32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 59 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 6 juli 2012

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen ter beantwoording voor te leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 18 juni 2012 inzake de reactie over het onderbrengen van tabakspreventie bij het Trimbos-instituut (Kamerstuk 32 793, nr. 56).

De op 29 juni 2012 toegezonden vragen zijn met de door de minister bij brief van 5 juli 2012 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Smeets

De adjunct-griffier van de commissie, Clemens

Inhoudsopgave

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II.

Reactie van de minister

7

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de minister over het onderbrengen van tabakspreventie bij het Trimbos-instituut. Genoemde leden moeten constateren dat het onderbrengen van de tabakspreventie bij het Trimbos-instituut goed past bij het beleid van deze minister en de keuzes die zij op het gebied van roken maakt. Vanuit het oogpunt van kostenefficiency snappen deze leden de overweging van de minister. Echter, STIVORO ontving naast subsidie van het ministerie, ook nog gelden van externe partijen. Deze investeringen in preventie van gebruik van tabak vallen nu weg. Waar zit de kostenefficiency als het verdwijnen van de externe investeringen wordt meegerekend? De leden van de fractie van de PvdA hebben bovendien vragen bij de onafhankelijkheid van het Trimbos-instituut. In hoeverre is het instituut onafhankelijk ten opzichte van het ministerie bij het doen van onderzoek, het geven van adviezen en het organiseren van preventiemaatregelen? Wat is op dit gebied de winst ten opzichte van het Trimbos-instituut? Deze leden hebben kunnen constateren dat STIVORO zeer kritische uitlatingen gedaan heeft aan het adres van de minister (onder andere in Zembla van 21 oktober 2012). Welke overwegingen zou de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of de minister van Tabak gehad hebben om de subsidie aan STIVORO stop te zetten?

De leden van de fractie van de PvdA maken zich zorgen om de middelen en kennis die verloren zullen gaan met het onderbrengen van preventie van tabaksgebruik bij het Trimbos-instituut. Genoemde leden moeten concluderen dat er minder mensen beschikbaar zullen zijn om zich in te zetten voor preventie van tabaksgebruik. Er wordt weinig kennis en expertise meegenomen uit STIVORO. Wat zijn hier de beweegredenen voor? Deze leden constateren dat in tegenstelling tot wat de minister in haar brief aan de Kamer stelt, het eerste overleg plaatsvond tussen kwartiermakers van het Trimbos-instituut en STIVORO. Deze leden constateren helaas dat er tussen juni 2011 en maart 2012 niets aan overdracht gebeurd is. Er is in maart 2012 een eenmalige extra subsidie gegeven aan het Trimbos-instituut om voor de start in 2013 kennis op te bouwen. Hoe hoog is deze subsidie? Hoe gaat deze subsidie ingezet worden? Hoe is in de periode van juni 2011 tot maart 2012 gewerkt aan een overdracht van de bestaande kennis bij STIVORO? Hoe gaat in een zodanig korte periode de kennisoverdracht vanuit STIVORO georganiseerd worden? Waarom is er niet meer en beter geïnvesteerd in betere kennisoverdracht vanuit STIVORO in plaats van een extra subsidie geven aan het Trimbos-instituut?

De leden van de PvdA-fractie hebben geconstateerd dat er problemen zijn met de infolijnen. Bij het Trimbos-instituut was het pas vanaf maart 2012 mogelijk om te starten met het inventariseren van de wijze waarop de informatielijn en basisvoorlichting over roken op dit moment georganiseerd worden. Er is nog geen concreet plan voor de infolijnen en basisvoorlichting. Hoe ziet de minister deze problemen? Wat gaat er gedaan worden om de kennisoverdracht te verbeteren en voor 2013 goed opgezette infolijnen en basisvoorlichting over roken te hebben? Zijn er op andere gebieden ook soortgelijke problemen met de kennisoverdracht? Wat gaat de minister aan deze problemen doen?

De leden van de PvdA-fractie willen ook graag van de minister weten welke taakstelling het Trimbos-instituut meekrijgt op het gebied van tabakspreventie. Welke doelstellingen heeft de minister concreet meegegeven aan het Trimbos-instituut? Hoeveel minder rokers zijn er over een aantal jaren dankzij de werkzaamheden van het Trimbos-instituut?

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de minister, waarin zij haar visie geeft op het proces van onderbrengen van tabakspreventie bij het Trimbos-instituut. Deze leden hebben altijd aangegeven voorstander te zijn van de integratie van tabakspreventie met alcohol- en drugspreventie. Daarbij is de regering bij motie van het lid Joldersma (Kamerstuk 32 793 nr. 26) opgeroepen om ervoor te zorgen dat bestaande kennis en expertise op het gebied van tabakspreventie bij STIVORO binnen het Trimbos-instituut wordt verankerd. Met het oog op deze aangenomen motie hebben de leden van de CDA-fractie nog een aantal vragen aan de minister.

In haar brief stelt de minister dat het besluit om tabakspreventie onder te brengen bij het Trimbos-instituut in juni 2011 genomen is. Dit willen de leden van de CDA-fractie niet bestrijden. De minister stelt ook dat vanaf die datum er geregeld overleg heeft plaatsgevonden tussen beide partijen. Van STIVORO vernemen genoemde leden dat het eerste contact tussen de kwartiermakers pas op 12 maart 2012 heeft plaatsgevonden. Wat is de reactie van de minister hierop? Hoe heeft de overdracht aan het Trimbos voorafgaand aan maart 2012 plaatsgevonden? Kan de minister concreet aangeven wat er tot op dit moment is overgedragen? Hoe monitort de minister de overdracht? Constateert de minister op dit moment problemen bij de overdracht?

Inmiddels hebben de leden van de CDA-fractie vernomen dat het Trimbos-instituut haar activiteiten op het gebied van tabakspreventie zal gaan bundelen binnen het Expertisecentrum Tabak. Op welke wijze is hierbij de expertise van STIVORO betrokken? Hoe beoordeelt de minister de voorlopige plannen van het Trimbos-instituut? Heeft de minister er vertrouwen in dat op deze manier de bestaande kennis en expertise van STIVORO voldoende geborgd zal worden binnen het Trimbos-instituut? Ook hebben deze leden vernomen dat het Trimbos-instituut is gestart met het opbouwen van een internationaal netwerk op het thema tabak. Hebben zij daarvoor contact gezocht met STIVORO, dat op dit moment al over een dergelijk internationaal netwerk beschikt?

Wat de leden van de CDA-fractie betreft gaat het hier over de borging van kennis en expertise, ongeacht met hoeveel mensen of fte dit gebeurt. Toch wijzen de eerste signalen erop dat het Trimbos-instituut met hetzelfde geld fors minder mensen en fte’s wil gaan inzetten op tabakspreventie. Kan de minister hierop een reactie geven? Kan de minister aangeven hoe de rest van het geld dan besteed wordt door het Trimbos-instituut?

Ten slotte geeft de minister aan dat het subsidiebedrag dat de verschillende fondsen in 2013 nog beschikbaar stellen aan STIVORO bestemd is voor andere activiteiten dan die STIVORO uitvoert voor VWS. Volgens STIVORO worden de middelen juist samen ingezet voor het in stand houden van de basisorganisatie (het expertisecentrum van STIVORO). Als dat waar is zou er in 2013 een versnippering van de middelen plaatsvinden. Kan de minister hierop een reactie geven? Welke «andere activiteiten» kan STIVORO volgens de minister uitvoeren met de middelen van de fondsen?

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie zijn ernstig verontrust over de dreigende teloorgang van de kennis en kunde van het kenniscentrum STIVORO en de ambities van dit kabinet inzake het terugdringen van het tabaksgebruik in Nederland. Ook de laatste brief van de minister stelt deze leden niet gerust.

Genoemde leden hebben een aantal vragen waarop zij graag een antwoord van de minister ontvangen.

  • 1. Klopt het dat in tegenstelling tot wat de minister schrijft niet vanaf juni 2011 overleg wordt gevoerd tussen STIVORO en het Trimbos maar dat pas op 12 maart 2012 het eerste overleg tussen deze twee organisaties heeft plaatsgevonden en er dus negen maanden niets is gebeurd?

  • 2. Kan de minister aangeven hoe de overdracht aan het Trimbos heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de inzet van de kwartiermakers in maart 2012?

  • 3. Kan de minister bevestigen dat 40 jaar ervaring niet in zo'n korte periode van slechts enkele maanden over te dragen is aan een organisatie die de kennis noch de organisatorische infrastructuur op dit gebied heeft om deze verantwoordelijkheid over te nemen?

  • 4. Kan de minister inzage geven in hoe precies het proces van overdracht heeft plaatsgevonden tot nu toe? Hoe is het proces vormgegeven, welke randvoorwaarden zijn gecreëerd en wat is concreet op dit moment overgedragen?

  • 5. De minister stelt dat binnen de subsidie voor 2012 eventuele eerdere afronding van projecten door STIVORO mogelijk is. Echter, dit blijkt niet uit de subsidiebeschikkingen.  De gesubsidieerde projecten van STIVORO voor 2012 lopen tot en met 31 december. De activiteiten gepland in deze periode moeten in het kader van de juiste besteding van de subsidies op juiste wijze worden afgerond. Bij het voortijdig afbreken van deze activiteiten, zou er discontinuïteit optreden in programma’s zoals beantwoording van telefonische hulplijn, basisvoorlichting en monitoring. Hier is niemand bij gebaat; noch het zorgveld, noch de roker, noch de samenwerkingspartners nationaal en internationaal. Sterker nog, STIVORO zou in gebreke blijven en zelfs juridisch hierop kunnen worden aangesproken. Derhalve hebben deze leden de volgende vraag: Wat is volgens de minister de ruimte die STIVORO heeft voor de overdracht, binnen de geaccordeerde subsidieplannen, naast deze plannen of in plaats van deze plannen? Hoe en wanneer is dat formeel  gecommuniceerd naar STIVORO?

  • 6. De minister geeft aan dat al in 2012 één infolijn voor alcohol, drugs en tabak zal worden gerealiseerd. Helaas is dat niet reëel. STIVORO heeft zelf in juli 2011 bij het Trimbos aangegeven dat de integratie van de infolijnen mogelijk als eerste zou kunnen worden gestart. STIVORO heeft zelf in november geprobeerd het gesprek met de betreffende programmaleidster van het Trimbos te starten. Bij het Trimbos-instituut was het echter pas vanaf maart 2012 mogelijk om te starten met een inventarisatie van de wijze waarop thans de informatielijn en basisvoorlichting op het gebied van roken worden vormgegeven. Uit die inventarisatie blijkt de overdracht van de informatielijnen veel moeilijker dan gedacht. Tot op dit moment gaan de gesprekken tussen het Trimbos en STIVORO nog steeds over de overeenkomsten en verschillen, maar een concreet plan wordt ondanks herhaaldelijk aandringen van STIVORO niet opgeleverd. De overdracht ten aanzien van de informatielijnen en basisvoorlichting is van alle onderwerpen nog het meest gevorderd. Het proces baart deze leden grote zorgen omdat het kenmerkend is voor de inzet en de wijze waarop de kennisborging en -overdracht thans plaatsvinden. Hoe monitort de minister de overdracht en op welke wijze zijn haar ambtenaren hier actief bij betrokken?

  • 7. Hoe ziet de minister de ontstane problemen inzake de infolijnen, het instrument om laagdrempelig gerichte informatie te bieden?

  • 8. Kan de minister aangeven welke andere mogelijke problemen zich op dit moment voordoen qua overdracht?

  • 9. Welke taakstelling geeft de minister het Trimbos-instituut mee? Minder rokers, meer kennis over de schadelijkheid van roken? Welke kwantitatieve en/of kwalitatieve doelstellingen heeft de minister concreet meegegeven aan het Trimbos?

  • 10. Inmiddels hebben deze leden begrepen dat het Trimbos op 26 juni aan STIVORO vier vacatures heeft geleverd waarop naast interne Trimbos kandidaten ook medewerkers van STIVORO kunnen reageren. Het gaat in totaal om 3,4 fte en om jaarcontracten. Kan de minister aangeven of dit klopt?

  • 11. Kan de minister aangeven hoe het kan dat zo weinig expertise wordt meegenomen vanuit het bestaande expertisecentrum?

  • 12. Kan de minister aangeven waarom het Trimbos slechts tijdelijke contracten aanbiedt – het is toch de bedoeling dat tabaksontmoediging na 2013 doorgaat?

  • 13. Kan de minister een kostenvergelijking qua personeelslasten presenteren tussen STIVORO en het Trimbos-instituut als het gaat om de inzet van mensen nu en in de toekomst? Waar zit de efficiencywinst?

  • 14. Inmiddels heeft het Trimbos-instituut via de media een plan gepubliceerd over de media inzake het nieuwe expertisecentrum. Op welke wijze is hierbij de expertise van STIVORO betrokken?

  • 15. Was STIVORO een partner bij het opstellen van de plannen en was STIVORO voor publicatie geïnformeerd over deze plannen? Zijn andere relevante stakeholders (zoals de gezondheidsfondsen en het Partnership Stop met Roken) geraadpleegd bij het opstellen van de plannen voor het nieuwe expertisecentrum? Waren deze stakeholders voor publicatie geïnformeerd over deze plannen?

  • 16. Wat is de mening van de minister over het plan van aanpak? Deelt zij de mening dat het onverstandig en ongeloofwaardig is dat stakeholders en gesprekspartners via de media worden geïnformeerd over de plannen van het Trimbos?

  • 17. Het Trimbos is de afgelopen maanden begonnen met het opbouwen van een internationaal netwerk op het thema tabak. Is de minister bekend met het feit dat het Trimbos hierbij geen contact heeft gezocht met STIVORO dat internationaal wordt gekend als hét Nederlandse expertisecentrum en dat het internationale netwerk hier bezorgd op heeft gereageerd?

  • 18. Is de minister op de hoogte van het feit dat vanuit dit internationale netwerk er stevige kritiek is over de wijze waarop het Trimbos tabaksontmoedigingsbeleid wil gaan vormgeven? Bijvoorbeeld gezaghebbende internationale deskundigen op dit gebied, zoals professor dr. Geoffrey Fong en professor dr. Stanton Glantz, verbazen zich over de focus van het plan die niet aansluit bij de internationale evidence. Wat is de reactie van de minister hierop? Hoe communiceert de minister zelf naar dit internationale netwerk (waaronder de WHO) over de veranderingen die zich voordoen in Nederland?

  • 19. KWF Kankerbestrijding, de Hartstichting en het Astmafonds hebben volgens de minister in 2011 besloten tot de afbouw en uiteindelijk stopzetting van hun subsidie aan STIVORO. Klopt het dat zowel het jaartal als het feit onjuist zijn? Kloppen de volgende opmerkingen: In 2009 hebben de fondsen besloten vanaf 2014 slechts het model van de basisfinanciering te stoppen omdat zij tabaksontmoediging op een andere wijze wilden gaan vormgeven. Inmiddels is een nieuwe Alliantie Nederland Rookvrij! opgericht, welke op dit moment wordt ondersteund door STIVORO. Momenteel vinden gesprekken plaats hoe STIVORO de fondsen/de Alliantie Nederland Rookvrij! kan ondersteunen in de toekomst. STIVORO ontvangt van de fondsen in 2013 een substantieel bedrag voor het in stand houden van het expertisecentrum. De subsidie die STIVORO in 2013 van de fondsen krijgt is ten opzichte van 2012 niet teruggebracht maar geïndexeerd en bedraagt 1,2 miljoen euro. Al decennialang worden de middelen van de fondsen samen met die van VWS ingezet voor het in stand houden van de basisorganisatie – het expertisecentrum STIVORO. De stelling van de minister dat deze middelen van de fondsen voor andere activiteiten worden ingezet dan de middelen van VWS is dus niet juist. In 2012 bedragen de kosten van het expertisecentrum 1,1 miljoen euro, voor 50% gefinancierd door VWS en voor 50% door fondsen.

  • 20. Wat vindt de minister van de versnippering die vanaf 2013 dreigt te ontstaan doordat de middelen worden verdeeld over twee verschillende expertisecentra in Nederland? Dit lijkt een onwenselijke situatie, te meer daar de minister juist publiek-private samenwerking wil bevorderen en activiteiten wil bundelen. Hoe staat de minister hierin?

  • 21. Deelt de minister de conclusie van deze leden dat het verstandig is een pas op de plaats te maken en te streven naar tabakspreventie en een kennisinstituut dat ook gedragen wordt door de experts op dit terrein?

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie kijken met bezorgdheid naar de ontwikkelingen rondom het onderbrengen van tabakspreventie bij het Trimbos-instituut. Deze leden vinden het van groot belang dat de beschikbare kennis over tabakspreventie behouden blijft. Graag maken deze leden van de gelegenheid gebruik om enkele vragen te stellen.

De leden van de D66-fractie vernemen graag van de minister op basis van welke criteria zij de overdracht van kennis op het gebied van tabakspreventie naar het Trimbos-instituut als geslaagd beschouwt.

De leden van de D66-fractie constateren dat de minister aangeeft dat de kennisoverdracht tussen STIVORO en het Trimbos-instituut al vanaf juni 2011 plaatsvindt via regelmatig overleg. Genoemde leden hebben echter signalen ontvangen dat deze overdracht pas ruim een half jaar later in maart 2012 is gestart. Kan de minister aangeven hoeveel overdrachtsmomenten er in de periode juni 2011-maart 2012 hebben plaatsgevonden?

De leden van de D66-fractie constateren dat de minister aangeeft dat dit jaar al een integratie zal plaatsvinden als het gaat om één infolijn voor alcohol, drugs en tabak. Deze leden vernemen graag in welk stadium deze integratie verkeert en of er al een concreet integratieplan is gerealiseerd. Komt er daadwerkelijk één infolijn? In hoeverre wordt digitale informatievoorziening bij dit plan betrokken? Kan de minister aangeven in welk stadium de integratie van digitale informatieverschaffing verkeert?

De leden van de D66-fractie stellen vast dat het Trimbos de afgelopen maanden is begonnen met het opbouwen van een nationaal en internationaal netwerk rondom het thema tabak. Kan de minister aangeven hoever deze opbouw gevorderd is? In hoeverre vindt er in dit proces een kennisoverdracht plaats met STIVORO?

Tot slot vragen de leden van de D66-fractie of er ook daadwerkelijk personele overdracht plaatsvindt van STIVORO naar het Trimbos? Zo ja, in welke mate is daar sprake van?

II. REACTIE VAN DE MINISTER

Vragen en opmerkingen vanuit de PvdA-fractie

De PvdA vraagt hoe het zit met de kostenefficiency als de investeringen van externe partijen wegvallen. STIVORO ontvangt nu nog subsidie van KWF Kankerbestrijding, Hartstichting en Astmafonds. Zoals aangegeven in de brief aan de Kamer van 18 juni jl., hebben de Fondsen al eerder dan VWS besloten tot afbouw van de subsidie aan STIVORO. Het huidige kabinetsbesluit tot bundeling van preventie bij het Trimbos staat daar los van. Overigens investeren de Fondsen nog steeds in tabakspreventie, maar op een andere manier. De Fondsen hebben ervoor gekozen zelf meer zichtbaar te zijn op het onderwerp tabakspreventie, onder andere via eigen campagnes. Ook zijn er gesprekken gaande tussen de Fondsen en het Trimbos-instituut. De Fondsen kunnen gebruik maken van het Trimbos als landelijk kennisinstituut op het gebied van tabak.

De zorgen over de onafhankelijkheid van het Trimbos-instituut deel ik niet. Het Trimbos-instituut is een (internationaal) gerenommeerd wetenschappelijk, kritisch en onafhankelijk instituut. Deze onafhankelijke expertise heeft Trimbos opgebouwd op het gebied van alcohol en drugs en zal dat o.a. ook doen op het gebied van tabak.

Ik deel uw constatering niet dat er weinig kennis en expertise wordt meegenomen uit STIVORO. De hoeveelheid kennis en expertise laat zich niet alleen vertalen in aantallen Stivoro-medewerkers die worden aangenomen door het Trimbos, maar ook in de kennisoverdracht in een periode van 18 maanden vanuit het hele tabakspreventieveld. Uw constatering dat er tussen juni 2011 en maart 2012 niets aan overdracht is gebeurd, is niet juist. Trimbos en STIVORO voeren al vanaf juni 2011 overleg. In de brief van 8 juni jl. heb ik aangegeven dat het Trimbos een subsidie heeft gekregen van ruim € 147 000 voor de voorbereiding. Ik heb ook STIVORO alle benodigde tijd en middelen gegeven om zich in te zetten voor de kennisoverdracht.

De door de fracties van PvdA, SP en D66 geschetste problemen met de integratie van de Roken Infolijn in de Alcohol- en Drugsinfolijn herken ik niet. Zoals ik eerder heb aangegeven vindt de integratie van de infolijnen in de loop van 2012 plaats. Dit gebeurt in fases en verloopt volgens planning. Op dit moment is het Trimbos instituut in samenwerking met Stivoro hier druk mee bezig. Volgens de planning is in 2012 gewerkt aan een goed overzicht van de werkwijze van zowel Trimbos als Stivoro. Vervolgens is gewerkt aan een degelijk integratieplan en zal een start worden gemaakt met de integratie. De overleggen over de integratie van de infolijnen verlopen in een goede sfeer met alle medewerking van beide partijen.

De integratie houdt in dat er één back office komt voor de drie infolijnen, die alle drie wel hun eigen nummer behouden. De front office wordt samengevoegd met de Alcohol en Drugs Infolijn. Er is straks één team verantwoordelijk voor de eerste afhandeling van alle informatieverzoeken. Door het vormen van één back office is het mogelijk de lijnen een goede bezetting te geven en efficiënter met de beschikbare middelen om te kunnen gaan. Dit leidt ertoe dat ondanks de subsidiekortingen op zowel de Alcohol- en Drugsinfolijn als op de Tabaksinfolijn de informatievoorziening op een wenselijk niveau kan worden gehouden. De geïntegreerde lijn gaat in 2013 bij het Trimbos van start.

Het Trimbos instituut heeft met de huidige infolijnen reeds jarenlange ervaring opgedaan met de inzet van digitale informatieverschaffing. Publieksinformatie van het Trimbos instituut werkt multimediaal en zet een scala aan kanalen in om diverse specifieke doelgroepen te bereiken, bijvoorbeeld via digitale social media als internetfora, Linkedin, Twitter etc. Dit zal ook worden toegepast voor de voor de geïntegreerde infolijn.

Ik ga ervan uit dat hiermee ook de vragen van de SP-fractie (vraag 6 en 7) en de D66-fractie over de infolijnen zijn beantwoord.

De doelstellingen die het Trimbos-instituut heeft meegekregen passen bij de uitgangspunten zoals beschreven in de Landelijke nota gezondheidsbeleid. Volgens de lijn van de nota Gezondheid Dichtbij worden de activiteiten gericht op het voorkomen van alcohol, tabak- en drugsgebruik gebundeld. Onder andere scholen, GGD’en en de JGZ hebben aangegeven hieraan veel meer behoefte te hebben dan aan specifieke interventies op het gebied van roken alleen. De activiteiten liggen onder andere op het gebied van weerbaar maken van jongeren, gebruik van social media, monitoring van trends en het adviseren en informeren van burgers. Een daling in het percentage rokers is een beleidsdoel voor VWS. Het Trimbos draagt bij aan dit beleidsdoel, maar hier spelen ook andere factoren en maatregelen, zoals wetgeving en prijzen. Ook aan STIVORO heeft VWS dergelijke doelstellingen niet meegegeven. Ik ga ervan uit dat hiermee ook vraag 9 van de SP is beantwoord.

Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie

Ik ben verheugd over de steun van het CDA bij de integratie van tabakspreventie met alcohol- en drugspreventie.

Het CDA heeft enkele vragen gesteld over de wijze waarop kennisoverdracht plaatsvindt. Het klopt niet dat het eerste contact over de kennisoverdracht pas in maart 2012 zou zijn geweest. In maart 2012 is het budget voor de voorbereidingen officieel toegekend aan het Trimbos. Direct na het presenteren van de gezondheidsnota heeft VWS beide organisaties gemeld dat per januari 2013 de subsidie aan STIVORO stopt en (na bezuinigingen) overgaat naar het Trimbos. Het Trimbos en STIVORO hebben snel daarna het overleg gestart en inmiddels meerdere gesprekken gevoerd, zowel in 2011 als 2012. Ook over de opbouw van het (internationale) netwerk.

VWS heeft, zowel met STIVORO als met het Trimbos-instituut, geregeld overleg over de voortgang van de overdracht. Op basis van de conceptplannen van het Trimbos instituut ben ik positief over de invulling die aan het programma wordt gegeven. Het Trimbos-instituut heeft aangegeven geen problemen te hebben met de periode van 18 maanden om zich voor te bereiden op de nieuwe taken, juist omdat ze goed aansluiten bij de huidige kennis en organisatorische infrastructuur.

In september zal het Trimbos instituut, net als de andere thema-instituten op het gebied van leefstijl, volgens de gangbare procedures, de definitieve aanvraag voor de subsidie voor 2013 indienen, inclusief tabakspreventie.

STIVORO heeft wel geprobeerd via juridische procedures uitstel en uiteindelijk afstel af te dwingen. Overigens heeft de rechtbank in Den Haag in haar uitspraak op 30 juni VWS op alle punten in het gelijk gesteld, zowel wat betreft de procedure, de termijn en de motivering van het besluit. Ik verwacht daarom geen problemen met de verdere overdracht. Ik ga ervan uit dat hiermee ook de vragen van de D66 en SP fractie (1 t/m 4) over kennisoverdracht zijn beantwoord.

Het Trimbos-instituut zal door de bezuinigingen minder budget hebben voor tabakspreventie dan STIVORO had. Er zal daarom meer geprioriteerd en efficiënter gewerkt moeten worden. Ik leg daarbij de focus op jeugd. Maar door een goede inbedding van de tabakspreventie in bijvoorbeeld de infolijn, de monitorings- en onderzoeksactiviteiten en in de schoolpreventieprogramma’s, kan juist het Trimbos-instituut nog relatief veel inzet leveren op tabakspreventie. Daarvoor worden niet alleen enkele medewerkers van STIVORO aangenomen, maar ook eigen medewerkers ingezet.

Een deel van de instellingssubsidie van VWS aan STIVORO betrof de basisfinanciering voor het in stand houden van het expertisecentrum. Aan die basisfinanciering betalen ook de Fondsen mee. De Fondsen hebben eerder en onafhankelijk van VWS besloten tot een «afbouwcontract», tot en met 2013. Daarnaast heeft STIVORO in opdracht van de Fondsen ook lobbyactiviteiten uitgevoerd en diverse projecten gedaan en daarvoor financiering gekregen van de Fondsen. VWS heeft naast de basisfinanciering ook nog andere instelling- en projectsubsidies verstrekt, onder andere voor de monitoring, voorlichtingsactiviteiten en ondersteuning van lokaal gezondheidsbeleid op het gebied van roken. Deze taken worden overgenomen door het Trimbos. Ik ga ervan uit dat hiermee ook vraag 19 van de SP-fractie is beantwoord. VWS heeft altijd een veel groter deel van de activiteiten en dus de kosten van STIVORO gefinancierd, het door de SP fractie aangehaalde bedrag betrof alleen de ongeoormerkte basisfinanciering.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De SP fractie vraagt naar de afronding van projecten dor STIVORO. Een eventuele eerdere afronding van de projecten van STIVORO is wel mogelijk. Dit is aangegeven in de subsidiebeschikkingen voor 2012, in de periodieke overleggen en bevestigd voor de rechtbank tijdens de zitting voor het beroep dat STIVORO had ingesteld (vraag 5 en 8).

De SP heeft verder vragen gesteld over de betrokkenheid van STIVORO bij de overdracht (vraag 10 tot en met 16). VWS is niet verantwoordelijk voor het personeelsbeleid dat gesubsidieerde instellingen voeren, dat geldt ook voor het Trimbos-instituut en STIVORO. Het is aan het Trimbos-instituut om ervoor te zorgen dat de benodige kennis en expertise wordt opgebouwd voor het uitvoeren van de nieuwe taken. Deels gebeurt dit door het aannemen van enkele medewerkers van STIVORO, deels door het «inwerken» van eigen mensen. Daarnaast voert het Trimbos uitgebreid overleg met STIVORO en andere relevante partijen (aangegeven in de brief van 8 juni aan de Kamer).

In overleg met VWS heeft het Trimbos-instituut een persbericht uitgedaan waarin de plannen kort uiteengezet werden. Het is belangrijk dat alle partijen in het veld het Trimbos-instituut vanaf januari 2013 weten te vinden als expertisecentrum, ook op het gebied van tabak. Dit persbericht is zorgvuldig opgesteld en voor de publicatie toegestuurd aan de partners waar Trimbos overleg mee voert over tabakspreventie; het Partnership Stop met Roken en de Alliantie Nederland Rookvrij, waar ook Stivoro deel van uitmaakt.

De ongerustheid van internationale deskundigen die de SP fractie aanhaalt, is mede ontstaan door berichtgeving vanuit STIVORO waarbij alleen wordt gemeld dat de subsidie aan STIVORO stopt, zonder te vermelden dat het Trimbos-instituut voortaan tabakspreventie zal vormgeven als onderdeel van zijn taken op het gebied van preventie van middelengebruik. VWS communiceert periodiek over de stand van zaken in het tabaksontmoedigingsbeleid naar de WHO (vragen 17 en 18).

De Fondsen hebben ervoor gekozen zelf meer zichtbaar te zijn op het onderwerp tabakspreventie (al dan niet in Alliantieverband) onder andere via eigen campagnes. Ook zijn er gesprekken gaande tussen de Fondsen en het Trimbos-instituut. VWS vervult hierin geen rol, de Fondsen bepalen vanzelfsprekend hun eigen koers. Op onderdelen werkt VWS met de Fondsen samen, onder andere bij de rookvrije schoolpleinen. Ook kunnen de Fondsen gebruik maken van het Trimbos als landelijk kennisinstituut op het gebied van tabak. De bundeling van alcohol-, tabaks- en drugspreventie is juist bedoeld om versnippering tegen te gaan (vraag 20).

Een pas op de plaats is niet aan de orde; gezien de uitspraak van de rechtbank en het feit dat het Trimbos draagvlak heeft bij nationale en internationale experts (vraag 21).

Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

De leden van de D66-fractie vragen wanneer de kennisoverdracht als geslaagd wordt beschouwd. Op basis van de conceptplannen ga ik ervan uit dat vanaf 2013 de monitoring, het adviseren en informeren van burgers, het delen van wetenschappelijke informatie en het bevorderen van een gezonde leefstijl op het gebied van roken op een goede manier worden vormgegeven door het Trimbos-instituut. Op al deze deelterreinen vindt kennisoverdracht plaats.

De D66-fractie vraagt hoe het staat met de opbouw van het nationale en internationale netwerk. Zoals aangegeven in de brief van 8 juni, voert het Trimbos nu al geregeld overleg met relevante partijen zoals het Centrum Gezond Leven, GGD Nederland, Stichting Rookpreventie Jeugd, KWF Kankerbestrijding, Astmafonds, Hartstichting, het Partnership Stop met roken, de Alliantie Rookvrij Nederland en natuurlijk STIVORO. Het internationale netwerk van Trimbos sluit deels al goed aan bij de nieuwe taken (contacten WHO, ESPAD studies, EMCDDA) en wordt verder uitgebouwd (inmiddels is contact gelegd met diverse internationale universiteiten en topinstituten waaronder Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health, Harvard School of Public Health, University of California San Francisco). Tevens heeft kennisoverdracht vanuit STIVORO plaatsgevonden over internationale netwerken waar STIVORO lid van is.

Ten slotte vraagt de D66-fractie of er sprake is van personele overdracht. Het Trimbos-instituut is zelf verantwoordelijk voor het personeelsbeleid, net als STIVORO. De gesprekken over het overnemen van medewerkers lopen op dit moment. Ik hoop dat beide organisaties de rust wordt gegund om deze gesprekken in alle zorgvuldigheid te laten plaatsvinden.

Naar boven