32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 278 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Ontvangen ter Griffie op 11 april 2017.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 11 mei 2017.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 12 mei 2017.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2017

In de Comptabiliteitswet 2001 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. De subsidiemodules PPS-toeslag onderzoek en innovatie en TKI MKB-versterking van de Regeling nationale EZ-subsidies (hierna: RNES) hebben een vervaldatum van 1 november 2017. De subsidiemodules Innovatieprestatiecontracten en Garantstelling gericht op bankgaranties van de RNES hebben een vervaldatum van 1 juli 2017. Om hieronder vermelde redenen ben ik voornemens deze vervaldata voor deze subsidiemodules te verlengen.

PPS-toeslag onderzoek en innovatie

In titel 3.2 van de RNES is de subsidiemodule PPS-toeslag onderzoek en innovatie (hierna: subsidiemodule PPS-toeslag) opgenomen. In 2013 is de subsidiemodule TKI-toeslag geïntroduceerd, die sinds 1 februari 2017 PPS-toeslag onderzoek en innovatie genoemd wordt. De module heeft als doel de privaat-publieke samenwerking (PPS) binnen de topsectoren te versterken door een toeslag te verlenen op de private financiële bijdragen van bedrijven aan publiek gefinancierd onderzoek. De Topconsortia voor Kennis en Innovatie (hierna: TKI’s) kunnen toeslag aanvragen voor de private bijdragen die zijn verkregen in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de uitvoering van een bepaald TKI-programma plaatsvindt waarop de subsidieaanvraag ziet (programmatoeslag). De TKI’s, en ook samenwerkingsverbanden, kunnen tevens toeslag aanvragen voor meerjarige publiek-private samenwerkingsprojecten waarvan de private bijdragen al vast liggen (projecttoeslag). Het doel van de TKI’s is om excellente privaat-publieke samenwerking in topsectoren op het gebied van onderzoek en innovatie te bundelen. Hiermee wordt synergie en samenhang gestimuleerd van onderzoeks- en innovatieactiviteiten op economische en maatschappelijke speerpunten. Tevens dragen TKI’s bij aan het vergroten van de efficiëntie en effectiviteit van onderzoek en ontwikkeling door meer (strategische) samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid. De toeslag wordt ingezet op PPS-projecten, netwerkactiviteiten of innovatieadviesdiensten die passen binnen het PPS-programma voor onderzoek dat door kennisinstellingen en bedrijven in een topsector is opgesteld.

De subsidiemodule is geëvalueerd en de resultaten hiervan zijn op 7 oktober 2016 aan uw Kamer gepresenteerd in het rapport «Tussenevaluatie TKI-toeslagregeling»1. Uit deze evaluatie volgt dat de subsidiemodule de beoogde doelen bereikt, omdat hiermee PPS-projecten op belangrijke technologiegebieden binnen de programma’s van de TKI’s op een effectieve wijze gestimuleerd worden, alsook leiden tot de opzet, uitbreiding en bestendiging van PPS-netwerken. De verleende toeslag geeft kennisinstellingen de mogelijkheid en prikkel om onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven te verrichten. Op deze wijze kunnen de kennisinstellingen leren van de samenwerking met bedrijven en worden de regionale ecosystemen voor kennis en innovatie versterkt. Daarbij profiteren de betrokken bedrijven van elkaars inzet, de PPS-toeslag, van de middelen die kennisinstellingen zelf aanwenden, en soms ook van een koppeling met onderzoeksfondsen van de Europese Commissie. Ook zorgt de subsidiemodule ervoor dat het duidelijker is op welke onderzoeksthema’s er in Nederland welke middelen worden ingezet en hoe dit aansluit op maatschappelijke behoeften. De opzet van deze subsidiemodule maakt het dan ook noodzakelijk voor alle partijen om tot afstemming en gezamenlijke agendavorming te komen; de keuzes en prioriteiten zijn duidelijker en de TKI’s gaan selectief om met de inzet van de toeslag.

Om het doel van deze subsidiemodule daadwerkelijk te kunnen realiseren, zal deze subsidiemodule nog meerdere malen opengesteld moeten worden. Om die reden ben ik voornemens de vervaldatum van deze subsidiemodule dan ook te verlengen tot 1 november 2022.

TKI MKB-versterking

In titel 3.3 van de RNES is de subsidiemodule TKI MKB-versterking opgenomen.

Met deze subsidiemodule wordt invulling gegeven aan het topsectorenbeleid van het kabinet door mkb-ondernemers te stimuleren aan te sluiten bij de topsectoren. Op grond van deze subsidiemodule kunnen TKI’s subsidie aanvragen voor netwerkactiviteiten en inhuur van innovatiemakelaars voor het mkb. Onder netwerkactiviteiten wordt verstaan workshops, bijeenkomsten, masterclasses e.d. De netwerkactiviteiten hebben onder meer als doel ondernemers meer/beter te laten innoveren, alsook meer ondernemers aan te zetten tot innoveren door hen samen te brengen (matchmaking-activiteiten). Daarnaast is het doel om ondernemers te laten delen in ontwikkelde kennis (kennisvalorisatie) en hen mogelijk aan te zetten tot het ontwikkelen van nieuwe innovatieprojecten. Innovatiemakelaars kunnen door TKI’s ingeschakeld worden om mkb-ondernemers in contact te brengen met andere (ook grote) bedrijven, kennisinstellingen en samenwerkingsverbanden en om mkb-ondernemers te ondersteunen bij vraagarticulatie, het innovatieproces en het ontwikkelen van een business case. TKI’s selecteren op transparante en open wijze wie innovatiemakelaar voor die specifieke topsector kunnen zijn.

De subsidiemodule TKI MKB-versterking bevat een vervaldatum van 1 november 2017. Er is onvoldoende tijd om de beoordeling en afdoening van de subsidieaanvragen die dit voorjaar bij de openstelling ingediend zullen worden vóór deze datum af te ronden. Het is daarom noodzakelijk dat deze subsidiemodule niet met ingang van 1 november 2017 vervalt, maar met nog een aantal maanden wordt verlengd tot 1 maart 2018.

Daarbij komt dat de subsidiemodule TKI MKB-versterking samen met de subsidiemodule Mkb Innovatiestimulering Topsectoren uit titel 3.4 van de RNES (hierna: subsidiemodule MIT) geëvalueerd is. Op basis van deze evaluatie zal later dit jaar een besluit worden genomen over mogelijke langere verlenging van de subsidiemodules TKI MKB-versterking en MIT. In afwachting van dit besluitvormingsproces, alsook om de subsidieaanvragen voor 2017 nog te kunnen afhandelen, is de subsidiemodule MIT verlengd tot 1 maart 2018.

Innovatieprestatiecontracten

In titel 3.5 van de RNES is de subsidiemodule Innovatieprestatiecontracten (hierna: subsidiemodule IPC) opgenomen. Met deze subsidiemodule worden groepen mkb-bedrijven met behulp van een penvoerder collectief aangezet tot het uitvoeren van hun eigen meerjarige innovatieplan in een zogenaamd IPC-project. In een IPC-project werkt een groep van tien tot twintig mkb-ondernemers (hierna: de deelnemers) samen aan innovatie. De groep wordt begeleid door een penvoerder die regelmatig zal bestaan uit een brancheorganisatie. Innovatie, samenwerking en kennisoverdracht staan in een IPC-project centraal. Zowel de deelnemers als penvoerder ontvangen subsidie op grond van deze subsidiemodule.

Ik ben voornemens de vervaldatum van de subsidiemodule IPC te verlengen tot 1 juli 2022. De subsidiemodule wordt nog op een nader te bepalen moment geëvalueerd. Er is niet voor gekozen deze subsidiemodule op een eerder moment te evalueren, omdat gezien de verschillende soorten openstellingen die in de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden (generieke openstelling ten behoeve van alle mkb-ondernemers en specifieke openstellingen ten behoeve van de mkb-ondernemingen uit de topsectoren) het te vroeg is om alle effecten van deze subsidiemodule te kunnen bezien. De subsidiemodule zal aangepast worden, indien uit de toekomstige evaluatie of de praktijk blijkt dat dit noodzakelijk mocht zijn. Tot dusverre zijn er echter vanuit de doelgroep en de uitvoering geen signalen gekomen die er op wijzen dat de regeling onvoldoende bij de doelgroep aansluit en/of dat structurele wijzigingen noodzakelijk zouden zijn om de beoogde doelen te kunnen behalen. Daarbij is er vanuit de diverse branche/organisaties onverminderd vraag naar de (jaarlijkse) openstelling van deze subsidiemodule en worden er bij elke openstelling meer aanvragen ingediend dan op grond van het subsidieplafond toegewezen kunnen worden. Ook door uw Kamer is herhaaldelijk op de openstelling van deze subsidie module aangedrongen2. Om die reden ben ik voornemens de vervaldatum van deze subsidiemodule voor vijf jaar te verlengen.

Garantstelling gericht op bankgaranties

In titel 3.14 van de RNES is de subsidiemodule Garantstelling gericht op bankgaranties (hierna: GGB) opgenomen. De GGB beoogt de toegang tot bankkrediet voor het Nederlandse bedrijfsleven te verbeteren. De GGB vormt een aanvulling op de subsidiemodule Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) uit titel 3.13 RNES. Op grond van de GO kunnen banken een garantstelling van de Nederlandse staat verkrijgen voor kredieten die zij verstrekken aan ondernemers. De GO geldt zowel voor het mkb als voor niet mkb. Onder de GGB kan de Nederlandse staat garant staan voor door banken af te geven garanties voor de nakoming van contractuele verplichtingen van de desbetreffende onderneming. Voor de garantstelling onder de GO of GGB wordt een kostendekkende premie geheven.

De GO en de GGB zijn in 2014 geëvalueerd en de bevindingen zijn neergelegd in de «Evaluatie Garantiefaciliteit Ondernemingsfinanciering (GO)»3 van 24 september 2014. Uit de kwantitatieve analyse van de evaluatie valt af te leiden dat circa 50% van het krediet dat onder de GO en GGB is verstrekt direct een bijdrage heeft geleverd aan het verhogen van de kredietverlening aan het mkb. Met betrekking tot de overige 50% geldt dat er mogelijk een indirecte bijdrage is geleverd. Dit omdat een deel van deze kredieten zonder de GO en GGB onder minder gunstige condities of voor een lager bedrag zou zijn verstrekt. Hieruit blijkt dat de GO en GGB samen de doelgroep goed bereiken en leiden tot meer kredietverlening aan het mkb. Om die reden ben ik voornemens de horizonbepaling te verlengen tot 1 juli 2020. Er is gekozen voor deze vervaltermijn, omdat dit een jaar is na de volgende evaluatie zal plaatsvinden. Daarbij wordt met voormelde verlenging van de horizonbepaling aangesloten bij de vervaldatum van de subsidiemodule GO, die op dezelfde datum vervalt.

Slot

In overeenstemming met artikel 24a, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 leg ik de regeling die strekt tot wijziging van de tijdstippen waarop de subsidiemodules vervallen aan u voor4 en zal ik deze regeling niet eerder vaststellen dan 30 dagen na verzending van deze brief.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kamerstuk 32 637, nr. 254.

X Noot
2

Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 17 en Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 18.

X Noot
3

Kamerstuk 32 637, nr. 162.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven