32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2017

In het regeerakkoord van 2012 is, mede naar aanleiding van de motie Koppejan (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 24), afgesproken dat het kabinet nieuwe alternatieve financieringsvormen, zoals kredietunies, crowdfunding en mkb-obligaties, onder meer steunt door de inzet van bestaande instrumenten. Daarom is in 2012 een pilot gestart waarmee de BMKB ook werd opengesteld voor niet-banken. Deze pilot liep na een tussentijdse verlenging tot 1 juli van dit jaar. Ik heb besloten de BMKB permanent open te stellen voor niet bancaire-partijen.

Ik ben van mening dat de permanente openstelling voor niet-bancaire partijen een waardevolle toevoeging is op de bestaande BMKB-regeling. Zo bevordert de openstelling van de BMKB een eerlijk speelveld voor alle financiers van mkb-financiering. Recent waren er hierover nog vragen uit uw Kamer1. Deze duidden op het belang van gelijke kansen voor bancaire en niet-bancaire financiers als het gaat om benutting van het overheidsinstrumentarium. Sinds 2013 maakt Qredits, een (niet-bancaire) professionele mkb-kredietverstrekker, gebruik van de BMKB. Daarnaast zijn ook Triodos Cultuurfonds, Triodos Groenfonds, de Europese Horeca Financieringsmaatschappij en Kredietunie Brabant geaccrediteerd. Momenteel is RVO met een vijftal andere partijen (o.a. crowdfunders en kredietunies) concreet in gesprek over accreditatie.

Verbreding van de markt van bedrijfsfinanciers, zoals benadrukt in het Aanvullend Actieplan MKB financiering 2014 (Kamerstuk 32 637, nr. 147), blijft wenselijk. Bij de publicatie van de meest recente Panteia Financieringsmonitor2 bleek dat gedurende de tweede helft van 2016 het percentage afwijzingen van bedrijfsfinancieringen nog steeds fors hoger lag voor micro- en kleinbedrijven. Deze cijfers tonen aan dat de financieringsproblematiek aan de onderkant van de markt nog steeds bestaat. Ook blijkt uit de monitor dat micro- en kleinbedrijven zich meer gaan oriënteren op vormen van alternatieve financiering zoals crowdfunding.

Er zijn diverse ontwikkelingen gaande in de markt voor alternatieve financiering die kunnen leiden tot een verdere interesse in de BMKB. Voor kredietunies geldt dat zij kort geleden een wettelijke basis hebben gekregen door de Wet Toezicht Kredietunies, die sinds 1 januari 2016 van kracht is. Onder deze wet wordt het aantrekken van funding voor kredietunies makkelijker. Vanwege de recente inwerkingtreding van deze wet moet de kredietverlening door kredietunies nog groeien. Ook zijn in het ondersegment van de markt de uitvoeringskosten een groot obstakel in de kredietverlening. Ontwikkelingen in de fintech kunnen voor een oplossing van dit probleem zorgen. Deze ontwikkelingen kunnen van grote waarde zijn voor de financiering van het mkb.

Bij het aangaan van de pilot is aangegeven dat, indien blijkt dat de openstelling geen extra risico’s voor de Staat met zich meebrengt en effectief is, besloten kan worden de openstelling – al dan niet in gewijzigde vorm – te handhaven. Op basis van de huidige benuttingsgegevens is het nog te vroeg om het risicoprofiel van de niet-banken onder de BMKB in kaart te brengen. Er is momenteel echter geen aanleiding om grotere schade onder niet-bancaire partijen te verwachten. De accreditatieprocedure is immers streng ten aanzien van het prudent risicobeheer door een nieuwe toetreder.

Ter bevordering van een «eerlijk speelveld» voor banken en niet-banken en ter ondersteuning van de mkb-financiering besluit ik dan ook de openstelling van de BMKB voor niet-banken permanent te maken. In 2021 zal de BMKB-regeling worden geëvalueerd, met inbegrip van de openstelling voor niet-banken. Uiteraard vereist de permanente openstelling voor niet-banken goede monitoring van deze partijen, zodat er indien nodig bijgestuurd kan worden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-30, nr. 395

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 32 637, nr. 279

Naar boven