32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 108 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2016

Hierbij bied ik u, mede namens de Ministers van Veiligheid en Justitie (V&J) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het rapport aan van de expertgroep big data en privacy1. Deze werd in het leven geroepen naar aanleiding van de brief aan uw Kamer van 19 november 2014 over big data, profilering en privacy 2. De opdracht van de expertgroep luidde: «de relatie tussen big data en profilering en de bescherming van grondrechten verder te verkennen en oplossingsrichtingen uit te werken voor het verenigen van twee doeleinden: benutten van de mogelijkheden van big data enerzijds en het behoud van het vertrouwen van de samenleving in het internet anderzijds.»

De reikwijdte van de opdracht beperkte zich tot het gebruik van big data door het bedrijfsleven, en verschilde daarmee van die van het WRR-rapport «Big Data in een vrije en veilige samenleving» van 28 april 2016, dat zich hoofdzakelijk op het veiligheidsdomein richtte. De kabinetsreactie op dit rapport ontvangt u van de Ministers van V&J en BZK. Het gebruik van big data door het bedrijfsleven is een actuele casus in het streven van het kabinet naar toekomstbestendige wetgeving, waarover uw Kamer enkele brieven heeft ontvangen.3 Daarin heeft het kabinet aangegeven het belangrijk te vinden dat wet- en regelgeving voldoende ruimte biedt aan vernieuwing en innovatie, waarbij tegelijkertijd publieke belangen op een adequate manier geborgd dienen te worden.

De expertgroep was samengesteld uit vertegenwoordigers van de wetenschap en het bedrijfsleven, en heeft na haar start in de zomer van 2015 diverse gesprekken gevoerd met bedrijven en brancheorganisaties. De bevindingen zijn samengebracht in bijgaand rapport. Onderstaand geef ik mijn reactie op het rapport aan de hand van de belangrijkste onderdelen.

Big data en het wettelijke kader

Het rapport zet uiteen hoe het gebruik van (big) data invloed heeft op de privacy(beleving) en het vertrouwen van consumenten. Bij de bescherming van privacy speelt wetgeving een belangrijke rol. De nieuwe Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) – die vanaf 25 mei 2018 van toepassing wordt – legt de regels voor de verwerking van persoonsgegevens voor de toekomst vast. Zij scherpt bestaande regels aan en snijdt ze beter toe op actuele ontwikkelingen. Over de uitkomst van de onderhandelingen over deze wetgeving bent u bij brief van 7 januari 2016 geïnformeerd door de Minister van V&J4.

In de gesprekken die de expertgroep voerde bleek dat vooral onbekendheid met en onzekerheid over de toepassing en implicaties van wettelijke eisen bedrijven die data (willen) verwerken parten speelt. Het rapport komt hun daarin tegemoet en biedt een overzicht van de belangrijkste wettelijke eisen. De expertgroep ziet een rol voor branche- en koepelorganisaties bij het verder vergroten van het bewustzijn van de wettelijke eisen. Deze organisaties kunnen recht doen aan de diversiteit van bedrijven en datatoepassingen. Het rapport beveelt aan om dialogen binnen een sector te organiseren waarin de problemen die bedrijven ervaren rond de ontwikkeling van nieuwe big-datatoepassingen kunnen worden geadresseerd. Daarbij zal in regel sprake moeten zijn van privaat-publieke organisatie van de dialoog. Het kabinet ziet de nut en noodzaak van deze dialogen en wil een stimulerende rol vervullen in de organisatie ervan. De dialogen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van gedragscodes hoe om te gaan met wettelijke eisen en van keurmerken en waarborgen voor de consument. Momenteel participeert de overheid al in enkele dialogen, zoals die binnen de mobiliteits- en energiesector. Het rapport ziet daarnaast een rol voor de toezichthouder om met (organisaties van) bedrijven mee te kunnen denken en richting te kunnen geven aan de invulling van de wettelijke kaders bij big-datatoepassingen.

De expertgroep constateert ook dat sommige wettelijke eisen als lastig en zelfs als onuitvoerbaar worden ervaren door bedrijven die met big data willen werken. Hieruit volgt de aanbeveling om experimenteerruimte te creëren zodat bedrijven kunnen verkennen welke diensten ze willen ontwikkelen zonder dit bij de verzameling van data al te moeten inschatten. Deze aanbeveling verdient- mits omkleed met passende waarborgen – overweging en ik zal daarom in overleg treden met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om te bezien welke mogelijkheden er zijn binnen de kaders van de wetgeving. Het rapport constateert ook dat de verwerking van gegevens zo complex kan zijn dat het moeilijk wordt om betrokkenen inzicht te geven in de logica ervan. Het rapport raadt daarom aan om meer kennis te ontwikkelen rondom de effecten van kunstmatige intelligentie en zelflerende systemen op de bejegening van individuen. Ik zal hierover overleg voeren met mijn ambtsgenoten van V&J, BZK en OCW.

Hoewel de expertgroep constateert dat wettelijke eisen onbekend en lastig kunnen zijn, wordt het belang van deze eisen niet in twijfel getrokken. De hoofdboodschap van het rapport is dat een verantwoorde verwerking van gegevens voordelen biedt aan alle partijen, zowel consumenten als bedrijven. Volgens de opstellers kan wetgeving juist als een prikkel fungeren om op verantwoorde wijze met persoonsgegevens om te gaan en daarin nationaal en internationaal zelfs onderscheidend te zijn. Deze boodschap ondersteunt de kabinetsvisie zoals verwoord in 2014: wetgeving stelt eisen en creëert soms spanning, maar vormt daarmee ook een belangrijke prikkel tot een zorgvuldige omgang met big data door bedrijven5. Deze zorgvuldige omgang draagt bij aan het behoud van vertrouwen dat nodig is om de kansen van big data op lange termijn te kunnen blijven benutten. In een omgeving die zich steeds bewuster wordt van privacy-risico’s ziet het kabinet bovendien concurrentievoordelen voor bedrijven die het wettelijk kader slim en zinvol weten toe te passen.

Oplossingsrichtingen

Het rapport geeft als praktische handreiking diverse concrete voorbeelden van maatregelen die bedrijven kunnen nemen om op verantwoorde wijze om te gaan met big data. Deze maatregelen worden door de AVG geïntroduceerd, en in sommige gevallen verplicht gesteld. Het rapport beveelt aan om deze actief en ruimhartig op te pakken, en ziet ook daar een voortrekkersrol voor brancheorganisaties. Het kabinet onderschrijft deze aanbeveling van harte. Door maatregelen te nemen geven bedrijven zelf invulling aan de drie randvoorwaarden voor vertrouwen die al werden genoemd in eerdere brieven over e-privacy aan uw Kamer6: controle van de burger over zijn eigen gegevens, transparantie over gegevensverwerking en het nemen van verantwoordelijkheid door bedrijven.

De expertgroep beveelt de overheid daarnaast aan om te investeren in de capaciteit van het toezicht. Het Ministerie van V&J en de Autoriteit Persoonsgegevens zijn een traject gestart waarin de consequenties van de AVG voor de Autoriteit in kaart worden gebracht. Binnen dit traject zal een onafhankelijk adviesbureau de gevolgen voor de benodigde capaciteit en het budget in beeld brengen. De resultaten van het onderzoek zullen worden meegenomen in het wetsvoorstel ter implementatie van de AVG.

De expertgroep beveelt de overheid ook aan om consumenten bewust te maken van ontwikkelingen rondom persoonsgegevens. Hieraan wordt voor een deel al invulling gegeven, met het initiatief van de overheid tot de website veiliginternetten.nl. Hierop worden praktische adviezen op gebied van privacy gegeven. De overheid is daarnaast initiatiefnemer van en partner in de campagne Alert Online. Deze publiekscampagne vraagt twee weken per jaar aandacht voor cybersecurity en cybersecure gedrag om Nederland bewuster en veiliger online te laten zijn. Dit jaar vindt de campagne plaats van 3 tot en met 14 oktober. Privacy en bewustwording van het gebruik van persoonsgegevens zijn thema’s die in de toekomst meer aandacht zullen krijgen. Hiervoor zullen initiatieven als veiliginternetten.nl en Alert Online verder worden benut.

Tot slot

De commerciële en technologische ontwikkelingen rondom data gaan in rap tempo voort, en zullen invloed blijven hebben op de privacy-beleving van burgers. Het toenemend gebruik van data heeft ook invloed op de verhoudingen in de markt, zo bleek uit de gesprekken die de expertgroep voerde. Het rapport vraagt aandacht voor de markimperfecties die daarbij kunnen ontstaan. Het gebruik van data kan bijvoorbeeld netwerkeffecten versterken en zo nieuwe toetredingsdrempels opwerpen voor bedrijven die nog niet veel klanten(data) hebben. Ik ben van plan naar dit onderwerp nader onderzoek te laten uitvoeren.

Het rapport noemt naast de AVG ook de zogenaamde e-privacy richtlijn als wetgeving die relevant is voor de bescherming van privacy. Deze richtlijn bevat specifieke regels voor communicatiediensten- en netwerken maar ook breder geldende regels voor het plaatsen van cookies op apparatuur. De Europese Commissie zal naar verwachting in december een voorstel doen voor de herziening van de richtlijn, waarbij stroomlijning met de AVG een van de doelen is. Uw Kamer zal separaat worden geïnformeerd over het Nederlands standpunt ten aanzien van dit voorstel.

Ik beschouw het werk van de expertgroep als een waardevolle bijdrage aan de maatschappelijke discussie over dit actuele thema. Deze discussie zal ongetwijfeld worden voortgezet, zowel binnen als buiten uw Kamer.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 32 761, nr. 78

X Noot
3

Kamerstuk 33 009, nrs. 10, 12 en 30.

X Noot
4

Kamerstuk 32 761, nr. 91

X Noot
5

Kamerstuk 32 761, nr. 78

X Noot
6

Kamerstuk 32 761, nrs. 49 en 78.

Naar boven