32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 294 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2017

Met deze brief stuur ik uw Kamer drie documenten1. Ten eerste de Panteia Financieringsmonitor 2017–1 met daarbij de belangrijkste ontwikkelingen in de financieringsmarkt. Ten tweede zend ik u het jaarverslag van DVI over het gebroken boekjaar maart 2016-maart 2017 en ten derde het jaarverslag van DVI-2 over het periode 12 april 2016-31 maart 2017, die beide op 21 september jl. zijn gedeponeerd. Met deze brief geef ik tot slot invulling aan mijn toezeggingen om u te informeren over de voortgang van Fink, doorverwijzing na een afgewezen financieringsaanvraag en Betaalme.nu en informeer ik uw Kamer over voorlichting over mkb-financiering.

Financieringsmonitor 2017–1

De nieuwe Financieringsmonitor2, die in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) wordt uitgevoerd, schetst een beeld van de financieringsbehoefte van het Nederlandse bedrijfsleven. Hieruit blijkt dat de markt vrij stabiel is geweest de afgelopen twee jaar. De oriëntatie van bedrijven op financiering levert het volgende beeld op:

Tabel 1: Percentage bedrijven dat zich georiënteerd heeft op financiering
 

Alle bedrijven

Mkb

Microbedrijf

Kleinbedrijf

Middenbedrijf

Grootbedrijf

2016–1

31%

32%

27%

37%

32%

31%

2017–1

30%

27%

27%

27%

27%

34%

Bron: bewerking Financieringsmonitor

Van het mkb (t/m 249 werkzame personen) dat zich in het afgelopen jaar heeft georiënteerd op financiering, heeft 75% dit gedaan bij de huisbank. Voor de oriëntatie op financiering in de toekomst laat de Financieringsmonitor een verschuiving zien. Bedrijven nemen zich namelijk in toenemende mate voor op zoek te gaan naar alternatieve financiering. Maar liefst 55% van de microbedrijven (2–9 werkzame personen) met een financieringsbehoefte in het komende jaar geeft aan zich te willen gaan oriënteren op alternatieve financiers. Voor het kleinbedrijf (10–49 werkzame personen) met een financieringsbehoefte in het komende jaar bedraagt dit 44%. Meer bedrijven zien dus kansen in alternatieve financiering, al vertaalt dit zich in de Financieringsmonitor nog niet in een hoog percentage van de financieringsaanvragen bij alternatieve financiers.

Opvallend is verder dat de succespercentages van financieringsaanvragen sinds 2014 stijgen, zoals geïllustreerd wordt in figuur 1.

Figuur 1: percentages volledig toegewezen en volledig afgewezen financieringsaanvragen

Figuur 1: percentages volledig toegewezen en volledig afgewezen financieringsaanvragen

Bron: Panteia Financieringsmonitor 2017–1.

Wel ziet nog steeds een relatief groot deel van het micro- en kleinbedrijf dat een financieringsaanvraag doet, zijn aanvraag geheel afgewezen (respectievelijk 34% en 24%). De meest genoemde redenen voor afwijzingen hebben te maken met een hoge risico-inschatting van de financier. Als de algemene trend uit figuur 1 verbijzonderd wordt voor het micro- en kleinbedrijf, levert dat de volgende tabel op:

Tabel 2: Toekenningen en afwijzingen naar micro- en kleinbedrijf
 

Alle bedrijven

 

Microbedrijf

 

Kleinbedrijf

 
 

Toegekend1

Afgewezen

Toegekend

Afgewezen

Toegekend

Afgewezen

2014–1

54%

38%

nb

nb

44%

50%

2015–1

74%

22%

nb

nb

51%

44%

2016–1

79%

13%

64%

35%

73%

20%

2017–1

85%

11%

61%

34%

73%

24%

Bron: bewerking Financieringsmonitor

X Noot
1

Geheel toegekend en afgewezen (gedeeltelijke toekenningen zijn niet in de tabel opgenomen).

De aangetrokken financiering wordt meer dan in het verleden aangewend voor investeringen, groei en overnames. Dit is in lijn met andere tekenen dat de economie in Nederland weer aantrekt. In 2016 heeft het Nederlandse mkb € 8,8 miljard aan financiering aangetrokken, dit is ongeveer 80% van het aangevraagde bedrag. Opmerkelijk is dat het aangevraagde bedrag afneemt sinds 2015. Ook de verwachte financieringsbehoefte voor het komende jaar is gelijk aan eerdere jaren, maar het verwachte aan te vragen bedrag neemt af.

DVI en DVI II

Voor DVI (Dutch Venture Initiative) en DVI II treft u net als de afgelopen twee jaar de jaarverslagen. Voor DVI II is dit het eerste jaarverslag. De uitzetting van zowel DVI als DVI II loopt voorspoedig. Het eerste DVI-fonds is inmiddels uitgeïnvesteerd in de onderliggende fondsen. Met de bijdrage van DVI zijn de fondsen er in geslaagd om € 1.542 miljoen aan (ook buitenlands) fondsvermogen aan te trekken.

Deze private investeringsfondsen, waarvan de meeste in meerdere landen investeren, hebben tot op heden 98 investeringen verricht, waarvan 46 in Nederland. Zij hebben inmiddels voor een bedrag van € 154 miljoen in Nederland geïnvesteerd, meer dan de € 130 miljoen die EZ in het eerste DVI-fonds heeft gestoken. Om deze investeringen te kunnen doen hebben de onderliggende fondsen € 59 miljoen van de totale € 202,5 miljoen van DVI aangesproken. Als deze ontwikkeling zich doorzet, valt te verwachten dat met behulp van DVI circa vier keer het bedrag dat EZ heeft geïnvesteerd in DVI in Nederland wordt aangewend voor financiering van bedrijven.

Fink

Ik heb u toegezegd om uw Kamer te informeren over de voortgang van Fink.3 De ambitie in het Fink-project is om ondernemers te ondersteunen in hun eerste contact met verschillende financiers en platforms, zodat zij inzicht krijgen in hun financieringsmogelijkheden. Tussen september 2015 en september 2016 is een pilot (Financieringslink, voorheen SBR+) uitgevoerd. In de brief aan uw Kamer4 van december 2016 zijn de actielijnen naar aanleiding van de pilot vastgesteld.

EZ heeft onlangs een set van gegevens gepubliceerd die ondernemers kunnen gebruiken in deze zogenaamde intake-fase. Nu is de markt aan zet; het is aan marktpartijen om de Fink-standaard toe te passen en om ondernemers via online tools te ondersteunen om een intake-proces te starten. Er komt een overzicht van financiers en platforms die een aanvraag in dit format willen gebruiken. Deze voorlopige catalogus wordt per 1 november a.s. gepubliceerd (www.financieringslink.nl). Ondernemers weten zo waar zij op een laagdrempelige en gestandaardiseerde wijze terecht kunnen.

Doorverwijzing

Tijdens het Algemeen Overleg van 7 december 2016 heb ik toegezegd doorverwijzing van afgewezen kredietaanvragen naar alternatieve financiers te bespreken met stakeholders.5 Dit is conform mijn brief aan uw Kamer van 6 december 2016 en bevestigd door de brief aan uw Kamer van de Minister van Financiën van 12 april jl.6 Een doorverwijzing na een afwijzing van de financieringsaanvraag vergroot de kansen op financiering. Ondernemers die afgewezen worden, dienen in de meeste gevallen namelijk niet elders een financieringsaanvraag in; hiermee gaan ook potentieel goede aanvragen verloren. In de eerste helft van 2017 is dit onderwerp besproken in een stakeholders-bijeenkomst van het project Fink en in gesprekken met ondernemersorganisaties, banken en alternatieve financiers. Ik continueer dit gesprek en betrek de uitkomsten ervan in een nader standpunt over doorverwijzing en zal dit met uw Kamer delen.

Voorlichting mkb-financiering

NVB, VNO-NCW, MKB Nederland, EZ, KvK en RVO hebben in 2015 gezamenlijk de Nationale Financieringswijzer (NFW) geïntroduceerd. Dit had als doel om voorlichting te geven over mkb-financiering. Bij de lancering van NFW was de voorlichting over mkb-financiering nog ontoereikend. Sindsdien zijn er veel meer markt- en publieke initiatieven ontstaan waar ondernemers voor hun informatie terecht kunnen.

De NFW heeft gewerkt als een katalysator voor de voorlichting door andere publieke partijen en marktinitiatieven. Ondernemers die zoeken naar basisinformatie over financieringsvaardigheden, geldzaken en het ondernemersplan kunnen online terecht. De betrokken partijen hebben daarom besloten de NFW tot 31 december a.s. online te houden. Daarna volgt een doorverwijzing naar de KvK, die basisinformatie over mkb-financiering biedt via kvk.nl en de KvK Financieringsdesk die ondernemers te woord staat.

Betaalme.nu

Ik heb toegezegd u te informeren over de ondersteuning van Betaalme.nu.7 Dit marktinitiatief moet ervoor zorgen dat facturen van mkb-bedrijven sneller betaald worden, de deelnemers laten in een manifest weten hoe ze ervoor zorgen dat hun leveranciers sneller betaald worden. De huidige verlengde subsidie voor dit marktinitiatief loopt tot november 2017. Ik ben in gesprek met de initiatiefnemers over de continuering van dit programma, waaraan momenteel 50 grootbedrijven deelnemen. Ik vind het belangrijk dat bij continuering de private bijdrage wordt vergroot zodat Betaalme.nu op termijn zonder overheidssteun kan. Ik betrek hierbij ook de Wet tegengaan van onredelijk lange betaaltermijnen, die sinds juli 2017 in werking is getreden en na twee jaar wordt geëvalueerd.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Onderzochte periode is april 2016 – maart 2017.

X Noot
3

De toezegging over Fink is gedaan tijdens het algemeen overleg op 7 december 2016, Kamerstuk 32 637, nr. 272.

X Noot
4

Kamerstuk 32 637, nr. 270

X Noot
5

De toezegging over doorverwijzing is gedaan tijdens het AO Ondernemen en Bedrijfsfinanciering op 7-12-2016, Kamerstuk 32 637, nr. 272, blz 20.

X Noot
6

Kamerstuk 32 637, nr. 270 en Kamerstuk 31 311, nr. 183.

X Noot
7

de toezegging over Betaalme.nu is gedaan tijdens het Wetgevingsoverleg over het jaarverslag van het Ministerie van EZ op 28–6–2017, Kamerstuk 34 725 XIII, nr 20, blz 45.

Naar boven