Vragen van de leden Ronnes en Omtzigt (beiden CDA) aan de Ministers van Financiën, van Veiligheid en Justitie, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Defensie over de rapporten van de auditdienst rijk (ingezonden 30 december 2015).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën), mede namens de Ministers van Veiligheid en Justitie en de Minister van Defensie (ontvangen 22 februari 2016) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1217

Vraag 1

Herinnert u zich dat u de lijst van rapporten van de auditdienst rijk over de periode 1 mei 2012 – 31 december 2012 openbaar maakte onder de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) en de lijst vervolgens aan de Kamer stuurde?1

Antwoord 1

Ja, ik herinner me dat.

Vraag 2

Kunt u de lijst van rapporten en adviezen die de Auditdienst rijk in 2015 heeft uitgebracht openbaar maken? Kunt u per uitgebracht rapport aangeven of en wanneer het aan de Kamer is aangeboden, en of dat openbaar was of vertrouwelijk?

Antwoord 2

Bijgaand treft u het overzicht aan van in 2015 door de ADR ten behoeve van de ministeries en de Europese Unie uitgebrachte rapporten (bijlage). Zoals gevraagd, is in het overzicht aangegeven of en wanneer de rapporten aan de Kamer zijn aangeboden.

Vraag 3

Herinnert u zich nog dat rapporten van de Auditdienst rijk over de privacy-audit WPG 2015 van de politie2, het accountantsrapport bij de voortgangsrapportage ruimte voor de rivier3, de Audit Centraal Informatiepunt Telecommunicatie4, de audit fase 1 verbetermaatregelen 112 voorzieningen5 dit najaar aan de Kamer zijn aangeboden, en dat sommige van deze rapporten al meer dan een jaar oud waren bij aanbieding?

Antwoord 3

Het merendeel van de genoemde rapporten is door de Minister van Veiligheid en Justitie zo spoedig mogelijk aan de Tweede Kamer toegezonden. Het rapport over het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie is later gestuurd. De privacy-audit Wpg 2015 is op 29 oktober 2015 vastgesteld door de ADR en vervolgens aangeboden aan de nationale politie. Op 7 december 2015 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie dit rapport en zijn beleidsreactie daarop aan de Tweede Kamer aangeboden. Het rapport «bevindingen inzake audit fase 1 verbetermaatregelen 112 voorziening» dateert van 18 juni 2015 en is op 1 september 2015 door de Minister van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer aangeboden. In het rapport over het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie van 16 september 2014 zijn de resultaten van meerdere audits bij verschillende organisaties beschreven. Deze audits hebben op verschillende momenten plaatsgevonden. Bij brief van 1 juli 2015 (Kamerstuk 34 000 VI, nr. 98) heeft de Minister van Veiligheid en Justitie een samenvatting van de audit toegezonden. Op 22 september 2015 heeft hij het volledige verslag van de ADR hierover aan de Tweede Kamer aangeboden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft de zesentwintigste voortgangsrapportage over het programma Ruimte voor de Rivier op 16 oktober 2015 aan de Tweede Kamer aangeboden. Volgens de Regeling grote projecten dient het accountantsrapport van de ADR uiterlijk twee weken na het verschijnen van de voortgangsrapportage aan de Kamer te worden toegezonden. Dit is gebeurd op 26 oktober 2015.

Vraag 4

Kunt u de resultaten in de vorm van conclusies en rapporten van de volgende zes aangekondigde onderzoeken in het jaarplan van de Auditdienst rijk over 20156 aan de Kamer te doen toekomen?

  • a. Het tussentijdse rijksbrede beeld (pag. 13)

  • b. Het rijksbrede onderzoek naar digitaal documentenbeheer (pag. 14 en pag. 32)

  • c. De rapporten bij V&J over verandermanagement en bezuinigingen (beiden op pag. 21)

  • d. ICT en informatievoorziening bij de Belastingdienst (pag 24)

  • e. De bedrijfsvoering bij defensie (pag. 26)

Antwoord 4

De notitie over het tussentijdse rijksbrede beeld 2015, zoals bedoeld onder a, plaats ik tegelijk met de aanbieding van deze brief op www.rijksoverheid.nl. Het onderzoek bedoeld onder b wordt uitgevoerd in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en is op dit moment nog niet afgerond. De rapporten die onder c, d en e worden genoemd, betreffen onderzoeken die zijn uitgevoerd in opdracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Defensie. Zoals ik in de beleidslijn in de brief bij deze antwoorden heb aangegeven, plaatsen deze bewindspersonen de rapporten op de pagina van hun ministerie op de website van de rijksoverheid op of zo spoedig mogelijk na de datum van verzending van deze antwoorden, tenzij het in de beleidslijn genoemde uitzonderingen betreft.


X Noot
1

Kamerstuk 33 605, nr. 13

X Noot
2

Kamerstuk 33 842, nr. 3

X Noot
3

Kamerstuk 30 080, nr. 78

X Noot
4

Kamerstuk 34 300-VI, nr. 6

X Noot
5

Kamerstuk 29 628, nr. 560

X Noot
6

Kamerstuk 33 930, nr. 21

Naar boven