32 802 Toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2016

Bijgaand treft u de antwoorden aan op de vragen van de leden Ronnes en Omtzigt (beiden CDA) aan de ministers van Financiën, van Veiligheid en Justitie, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Defensie over de rapporten van de Auditdienst Rijk (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 1607). Ik stuur u deze antwoorden mede namens de andere betrokken bewindspersonen.

De Auditdienst Rijk (ADR) valt organisatorisch onder mijn ministerie en vervult op elk ministerie de functie van interne auditdienst. De individuele ministers zijn opdrachtgever van de onderzoeken van de ADR en de ADR rapporteert over de uitkomsten daarvan aan de verantwoordelijke Minister. Hiermee onderscheidt de ADR zich van de Algemene Rekenkamer die in haar rol van onafhankelijke externe controleur van het Rijk rechtstreeks rapporteert aan de Staten-Generaal.

De ADR heeft een wettelijke taak (artikel 66 en 67 van de Comptabiliteitswet 2001), verricht vraaggestuurde dienstverlening op verzoek van het departementale management en voert opdrachten uit ten behoeve van de Europese Unie. De rapporten over vraaggestuurde onderzoeken van de ADR worden door de ministers onder meer gebruikt om interne knelpunten in de bedrijfsvoering vroegtijdig te signaleren en aan te pakken. De opdrachtgever stelt zich hierbij kwetsbaar op en zet vraaggestuurde onderzoeken vooral daar in waar risico’s zich kunnen manifesteren.

Tot op heden was er geen rijksbrede lijn voor het openbaar maken van rapporten van de ADR. Mede door de vragen van uw Kamer, maar vooral vanuit het belang van een transparante en open overheid, is hierover op mijn initiatief in het kabinet gesproken. Het kabinet staat daarbij een consistente lijn voor ten aanzien van openbaarmaking van rapporten van de rijksoverheid. Daarom is aangesloten bij de regels voor rijksinspecties1 en bij het uitgangspunt «openbaar, tenzij», zoals dat is geformuleerd in het kader van het Actieplan Open Overheid (Kamerstuk 32 802, nr. 5). Dit leidt tot de volgende gezamenlijke beleidslijn.

Ik stuur voortaan elk halfjaar een overzicht aan uw Kamer met de titels2 van door de ADR uitgebrachte rapporten en plaats dit op de website van de rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl). Het overzicht bestaat uit een lijst rapporten per ministerie, een lijst rapporten over onderzoeken die zijn uitgevoerd ten behoeve van de Europese Unie en een lijst algemene producten van de ADR.3 De lijst rapporten ten behoeve van de Europese Unie bevat niet alleen rapporten die zijn gericht aan een ministerie, maar ook rapporten voor eindbegunstigden, managementautoriteiten en de Europese Commissie. Rapporten over de controle van geheime uitgaven, rapporten die vertrouwelijk zijn uitgebracht aan de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en anderszins als staatsgeheim gerubriceerde rapporten komen niet op het overzicht.

De bewindspersoon voor wie de ADR een rapport heeft geschreven, plaatst het definitieve rapport vanaf 1 juli 2016 binnen zes weken4 op de departementale pagina van de website van de rijksoverheid, tenzij er redenen zijn die zich hiertegen verzetten (zoals de veiligheid van de Staat, vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens, persoonsgegevens, het belang van internationale betrekkingen en de economische en financiële belangen van de Staat). Dit laatste is ter beoordeling van de betrokken bewindspersoon. Op de website worden de eindrapporten geplaatst die de ADR heeft uitgebracht, met uitzondering van eindrapporten en passages daarin die op grond van genoemde redenen vertrouwelijk moeten blijven. Deelrapporten, waaronder ook interim--rapportages en management letters, staan wel op de lijsten van de ministeries maar worden niet actief op de website geplaatst, omdat de relevante uitkomsten van deze deelrapporten hun beslag krijgen in de eindrapporten. Voor rapporten op de lijst van onderzoeken ten behoeve van de Europese Unie die zijn uitgebracht aan derden, zoals eindbegunstigden, managementautoriteiten en de Europese Commissie, geldt dat op verzoek van uw Kamer, in overleg met betrokkenen bepaald wordt of en in welke vorm deze verstrekt worden. De rapporten op de lijst met algemene producten van de ADR worden door de Minister van Financiën op de website geplaatst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Regeling van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 30 september 2015, nr. 3151041, houdende vaststelling van de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties (bijlage bij Kamerstuk 31 490, nr. 190).

X Noot
2

In de titels zijn bedrijfs- en persoonsnamen vervangen door een neutrale aanduiding.

X Noot
3

Rapporten die zijn uitgebracht aan derden, niet zijnde rapporten ten behoeve van de Europese Unie, zijn niet vermeld op de lijst. Dit betreft onder meer de AFM.

X Noot
4

Dit is dezelfde termijn als wordt gehanteerd door de rijksinspecties. De samenvattende rapporten van de ADR bij de departementale jaarverslagen worden op of na verantwoordingsdag openbaar gemaakt.

Naar boven