Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 32627 nr. 66 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 32627 nr. 66 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2024
Dit kabinet ziet een goede toekomst voor de glastuinbouwsector in Nederland, onder meer doordat deze innovatieve sector zich richt op hoogwaardige plantaardige voedselproductie met een hoog rendement per hectare kas. Bovendien biedt de gesloten omgeving waarin de tuinders deze productie realiseren, goede mogelijkheden om emissies naar lucht en water te beperken. Zo kunnen de glastuinbouwbedrijven en toeleveranciers een significante toegevoegde waarde blijven leveren aan de Nederlandse economie en aan voedselzekerheid wereldwijd. Het kabinet is trots op de tuinbouwondernemers van Nederland en wil met de sector blijven samenwerken aan ambities op het gebied van energie, waterkwaliteit, circulariteit en robotisering.
Het Convenant energietransitie glastuinbouw 2022–2030 is gericht op een economisch rendabele en klimaatneutrale sector in 2040. Het geeft de afspraken weer die in samenwerking zijn gemaakt tussen overheid en sectorpartijen om in 2030 op koers te liggen om deze ambitie waar te maken. Dit heeft uitwerking gekregen met het samenhangend pakket1 en biedt de Nederlandse glastuinders het kader – wat betreft energie – waarbinnen zij individuele keuzes maken voor de toekomst van hun bedrijf.
Zoals benoemd in het regeerprogramma, blijft het convenant voor het kabinet leidend; stabiel beleid is belangrijk voor het handelingsperspectief van ondernemers. Het samenhangend pakket om het CO2-restemissiedoel in 2030 te bereiken wordt daarom doorgezet, met balans tussen beprijzen, normeren en subsidiëren. Waar nieuwe omstandigheden zich voordoen, gaan de convenantspartijen met elkaar in gesprek om de afgesproken balans zoveel mogelijk te behouden.
In aanloop naar het Commissiedebat Tuinbouw, visserij en biotechnologie dat gepland staat op 3 oktober 2024. informeer ik u, mede namens de Minister van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, over de beleidsontwikkelingen en de inzet van het kabinet om verduurzaming in de glastuinbouwsector te ondersteunen.
Beprijzende maatregelen glastuinbouw
Met beprijzende maatregelen wordt het gebruik van aardgas in de glastuinbouwsector afgeremd. Conform eerdere besluiten ten tijde van augustusbesluitvorming 2023 bevat de wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw drie maatregelen: de afbouw van het verlaagd belastingtarief glastuinbouw op verbruik aardgas, de inperking van de wkk-vrijstelling2 en de individuele CO2-heffing glastuinbouw. Deze maatregelen hebben uitwerking gekregen in het Belastingplan 20243.
Zoals afgesproken in het convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022–2030 volgt de CO2-heffing glastuinbouw het CO2-sectorsysteem glastuinbouw op per 2025. De CO2-heffing glastuinbouw borgt het restemissiedoel van 4,3 Mton CO2-equivalenten in 2030.
Recent is uw Kamer met het Belastingplan 2025 door de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst geïnformeerd over de geactualiseerde tarieven van de CO2-heffing glastuinbouw. Tevens is aangekondigd de tarieven van deze CO2-heffing iedere twee jaar te herijken, te starten in het eerstvolgende Belastingplan voor 20264.
Uw kamer ontvangt op korte termijn de studie van Trinomics/Blue Terra van de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst met de effecten van het inperken van de wkk-vrijstelling. Deze studie is uitgevoerd naar aanleiding van de motie van het Lid Heijnen c.s.5.
Voor het huidige CO2-sectorsysteem geldt dat per kalenderjaar een emissieplafond wordt bepaald. Als dit plafond wordt overschreden, dan dient de sector een heffing te betalen. Dit systeem is vanwege de EU-staatsteunregels de tegenprestatie voor de verlaagde energiebelastingtarieven voor de glastuinbouw. Op basis van de door de tuinders aangeleverde gegevens heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) vastgesteld dat de CO2-emissie onder het CO2-sectorsysteem in 2022 4,47 Mton was. Dit betekent dat het CO2-emissieplafond van 5,6 Mton voor 2022 niet is overschreden en er géén heffing wordt opgelegd voor 2022. In 2021 was het emissieplafond wel overschreden, hetgeen resulteerde in een definitieve heffing van circa 6,2 miljoen euro voor de sector.
Verder is in de memorie van toelichting bij het Belastingplan 2025 en in de Kamerbrief Klimaat- en energiemaatregelen Augustusbesluitvorming 20246 opgenomen dat het kabinet in het voorjaar van 2025 een besluit neemt over een eventuele uitbreiding (opt-in) van het Europees emissiehandelssysteem (ETS2) naar de glastuinbouwsector, waarbij ook de stapeling van de verschillende beprijzingsinstrumenten in de glastuinbouwsector wordt bezien. De Minister van Klimaat en Groene Groei heeft u recent geïnformeerd over de uitvoering van ETS2 en de bijmengverplichting groen gas7. In de Kamerbrief over Klimaat- en energiemaatregelen Augustusbesluitvorming 20248 heeft zij u, mede namens mijzelf, geïnformeerd over de motivatie om te beslissing uit te stellen. Het kabinet werkt dit de komende maanden uit en treedt hierover in overleg met de sector.
Stimulerende maatregelen
Duurzame alternatieven voor aardgas hebben tuinders nodig om hun stappen naar verduurzaming te kunnen zetten.
In het programma Kas als Energiebron werken overheid en sector samen aan kennis- en innovatieontwikkeling èn aan kennisuitwisseling. Gericht op kennisontwikkeling, zijn 33 nieuwe onderzoeken gestart in 2024. Het gaat dan om vergaande energiebesparing, efficiënte benutting van CO2 en de ontwikkeling en beproeving van (nagenoeg) integrale klimaatneutrale teelt- en techniekconcepten. Elk onderzoek wordt begeleid door een groep ondernemers die regelmatig met de onderzoekers bij elkaar komt om tussenresultaten en mogelijk vervolg te bespreken. De uiteindelijke resultaten worden door het kennisuitwisselingsprogramma Fossielvrij verspreid. Afgelopen jaar zijn 35 bijeenkomsten gehouden met ruim 2.500 bezoekers, zijn 17 cursussen gegeven voor in totaal 250 deelnemers, is een CO2 tool voor optimaal gebruik van CO2 ontwikkeld en een energiemonitoringstool die draait bij 40 telers. Tevens is het Innovatie- en Demonstratiecentrum CO2 bij WUR Bleiswijk gestart, waar verschillende manieren worden getest om CO2 uit de buitenlucht te halen.
Tot nu toe werden individuele subsidiebesluiten genomen, maar nu wordt een subsidieregeling voorbereid, waarin onder andere de ervaringen van deze subsidiebesluiten worden verwerkt.
Ter ondersteuning van de energietransitie in de glastuinbouwsector geef ik uitvoering aan enkele specifieke subsidieregelingen:
− Vanuit de openstelling 2024 van de subsidieregeling Energie-efficiëntie Glastuinbouw (EG) is voor 41,3 miljoen euro aan subsidie verleend voor energiebesparende maatregelen en systemen in de glastuinbouw. Om vanaf 2025 met de EG regeling bedrijven nog beter te kunnen ondersteunen om energiebesparende maatregelen te treffen, worden momenteel nieuwe technieken beoordeeld die, onder voorbehoud van staatssteungoedkeuring, kunnen worden toegevoegd aan de subsidiabele technieken binnen de EG regeling.
− Vanuit de subsidieregeling Marktintroductie energie-innovaties glastuinbouw (MEI) is in 2024 voor 14 miljoen euro aan subsidie verleend.
− De subsidieregeling warmte infrastructuur glastuinbouw (SWIG) is dit jaar voor het eerst opengesteld. Er is voor 11,4 miljoen euro aan subsidie verleend. Deze subsidieregeling beoogt de energietransitie in de glastuinbouw te ondersteunen door het subsidiëren van de ontwikkeling van warmte-infrastructuur ten behoeve van de levering van duurzaam opgewekte warmte aan de glastuinbouw. De tijdige aanleg van warmte-infrastructuur is nodig voor het realiseren van het restemissiedoel van de sector in 2030. LVVN en RVO werken aan een aantal aanpassingen in de regeling om de effectiviteit en uitvoerbaarheid van de regeling te verbeteren. Aansluitend kan de verbeterde regeling begin 2025 opengesteld worden.
− Verder is voor de plannen van producentenorganisaties over 2024 een subsidiebedrag van 155 miljoen euro verleend via de Sectorale Interventie Groenten en Fruit (SIG&F). Dit is de opvolging van de Gemeenschappelijke Markt Ordening Groenten en Fruit (GMO G&F), waarmee onder andere energiebesparende maatregelen worden ondersteund.
Naast de genoemde subsidieregelingen die specifiek zijn bedoeld voor de glastuinbouw, zijn er ook generieke regelingen van belang voor de energietransitie van de glastuinbouw. Voor de realisatie van duurzame warmtebronnen en de levering van CO2 speelt de SDE++ een belangrijke rol. Over de resultaten van de huidige openstelling van de SDE++ wordt uw Kamer zoals gebruikelijk dit najaar geïnformeerd door de Minister van Klimaat en Groene Groei.
Als gevolg van het hoofdlijnenakkoord en de uitwerking daarvan, is op de begroting 2025 een subsidiekorting toegepast in het jaar 2025 van in totaal 1,5 miljoen euro op de regelingen EG en MEI en de Innovatieagenda energie. Hoe de subsidietaakstelling in de latere jaren wordt doorgevoerd, zal in 2025 uitgewerkt worden.
Energietransitie overig
Glastuinbouw is een relevante speler in het energiesysteem. Duurzame warmte, elektriciteit en CO2 zijn lokaal nodig voor tuinders voor de (stapsgewijze) omslag van het fossiele systeem naar klimaatneutrale productie te maken. Daarbij heeft de tuinbouw ook een functie in het oude – en mogelijk ook het nieuwe energiesysteem – door de decentrale, flexibele opwek van elektriciteit en warmte. Er ligt dan ook een belangrijke koppeling naar het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) en het regeerprogramma dat inzet op meer energieonafhankelijkheid en duurzame energieproductie in Nederland, waarbij bedrijven worden geholpen bij de energietransitie en met het oplossen van netcongestie. Ook de aanbevelingen van het IBO bekostiging elektriciteitsinfrastructuur zijn voor de sector relevant.
Naar aanleiding van bestuurlijk overleg met de sector laten LVVN en KGG gezamenlijk een onderzoek uitvoeren door CE Delft naar de ontwikkelsnelheid van energie-infrastructuur en behoefte van de glastuinbouw. Het onderzoek moet antwoord geven op de vraag of de ontwikkeling van energie-infrastructuur snel genoeg gaat om de gestelde doelen te kunnen realiseren. Uit recente rapporten die meegestuurd zijn met het Belastingplan 2025, blijkt dat de ontwikkeling van de elektriciteitsinfrastructuur richting 2030 op basis van de netuitbreidingsplannen van de netbeheerders respectievelijk waarschijnlijk (Berenschot/Kalavasta) en mogelijk (Trinomics/Blue Terra) voldoende ruimte biedt voor de verduurzaming van de glastuinbouw, maar dat vertraging grote invloed heeft op de transitie. De resultaten van de CE-studie kunnen naar verwachting begin 2025 met uw Kamer gedeeld worden.
De beschikbaarheid van CO2 voor de glastuinbouw heeft aandacht. De verwachting van PBL is dat CO2 als meststof nodig zal blijven om een blijvend goede productie te realiseren in de glastuinbouw. Daarom zijn zowel beschikbaarheid van CO2 voor dit doeleinde als onderzoek naar efficiënter gebruik van CO2 van belang9. Uit een recente analyse van WEcR naar de omvang van de CO2-behoefte10 komt naar voren dat zuiniger gebruik mogelijk is, maar dat dat ook ten koste kan gaan van productie. Het programma Kas als Energiebron ontwikkelt kennis voor zuinige toepassing en helpt tuinders daarmee hun afwegingen te maken.
In het regeerprogramma heeft het kabinet opgenomen om in voorjaar 2025 te beslissen over eventuele indicatieve streefwaarden voor energiebesparing per sector. Een studie over de mogelijke effecten op de energietransitie van de glastuinbouw loopt.
Overige verduurzaming
Circulariteit
Met het Tuinbouwakkoord en de daarbij horende Nationale Tuinbouwagenda (2019–2030) streeft LVVN samen met sector en ketenpartijen naar een volledig circulaire (glas)tuinbouwsector. De sector heeft LVVN verzocht om richting te geven in de programmering van onderzoeken, activiteiten en initiatieven. Hiermee kan een versnelling teweeggebracht worden en dragen we bij aan de doelen in het Tuinbouwakkoord evenals Rijksbrede circulariteitsdoelen (dat wil zeggen50% minder primaire grondstoffen in 2030). Naar verwachting kan ik de LVVN-inzet rond het kerstreces nader concretiseren.
Automatisering, robotisering en digitalisering
In de glastuinbouw is potentie om met nieuwe technieken werkzaamheden zoals oogsten, het opsporen van ziektes en verpakken gedeeltelijk te automatiseren. De toepassingsmogelijkheden binnen de sector verschillen echter, bijvoorbeeld per gewas en per stadium van het teeltproces. Bovendien zijn technieken binnen de domeinen van robotisering en kunstmatige intelligentie nog volop in ontwikkeling. Daarom ligt de potentie van robotisering en digitalisering vooral op de lange termijn. Uiteindelijk zullen deze technieken niet alleen de afhankelijkheid van arbeidskrachten beperken, maar ook kunnen bijdragen aan het verlichten en aantrekkelijker maken van werk in de sector, het verbeteren van het verdienmodel van bedrijven en het verminderen van milieudruk. Dit laatste bijvoorbeeld door preciezere toepassing van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Dit zal echter wel aanpassingsvermogen en investeringen vragen van de sector. Het innovatieprogramma voor robotisering gericht op het besparen van arbeidskrachten dat is aangekondigd in het Hoofdlijnenakkoord, is bedoeld om deze ontwikkeling onder meer in de glastuinbouw te versnellen. Dit programma wordt momenteel uitgewerkt binnen mijn departement.
Ten slotte
De innovatiekracht van de glastuinbouwsector wordt door het kabinet gezien en erkend. Het is een sector met hoogtechnologische productie die van belang is voor de Nederlandse economie en voedselzekerheid wereldwijd. Ook in de toekomst willen we deze krachtige sector de innovatieruimte geven die het verdient.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
vrijstelling op het gebruik van gas dat gebruikt worden in een warmte-kracht-koppeling (wkk)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32627-66.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.