32 670 Voortgang Natura 2000

Nr. 198 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 september 2020

Hierbij ontvangt uw Kamer mijn reactie op het verzoek van uw vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 september jl. Uw Kamer vraagt mijn reactie op de notitie ontvangen van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) over «Inkomsten en verdienmodel van agrariërs».

Ik wil eerst de NVB danken voor hun bijdrage. Zoals ik al in mijn landbouwvisie «Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden» (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5) heb gemeld, moet de economische positie van boeren, tuinders en vissers in de keten zo worden dat zij in de kringlooplandbouw een goed inkomen kunnen verdienen. Om dit te bereiken is de samenwerking van de hele keten van groot belang, inclusief de financiële sector. Daarom juich ik ook zeer toe dat de Nederlandse banken bij monde van de NVB hierover meedenken.

De aanbevelingen die de NVB doet in de notitie, zijn mij niet onbekend. Het stimuleren van een eerlijke prijs en lastenverdeling door de keten, het stimuleren van ondernemerschap en kennisontwikkeling en het stimuleren van een gelijk internationaal speelveld zijn aanbevelingen die ook al zijn gedaan door de taskforce verdienvermogen kringlooplandbouw.

In de agrarische ondernemerschapsagenda die ik eerder heb toegezegd (Kamerstuk 32 670, nr. 196) en binnenkort naar uw Kamer zal sturen, zal ik dan ook uitgebreid ingaan op deze aanbevelingen. De ondernemerschapsagenda kent de volgende vier pijlers: (i) het stimuleren van (nieuw) ondernemerschap, (ii) het belonen van publieke diensten, (iii) het versterken van de marktmacht van agrariërs en (iv) het bevorderen van een gelijker speelveld. De aanbeveling om ondernemerschap en kennisontwikkeling te stimuleren vallen onder pijler i, de eerlijke prijs en het stimuleren van een gelijker internationaal speelveld worden behandeld onder pijler iv.

De ondernemerschapsagenda geeft ook aandacht aan de goede voorbeelden van de keten zelf. Ik merk hierbij op dat de NVB niet ingaat op de concrete stappen die de banken zelf kunnen ondernemen. Terwijl er meerdere goede initiatieven van de leden van de NVB zijn te noemen. Zo heeft Triodos meerdere initiatieven om de verduurzaming in de landbouwketen te ondersteunen. Daarnaast geeft de Rabobank bijvoorbeeld een rentekorting aan bedrijven die de goed scoren op de biodiversiteitsmonitor. Initiatieven zoals deze voorbeelden tonen aan dat de financiële sector een positieve rol wil en kan hebben bij de verduurzaming van de landbouw.

De NVB spreekt ook zorgen uit over de toekomstige financierbaarheid van de agrarische sector. De regering probeert dit risico te mitigeren, zoals met het borgstellingkrediet voor de landbouw. De NVB geeft aan dat nieuwe regelgeving (Basel IV) ertoe zal leiden dat de kasstroom in de toekomst meer bepalend wordt voor de financieringsruimte. Dit kan volgens de NVB tot gevolg hebben dat er voor agrarische ondernemers minder investeringsruimte beschikbaar komt. Voordat ik hier nu op kan ingaan, wil ik hiervoor eerst het gesprek voeren met mijn collega van Financiën en met de banken zelf, om dit punt verder te verkennen. Later dit jaar wil ik de Kamer ook nog in algemene zin informeren over financiering in de agrosector.

Ik blijf dan ook in gesprek met de NVB en met individuele banken over hoe de financierbaarheid van agrarische ondernemers nu en in de toekomst kan worden geborgd. Tevens bespreek ik daar hoe de banken hun rol in de transitie naar kringlooplandbouw steeds verder kunnen uitbouwen. Over de uitkomst van deze gesprekken zal ik natuurlijk uw Kamer verder blijven informeren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven