32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 177 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2020

Tijdens het plenair debat over de begroting Justitie en Veiligheid1 (Handelingen II 2020/21, nr. 30, debat over de begroting Justitie en Veiligheid 2021) heb ik de toezegging gedaan voor de Kerst te reageren op de aangehouden motie van het lid Yesilgöz-Zegerius c.s. over openbare registers waarin huisadressen voorkomen zo af te schermen dat deze alleen door het bevoegd gezag kunnen worden ingezien (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 36). Ik heb toegezegd hierop terug te komen nadat ik hierover in overleg ben getreden met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

Ik ontraad genoemde motie over huisadressen in openbare registers. Hieraan liggen de volgende overwegingen ten grondslag.

In het economisch en maatschappelijk verkeer is een goede balans tussen toegankelijkheid in het belang van de rechtszekerheid enerzijds en bescherming van de persoonsgegevens inclusief veiligheidsaspecten anderzijds cruciaal. Onder verwijzing naar de brief van de Minister van BZK van 29 juni 20182 – ingaande op de toegankelijkheid van persoonsgegevens via het Kadaster – acht ik de huidige balans passend.

Het genoemde belang van een goede balans is ook het uitgangspunt ten aanzien van de Handelsregisterwet 2007. De openbaarheid van het vestigingsadres bevordert de rechtszekerheid van derden in het economisch verkeer. Naast het vestigingsadres is van ondernemers zonder rechtspersoon (eenmanszaak, maatschap, vof, cv) op dit moment ook het privéadres zichtbaar in het handelsregister opgenomen, omdat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van hun onderneming. Ondernemers waarvan het privéadres openbaar is, kunnen dit laten afschermen als deze openbaarheid kan leiden tot een bedreigende situatie. Hier wordt door de Kamer van Koophandel specifiek op gewezen.

De Staatssecretaris van EZK heeft u in het schriftelijk overleg over Ondernemen en Bedrijfsfinanciering3 geschreven dat de Kamer van Koophandel op korte termijn kan overgaan tot het afschermen van woonadresgegevens. In het handelsregister zijn woonadressen dan nog altijd wel opgenomen, maar ze zijn niet meer openbaar. Er geldt een uitzondering voor autoriteiten die een gerechtvaardigde grond hebben om ze te raadplegen, bijvoorbeeld deurwaarders. Indien het woonadres van de ondernemer gelijk is aan het vestigingsadres van de onderneming, dan blijft het adres echter zichtbaar in het handelsregister als vestigingsadres. Dit is de strekking van de aanpassing van het Handelsregisterbesluit 2008 die in voorbereiding is. Verder wordt door middel van nieuwe gebruiksvoorwaarden voor handelsregisterinformatie ook het gebruik van adresgegevens door derden strikter gereguleerd, om de privacy van geregistreerde personen beter te beschermen.

De kenbaarheid van het vestigingsadres is noodzakelijk voor juridische handelingen zoals het laten betekenen van een dagvaarding. Daarnaast speelt het adres een rol in de «due dilligence» van potentiële zakelijke relaties. Zij kunnen dan, in combinatie met andere openbare bronnen, vaststellen of de informatie met betrekking tot de onderneming een logisch en consistent, en daarmee betrouwbaar, beeld oplevert. Een onlogische vestigingsplaats, bijvoorbeeld een autoschade-herstelbedrijf op de derde verdieping van een flatgebouw, moet vragen oproepen. Hetzelfde geldt ook voor grote cumulaties van inschrijvingen op eenzelfde adres, tenzij het evident een bedrijfsverzamelgebouw betreft. Deze mogelijkheid tot verificatie heeft daarmee een belangrijke preventieve werking ten behoeve van het voorkomen van oplichting en andere criminele activiteiten.

Niet alle ondernemingen hebben naar hun aard een specifieke fysieke inrichting nodig, zoals een winkel of een werkplaats. Veel dienstverleners zijn voor hun werk niet afhankelijk van een vaste werkplek of werken bij klanten. Dan nog kan de ondernemer de keuze maken voor een ander vestigingsadres van zijn onderneming dan zijn woonadres. Het ligt primair op de weg van de ondernemer zelf om te overwegen hoe dicht hij zijn zakelijke en persoonlijke omgeving aan elkaar verknoopt. Wanneer hij zijn privésfeer sterk wil afschermen, om welke reden dan ook, is dat iets waar hij bij de keuze van een vestigingsadres rekening mee moet houden. De praktijk biedt hiervoor verschillende oplossingen, zoals een vestiging bij een domicilieverlener. Zo biedt de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) leden die online of fysiek bedreigd worden de mogelijkheid gebruik te maken van het vestigingsadres van de NVJ4.

Met het belang van de goede balans tussen toegankelijkheid in het belang van de rechtszekerheid en bescherming van de persoonsgegevens inclusief veiligheidsaspecten en de bestaande mogelijkheden tot afscherming kom ik tot het oordeel de ingediende motie te moeten ontraden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstukken II 2019–2020, 35 570 VI.

X Noot
2

Kamerstukken II 2017–2018, 32 761, nr. 123.

X Noot
3

Kamerstukken II 2019–2020, 32 367, nr. 381, antwoord op vraag 16.

Naar boven