32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 85 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juli 2015

Hierbij reageren wij op uw verzoek om de Kamer per omgaande te informeren over de berichtgeving zoals opgenomen op de website www.privacybarometer.nl. Ook zal ik in deze brief ingaan op de vragen die u aanvullend gesteld heeft.

In antwoord op Kamervragen van het lid Kooiman van 8 april jl. (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 2063) hebben wij aangegeven dat wij van mening zijn dat de Jeugdwet thans al de mogelijkheid biedt voor de gemeente, in paragraaf 7.4, om persoonsgegevens te verwerken, niet alleen ten behoeve van het verzamelen van beleidsinformatie, maar ook voor de uitvoering van de Jeugdwet zelf. Deze persoonsgegevens mogen ook – uiteraard slechts voor zover noodzakelijk – het bsn en medische gegevens omvatten. Artikel 7.4.3 van de Jeugdwet verplicht de jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen om hun medisch beroepsgeheim te doorbreken, als dat noodzakelijk is om persoonsgegevens aan de gemeente te verstrekken.

Het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) heeft echter per brief van 16 maart 2015 aangegeven dat het van oordeel is dat de Jeugdwet niet voorziet in een bepaling die specifiek ziet op het verstrekken van persoonsgegevens door een jeugdhulpaanbieder aan de gemeente t.b.v. de financiële afwikkeling van declaraties. Naar aanleiding van deze brief hebben wij voorgesteld de Jeugdwet aan te passen via het wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 (Kamerstuk 34 191).

Bij brieven van 13 mei 2015 aan de bewindslieden van VWS en VenJ, met cc. aan de Tweede Kamer, en aan de VNG, GGZ Nederland en Jeugdzorg Nederland, heeft het Cbp gemeld nog niet tevreden te zijn met de voorgestelde aanpassingen. Het belangrijkste bezwaar was dat niet expliciet geregeld wordt welke persoonsgegevens de jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen aan de gemeenten moeten leveren voor de bekostiging en de controle van jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Deze brieven hebben ook tot vragen van uw Kamer geleid. Om ieder misverstand daarover te voorkomen, en duidelijkheid te verschaffen aan alle betrokkenen hebben wij besloten tegemoet te komen aan de bezwaren van het Cbp en zullen wij zeer spoedig een met het Cbp afgestemde tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 indienen, waarmee een nog explicietere basis voor de verstrekking (door aanbieders en gecertificeerde instellingen) en verwerking (door gemeenten) in de Jeugdwet zal worden opgenomen.

Het Cbp gaf in zijn brieven ook aan te zullen gaan handhaven: zolang de Jeugdwetbepalingen via de Veegwet niet in de door het Cbp gewenste zin gewijzigd zouden zijn, zouden geen persoonsgegevens op de factuur vermeld mogen worden. Facturen die gemeenten al ontvangen hadden, zouden niet mogen worden uitbetaald. Hierdoor dreigde een situatie te ontstaan waarin de jeugdhulp niet meer gedeclareerd of betaald kon worden, met als risico dat aanbieders en gecertificeerde instellingen financiële problemen zouden krijgen en er problemen zouden kunnen ontstaan in het aanbod van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.

Op 25 juni 2015 is in bestuurlijk overleg met het Cbp en de VNG afgesproken, dat vooruitlopend op de inwerking van de Veegwet en de definitieve ministeriële regeling gegevens voor de bekostiging van de jeugdhulp kunnen worden gewisseld. Hiervoor dient dan wel een tijdelijke ministeriële regeling opgesteld te worden met regels over welke gegevens op de factuur mogen komen. Deze tijdelijke regeling geeft enerzijds duidelijkheid aan het veld en geeft anderzijds beperkingen aan, opdat zo min mogelijk gegevens worden uitgewisseld. Het gaat om een noodzakelijke set gegevens, dus niet om hele medische dossiers. De gegevensuitwisseling, die met de tijdelijke regeling wordt toegestaan, is niet ruimer dan de gegevensverstrekking die voorheen in het kader van de Zorgverzekeringswet en de Awbz gangbaar was, en op dit moment in de volwassenen-GGZ gangbaar is. Voorts wordt in de tijdelijke ministeriële regeling voor jeugdigen die een ggz-behandeling hebben gehad, de «opt out»-regeling die reeds voor de volwassenen-ggz geldt, overgenomen. Maakt een jeugdige of degene die het gezag over hem uitoefent daarvan gebruik, dan wordt er geen enkele diagnose-informatie bij de declaratie gemeld en moet de gemeente de declaratie toch betalen.

Wij hebben uw Kamer over deze situatie geïnformeerd bij brief van 6 juli 2015 (voortgang gedecentraliseerd jeugdstelsel, Kamerstuk 31 839, nr. 480).

De tijdelijke regeling is inmiddels in concept gereed en is met het jeugdhulpbranches, de VNG en cliëntenorganisaties besproken. Daarnaast is het concept van de tijdelijke regeling aan het Cbp ter advies voorgelegd. Het Cbp heeft per brief van 10 juli jl. laten weten geen bezwaar te maken tegen deze regeling1, gegeven de ontstane situatie en onder strikte voorwaarden. Die voorwaarden zullen wij opvolgen. Een van die voorwaarden is dat de inhoud van de tijdelijke regeling moet zijn afgestemd met vertegenwoordigers van jeugdhulpverleners en gemeenten. Zij moeten gezamenlijk kunnen instemmen met de in de tijdelijke regeling opgenomen minimaal benodigde gegevens. De jeugdhulpbranches en de VNG hebben inmiddels aangegeven in te stemmen met de regeling.

De basis voor de regeling is onder meer artikel 7.3.11, vijfde lid, Jeugdwet. Dit artikel ziet niet alleen op beveiliging van gegevens, maar ook op de wijze waarop de verwerking plaatsvindt van gegevens door en de uitwisseling van gegevens tussen het college, de jeugdhulpaanbieders, de gecertificeerde instellingen en de raad voor de kinderbescherming. De ministeriële regeling krijgt terugwerkende kracht zodat de gemeenten de declaraties dan alsnog rechtmatig kunnen betalen, ook al zijn deze ingediend voor inwerkingtreding van de regeling.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven