geld meer van Nederland, omdat deze organisatie voor Nederland weinig relevantie heeft. De bijdrage aan het VN Population fund (UNFPA) wordt verhoogd (+ 5%) omdat deze organisatie zich richt op de beleidsprioriteit SRGR.17

7. Focus en minder versnippering

Het kabinet heeft aangekondigd om te streven naar meer focus en minder versnippering. De focus op de huidige vijftien partnerlanden is zichtbaar in de HGIS-nota 2012 door afbouw van de budgetten voor de afgevallen partnerlanden. Deze afbouw zal uiterlijk in 2015 leiden tot het stopzetten van de bilaterale activiteiten in de afgevallen partnerlanden (zie paragraaf 5).

De thematische focus op de vier prioriteiten is te zien in de verschuiving van de budgetten tussen de OD’s. Er komt in 2012 € 235 miljoen meer beschikbaar voor de prioriteiten, maar hierbij moet wel opgemerkt worden dat € 92 miljoen daarvan het gevolg is van het «verhangen van bordjes». Activiteiten die vorig jaar vielen onder de OD’s onderwijs en gezondheidszorg zijn verplaatst naar de OD’s veiligheid en rechtsorde en SRGR.18 Deze overheveling helpt het ministerie van BuZa om enerzijds te bezuinigen op de posterioriteiten onderwijs en gezondheid en anderzijds meer geld beschikbaar te stellen voor de prioriteiten.

Het kabinet heeft ook aangekondigd in de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking dat het nodig is om het Nederlandse beleid te stroomlijnen, omdat er te veel thema’s, partnerorganisaties en instrumenten zijn ontstaan door de opeenstapeling van prioriteiten zonder oude te schrappen. De begroting 2012 zal ertoe leiden dat het aantal partnerorganisaties zal dalen in 2012, maar er spreekt geen daling van het aantal thema’s of instrumenten uit de begroting 2012 of de daarop volgende jaren.

Het kabinet heeft het voornemen om de versnippering van activiteiten, instrumenten en thema’s te reduceren en dat moet leiden tot minder beheerslast, meer effectiviteit en meer verdieping en specialisatie. In 2012 zet het ministerie van BuZa naar schatting honderd tot tweehonderd activiteiten stop op een totaal van meer dan 3000 activiteiten.19 Er komt echter een onbekend aantal nieuwe activiteiten bij in 2012 als gevolg van het extra budget voor de thema’s voedselzekerheid, water en veiligheid en rechtsorde. Het waarschijnlijke gevolg is dat het extra werk voor het uitwerken van de bezuinigingen en de nieuwe activiteiten de schaarse capaciteit van het ministerie van BuZa verder onder druk zal zetten.

8. Conclusies

Het kabinet heeft de budgetten in 2012 verhoogd voor de vier beleidsprioriteiten en het thema gender, en de budgetten verlaagd voor alle andere thema’s. Op die manier worden de geplande bezuinigingen van € 958 miljoen op ontwikkelingssamenwerking vormgegeven. De bezuinigingen vinden voornamelijk plaats bij de posterioriteiten onderwijs en gezondheidszorg, maar ook bij andere thema’s zoals armoedebestrijding, humanitaire hulp, goed bestuur, draagvlak Nederlands beleid en milieu. Het ministerie van BuZa bezuinigt op het thema hiv/aids ondanks het feit dat de staatssecretaris heeft aangegeven dat hiv/aids onlosmakelijk verbonden is met SRGR.

Het voornemen om de partnerlanden te reduceren van 33 naar 15 wordt gerealiseerd door de uitfasering van de budgetten voor exit-landen en transitielanden. Deze uitfasering wordt gestart in 2012 met drastische verminderingen van de budgetten van respectievelijk – 52% en – 43% ten opzichte van 2011. De landenprogramma’s in de afgevallen landen zullen volledig beëindigd worden in 2015.

De voornemens bij het multilaterale kanaal om de Nederlandse bijdragen te baseren op de effectiviteit en de meerwaarde voor de prioritaire thema’s zien we terug in de begroting 2012.

Het voornemen om meer thematische focus aan te brengen in de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking wordt vorm gegeven door een budgettaire verschuiving van € 235 miljoen in het voordeel van de vier prioritaire thema’s. Hiervan is echter € 92 miljoen het gevolg van het overhevelen van budgetten van posterioriteiten naar prioriteiten en dit «verhangen van de bordjes» draagt niet bij aan meer thematische focus.

Van het voornemen om te stroomlijnen en de versnippering van activiteiten, thema’s en instrumenten tegen te gaan, zien we weinig terug in de begroting 2012. Er worden geen thema’s of instrumenten geschrapt. Het ministerie van BuZa zet geen thema’s of instrumenten stop, maar wel naar schatting honderd tot tweehonderd activiteiten. Dit is echter een relatief klein aantal op de meer dan 3000 gefinancierde activiteiten. Bovendien zal het ministerie van BuZa een onbekend aantal nieuwe activiteiten opstarten in 2012 voor de prioritaire thema’s. Het beheer van deze nieuwe activiteiten zal meer druk leggen op de schaarse capaciteit en kan de gehele beheerslast eerder doen toenemen dan afnemen in 2012.

9. Reactie en nawoord

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken heeft op onze conceptbrief gereageerd. Hieronder vatten we de reactie samen. De volledige reactie staat op www.rekenkamer.nl.

Reactie van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken

De staatssecretaris is blij dat we het beleid van ontwikkelingssamenwerking nauwlettend volgen, omdat dit het ministerie scherp houdt; hij ziet het toezicht in het kader van Monitoring Ontwikkelingssamenwerking als een waardevolle bijdrage in dit proces.

De staatsecretaris is niet van mening dat de thematische focus deels wordt gerealiseerd door het verhangen van bordjes. Hij legt uit dat een deel van de uitgaven voor gezondheid vroeger niet onder de meest logische operationele doelstelling stond. Door het samenvoegen van de operationele doelstellingen 5.4 en 5.5 en de uitsplitsing naar thema en kanaal wordt nu beleidsmatig meer transparantie geboden. Ook het programma Education in Emergencies and Post Crisis Transition past beleidsmatig beter onder het thema veiligheid dan onder het oude thema onderwijs.

Over de activiteiten zegt de staatssecretaris dat de thema’s onderwijs en gezondheid worden uitgefaseerd in de komende jaren. Deze uitfasering zal het aantal activiteiten en daarmee ook de beheerslast doen afnemen na 2012.

Nawoord Algemene Rekenkamer

Wij appreciëren dat de staatssecretaris blij is met onze aandacht voor het beleid van ontwikkelingssamenwerking en dat hij onze monitoring als waardevol beschouwt.

Aan zijn reactie over het verhangen van bordjes willen we graag het volgende toevoegen. Uiteraard kan het kabinet activiteiten verplaatsen van de ene OD naar de andere OD, omdat het logischer is of beleidsmatig beter past. Wij maken in deze brief expliciet hoe deze verplaatsing van € 92 miljoen gebeurt en onderdeel is van de beleidsmatige focus bij ontwikkelingssamenwerking.

Algemene Rekenkamer

drs. Saskia. J. Stuiveling,

president

dr. Ellen M.A. van Schoten RA,

secretaris


X Noot
1

Algemene Rekenkamer (2011). Monitoring beleid voor ontwikkelingssamenwerking stand van zaken april 2011. Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 803, nr. 2. Den Haag: Sdu.

X Noot
2

Jaarlijks wordt er een nota gepresenteerd van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) met uitleg over de aparte budgettaire constructie van de buitenlandactiviteiten van de verschillende ministeries.

X Noot
3

Ministerie van Buitenlandse Zaken (2010). Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking. Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 500 V, nr. 15. Den Haag: Sdu.

X Noot
4

Ministerie van Buitenlandse Zaken (2011). Focusbrief ontwikkelingssamenwerking. Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 605, nr. 2. Den Haag: Sdu.

X Noot
5

Toerekeningen zijn overheidsbijdragen zoals asielzoekeropvang, schuldkwijtschelding en afdrachten aan Europese regionale en thematische hulpinstrumenten die voor een deel worden toegerekend aan de Nederlandse ODA-uitgaven. Deze toerekeningen ODA stijgen in 2012 met € 92 miljoen (inclusief de € 60 miljoen hogere toerekening uit het regeerakkoord).

X Noot
6

De uitsplitsing en uitleg van de in totaal € 958 miljoen bezuinigingen en de toerekeningen aan ontwikkelingssamenwerking in 2012 staan uitgewerkt in de HGIS-nota 2012 (Kamerstuk 33 200, nr. 2).

X Noot
7

Het ministerie van BuZa heeft het budget voor gender verhoogd als gevolg van het amendement Hachchi/El Fassed (32 500 V, nr. 17).

X Noot
8

De budgettaire vermindering voor hiv/aids is gedeeltelijk een gevolg van het verplaatsen van activiteiten naar andere thema’s binnen OD 5.4 (voor meer uitleg zie p. 6).

X Noot
9

De International Development Association (IDA) is een fonds van de Wereldbank dat leningen geeft aan de armste landen. Nederland heeft de jaarlijkse betalingen van de € 230 miljoen aan WB/IDA gewijzigd: 2011 (€ + 60 miljoen), 2012 (€ – 98 miljoen), 2012 (€ – 132 miljoen), 2014 (€ + 60 miljoen) en 2015 (€ + 110 miljoen).

X Noot
10

Algemene Rekenkamer (2011). Bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking. Bijsluiter bij de begroting 2012 van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Den Haag: Algemene Rekenkamer.

X Noot
12

Het budget voor het nieuwe OD 5.4 was in de MvT 2011 nog verdeeld over twee oude OD’s: OD 5.4 hiv/aids en OD 5.5 Reproductieve gezondheid.

X Noot
13

UNAIDS: United Nations Programme on HIV/AIDS; WHO: World Health Organisation;

X Noot
14

Het Fast Track Initiative is een internationaal partnership van donorlanden, NGO’s en ontwikkelingslanden dat regeringen van ontwikkelingslanden ondersteunt bij het opzetten en verbeteren van het onderwijs.

X Noot
15

De motie-Dijkhoff/Ferrier over ontkoppeling van hiv/aidsbeleid en SRGR-beleid (32 500 V, nr. 32).

X Noot
16

HGIS-nota 2012 (Kamerstuk 33 002, nr. 2).

X Noot
17

UNDP: United Nations Development Programme; UNHCR: United Nations High Commission for Refugees WFP: World Food Programme; UNIDO: United Nations Industrial Development Organisation; FAO: Food and Agricultural Organisation; IDB: Interamerican Development Bank; UNFPA: United Nations Population Fund.

X Noot
18

Het «bordjes verhangen» gebeurt door € 22 miljoen van Education in Emergencies te verplaatsen van onderwijs naar veiligheid en rechtsorde en € 70 miljoen aan hiv/aids-activiteiten naar SRGR.

X Noot
19

De activiteiten die gestopt worden zijn gericht op algemene gezondheid, de landenprogramma’s in exit-landen en de bijdragen aan drie multilaterale organisaties. Het exacte aantal is nu niet te bepalen omdat de ambassades de bezuinigingen nog vorm moeten geven.

Naar boven