Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2012
Op 13 oktober 2011 heeft EU-Commissaris Potočnik vragen gesteld over de Nederlandse
maatregelen voor natuurherstel in de Westerschelde, waarmee uw Kamer op 30 juni 2011
heeft ingestemd. Ik heb u hierover per brief van 25 oktober 2011 geïnformeerd (Tweede
Kamer, 2011–2012, 32 670, nr. 26). In vervolg hierop doe ik u hierbij mijn reactie aan de Europese Commissie toekomen.
Tegelijk wil ik ingaan op vragen van de kant van de vaste commisie voor Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie van uw Kamer, die mij per brief van 18 januari 2012werden
gesteld.
U vraagt naar de aanvullende opdracht die aan Deltares is gegeven. In de bijlage bij
deze brief treft u de zakelijke inhoud daarvan aan.1 Eveneens vraagt u naar de reviews van het Deltares-rapport. De zakelijke inhoud daarvan
is weergegeven in de brief van de Nederlandse regering aan de Europese Commissie,
die ook als bijlage bij deze brief is gevoegd.1
Wat betreft de vraag naar een reactie op de berichtgeving dat Vlaanderen een schadeclaim
overweegt in te dienen, kan ik u melden dat een dergelijk bericht mij van officiële
Vlaamse zijde niet heeft bereikt. Ook de recent ontvangen brief van de Vlaamse minister-president
over natuurherstel in de Westerschelde gaat niet op dit thema in.1 Het is niet aan de Nederlandse welke wijze dan ook in de openbaarheid zijn gebracht.
Hoewel ik van mening regering om te reageren op ambtelijke documenten van Vlaamse
zijde die op ben dat het geen bestendig gebruik is om correspondentie van en naar
andere regeringsleiders openbaar te maken, treft u hierbij een afschrift van de brief
van de Vlaamse minister-president als bijlage aan. Overige brieven over natuurherstel
in de Westerschelde – ook daarnaar werd gevraagd – heb ik recent noch van de Europese
Commissie, noch van Vlaanderen ontvangen.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker