32 647 Levensbeëindiging

Nr. 73 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 september 2018

Bij brief van 7 juni 20161 heeft mijn ambtsvoorganger u geïnformeerd over de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 1 juni 2016 over een bevel dat de Inspectie voor de Gezondheidzorg (inmiddels: Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd) op 2 oktober 2013 aan huisartsenpraktijk Tromp uit Tuitjenhorn had opgelegd. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het besluit van 2 oktober 2013 herroepen. Mijn ambtsvoorganger heeft in die brief aangegeven dat het voor de hand lag dat de inspectie in gesprek zou gaan met de familie van huisarts Tromp.

Dat gesprek heeft plaatsgevonden. De inspectie heeft daarin haar excuses aangeboden voor het onrechtmatige bevel. De zeer trieste afloop is nooit de uitkomst geweest die de inspectie had voorzien. Wat er gebeurd is, heeft ook de inspectie zeer aangegrepen. De inspectie heeft na de gesprekken met mevrouw Tromp overleg gehad over een financiële tegemoetkoming. Ik kan u berichten dat recent overeenstemming is bereikt over een tegemoetkoming in verband met de juridische procedures die zijn gevoerd over het bevel van 2 oktober 2013.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 32 647, nr. 54.

Naar boven