32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 120 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2014

In het Algemeen Overleg van 22 januari jl. heb ik toegezegd nader overleg te voeren met de initiatiefnemers van het Living Lab voorstel en met de curator van Aldel. In deze brief ga ik in op de resultaten van deze gesprekken en de langetermijn inzet van het kabinet ten aanzien van het chemiecluster Eemsdelta. De Provincie Groningen en ik hebben aan de heer Rein Willems gevraagd om leiding te geven aan een publiek-private werkgroep gericht op economische structuurversterking van het chemiecluster.

Met deze brief geef ik uitvoering aan de motie van het lid Schouten (Kamerstuk 32 637, nr. 111) en de motie van de leden Van Dekken, Leegte, Schouten, Dijkgraaf en Agnes Mulder (Kamerstuk 32 637 nr. 114).

Haalbaarheid Living Lab voorstel voor Aldel

Op 22 januari heb ik met u gesproken over het faillissement van Aldel. In dat debat heb ik de bedrijfseconomische omstandigheden van Aldel geschetst en welke maatregelen sinds oktober 2012 zijn genomen om Aldel voor de regio te behouden. In het debat is ook gesproken over het voorstel van de provincie Groningen en de samenwerkende bedrijven in de Eemsdelta gericht op mogelijke continuïteit van Aldel, de zogenoemde Delesto-variant die onderdeel vormt van het uitgebreidere Living Lab voorstel. Ik heb bij deze variant een aantal kanttekeningen geplaatst ten aanzien van de wenselijkheid en mogelijkheid om WKK te subsidiëren, de relatie met het Energieakkoord en over de staatssteunaspecten van het voorstel.1 Ook heb ik aangegeven dat het, nog los van alle kanttekeningen onwaarschijnlijk is, dat het plan de redding zou kunnen betekenen voor het al jaren verlieslatende Aldel.

Ik heb u toegezegd om persoonlijk met de initiatiefnemers van het Delestoplan en de curator een gesprek te voeren om toelichting te krijgen op en aandachtspunten bij de plannen die zij voor Aldel hebben. In deze gesprekken is bevestigd dat de kern van het voorstel een verlaging van de elektriciteitsprijs betreft. Het voorstel is om de onrendabele top van de Delesto-2 centrale weg te nemen en aanvullend daarop de elektriciteitsprijs naar Duits niveau te brengen; een verlaging van de kostprijs van in totaal circa 30%. De jaarlijkse kosten worden geschat op een ordegrootte van € 40–60 mln. De indieners van het voorstel stellen voor om hiervoor de SDE+ in te zetten of een verlaagde gasprijs af te dwingen. De lagere elektriciteitsprijs zou gelden voor Aldel en bedrijven in het chemiecluster voor de duur van 2 jaar en onder voorwaarde dat door de aandeelhouder van Aldel een directe lijn wordt aangelegd naar het Duitse net. De aandeelhouder van Aldel wordt geacht het risico te dragen voor het geval aanleg van de lijn langer duurt dan 2 jaar. De bedrijven hebben schriftelijk aangegeven zich bij een verlaagde elektriciteitsprijs in te spannen om een bijdrage te leveren aan verduurzaming van het chemiecluster waarbij bedrijven zich richten op de verbinding tussen agro- energie- chemie en het zo duurzaam mogelijk inzetten van energie en grondstoffen in deze ketens. Uit de gesprekken is gebleken dat over het voorstel nog geen overeenstemming is bereikt met de eigenaren van Delesto-2.

De toelichting die ik heb ontvangen in de gesprekken met de provincie en de curator bevat geen nieuwe punten ten opzichte van de eerder door mij beoordeelde voorstellen en de kanttekeningen die ik daarbij maakte. Het geeft mij daarom geen aanleiding om mijn eerdere conclusie ten aanzien van de bijdrage die het Living Lab voorstel kan leveren aan de continuïteit van Aldel, aan te passen.

De komende tijd blijft de curator gesprekken voeren met eventuele kandidaten die geïnteresseerd zijn in een doorstart van Aldel. De curator heeft aangegeven dat de gieterij naar verwachting open blijft tot medio februari. Verder onderzoekt hij met vertegenwoordigers van de aandeelhouder of er mogelijkheden zijn om de gieterij ook na half februari op de een of andere wijze (tijdelijk) open te houden. Ik heb aan de curator mijn volle medewerking toegezegd indien partijen gebruik willen maken van beschikbare instrumenten als de GO regeling (Garantie Ondernemingsfinanciering) of instanties, zoals het NFIA.

Inrichting mobiliteitscentrum

Indien de curator constateert dat een doorstart van Aldel geen reëel scenario is, heeft dit grote gevolgen voor de werknemers van Aldel en voor werknemers van getroffen toeleveranciers van Aldel. Samen met de gemeente Delfzijl, de provincie Groningen en UWV wordt er hard gewerkt aan een plan om deze werknemers zo goed als mogelijk te helpen bij het vinden van een nieuwe baan. Dit plan wordt uitgevoerd met het mobiliteitscentrum, dat reeds van start is.

Mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verwacht dit plan op korte termijn met de Provincie Groningen en Gemeente Delfzijl te bekrachtigen en zal uw Kamer hierover informeren.

Werkgroep versterking chemiecluster Eemsdelta

Chemische bedrijven werken in Nederland veelal samen in sterk geïntegreerde clusters. Deze samenwerking levert efficiencyvoordelen op waardoor de Nederlandse chemische industrie zich kan onderscheiden ten opzichte van de internationale concurrentie. Het kabinet ondersteunt deze clusters langs de volgende lijnen:

  • 1) het aantrekken van investeringen voor duurzame werkgelegenheid,

  • 2) het optimaliseren van de fysieke infrastructuur,

  • 3) het verbeteren van de aansluiting met publieke kennisinstellingen en

  • 4) het verminderen van regeldruk binnen de clusters.

Tijdens het Rondetafeloverleg over het concurrentievermogen van de chemische industrie op 31 oktober jl. zijn hierover concrete afspraken gemaakt. 2

Het chemiecluster Eemsdelta is van cruciaal belang voor de regio. Het levert namelijk werkgelegenheid aan circa 2.250 directe en 3.400 indirecte arbeidskrachten in de regio. Gelet op de economische uitdagingen in de provincie Groningen, het belang van het chemiecluster voor de economische structuur en het belang van voldoende aanbod van werkgelegenheid in Groningen heb ik besloten om, in aanvulling op de afspraken die in het Rondetafeloverleg zijn gemaakt, specifiek voor deze regio een werkgroep in te stellen. Deze publiek-private werkgroep, onder leiding van dhr. Rein Willems, zal 10 maart een actieplan presenteren gericht op langetermijn economische structuurversterking en werkgelegenheid van het chemiecluster Eemsdelta. Dit actieplan is gericht op verduurzaming, werkgelegenheid, kennisontwikkeling en innovatie. Hierbij worden ook de ambitie die is verwoord in het Living Lab voorstel betrokken.

Het Ministerie van Economische Zaken en de Provincie Groningen dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de werkgroep. Ondernemers, industrie, gemeenten, andere topsectoren en brancheorganisaties zullen intensief betrokken zijn. In de werkgroep van dhr. Willems zullen vanuit het bedrijfsleven onder andere de Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta en Akzo Nobel participeren en de Ministeries van Financiën en Sociale Zaken deelnemen. Het is de bedoeling in een korte tijd zoveel mogelijk relevante kennis en ervaring bij elkaar te brengen. In de werkgroep zal verder intensief naar mogelijkheden worden gezocht om aansluiting op Europese programma’s te waarborgen.

De heer Willems zal op mijn verzoek concrete voorstellen uitwerken ten behoeve van toekomstbestendige versterking van het chemiecluster Eemsdelsta in brede zin. Nadruk zal worden gelegd op diversificatie en verduurzaming van de economische activiteiten van het cluster en een sterkere koppeling met andere sectoren en activiteiten in de regio, gericht op het creëren van werkgelegenheid. Onderwerpen die hierbij aan de orde kunnen komen zijn:

  • Aantrekken van buitenlandse investeringen

  • Stimulering van MKB en starters

  • Aansluiting met onderwijs- en kennisinstellingen

  • Maatwerkaanpak regeldruk

  • Samenwerking met Duitsland

De werkgroep zal onderzoeken op welke wijze kan worden samengewerkt met het Economic Board van het stimuleringsprogramma versterking regionale economische structuur.

Het Kabinet onderstreept met de instelling van de werkgroep het belang dat zij hecht aan het behoud van werkgelegenheid voor de regio en vertrouwt erop dat het chemiecluster ook in de toekomst een belangrijke bijdrage zal leveren aan de Noordelijke economie.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Zie hiervoor ook de brieven: Kamerstuk 32 637, nr. 98, 100, 106, Kamerstuk 32 637, nr. 95

X Noot
2

Zie ook: Kamerstuk 32 637, nr. 95

Naar boven