Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2011
De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van uw Kamer heeft mij verzocht inzicht te geven in de planning
van het aanvullend onderzoek voor de onderbouwing van de kabinetsplannen voor natuurherstel in de Westerschelde, de stand
van zaken met betrekking tot de grondaankoop en een afschrift van de onderzoeksopdracht. In deze brief wil ik op deze vragen ingaan.
In mijn brief van 25 oktober 2011 (Tweede Kamer, 2011–2012, 32 670, nr. 26) heb ik aangegeven ernaar te streven de vragen die EU-Commissaris Potocnik heeft gesteld naar aanleiding van het kabinetsbesluit over natuurherstel in de Westerschelde binnen twee maanden
te beantwoorden. Op basis daarvan wil ik het gesprek met de Europese Commissie voortzetten, teneinde een gedeeld beeld te
krijgen over de verwachte effecten van de Nederlandse aanpak van het natuurherstel in de Westerschelde. Ik heb eveneens aangegeven
uw Kamer over de uitkomsten van het overleg met de Europese Commissie te zijner tijd te informeren.
Het aanvullend onderzoek waarnaar de commissie vraagt, omvat twee onderdelen. Ten eerste laat ik het rapport van Deltares
«Natuurherstel in de Westerschelde. De mogelijkheden nader verkend» door internationale experts reviewen. Op die manier verschaf ik mij een onafhankelijk oordeel over de wetenschappelijke
kwaliteit van het rapport, waarop het kabinetsbesluit is gebaseerd. Dat oordeel zal ik gebruiken bij mijn overleg met de Europese
Commissie. Inmiddels heb ik enkele internationale experts aangezocht om een onafhankelijk oordeel te geven over het genoemde
rapport van Deltares dat aan het kabinetsbesluit ten grondslag heeft gelegen.
In de tweede plaats heb ik Deltares gevraagd om de buitendijkse maatregelen voor fase 1 van een nadere detaillering te voorzien.
De verfijning van dit deel van het maatregelenpakket zal enkele maanden meer vergen dan de hierboven genoemde review. Ik zal
de Europese Commissie van de voortgang hiervan op de hoogte houden en van mogelijke tussenresultaten voorzien.
Met betrekking tot de grondaankopen ga ik ervan uit dat de vraag betrekking heeft op de noodzakelijke grondverwerving voor
de aanleg van een primaire waterkering in de Hedwigepolder en de gronden in de Schorer- en Welzingepolder die nodig zijn voor
de binnendijkse maatregelen uit fase 2 van de kabinetsvoorstellen. Op dit moment zijn met het oog op dat doel nog geen grondaankopen
gedaan.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker